Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 juni 2011, nr. 2011-2000217614, tot wijziging van bijlage I bij het Besluit beheer sociale-huursector (aanpassen en stroomlijnen gegevensopvraging)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 25b, tweede lid, van het Besluit beheer sociale-huursector;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage I bij het Besluit beheer sociale-huursector wordt vervangen door de bijlage die is opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlage, die ter inzage wordt gelegd bij de bibliotheek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Herengracht 17 te ’s-Gravenhage.

Den Haag, 6 juni 2011

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

Algemeen

Bijlage I bij het Besluit beheer sociale-huursector (hierna: Bbsh) geeft een overzicht van de prospectieve informatie (dPi) die door de toegelaten instellingen jaarlijks moet worden opgegeven. Het betreft de vooruitzichten van de toegelaten instellingen voor de komende vijf jaar. De eerstvolgende opvraag moet voor 1 februari 2012 worden aangeleverd.

Jaarlijks wordt deze prognose- en verantwoordingsinformatie in meer of mindere mate aangepast. Dit jaar zijn, onder andere vanwege de voorgeschreven scheiding van activiteiten die met en zonder staatssteun plaatsvinden, aanpassingen noodzakelijk in de opvraag van (project) gegevens en de splitsing van kasstromen.

Dit inzicht in de gescheiden kasstromen is noodzakelijk om uitvoering te geven aan het besluit van de Europese Commissie van 15 december 20091. Op basis hiervan moeten de activiteiten van de toegelaten instellingen worden gesplitst in activiteiten ter uitvoering van de opgedragen diensten van algemeen economisch belang (hierna: DAEB) en activiteiten die worden uitgevoerd maar niet als DAEB (hierna: niet DAEB) zijn opgedragen.

Wijzigingen en herordening van de dPi

1. Inleiding

Concreet betreffen de wijzigingen in bijlage I bij het Bbsh een aantal samenvoegingen in het activiteitenoverzicht, de toevoeging van een aantal onderwerpen in het kasstroomoverzicht en een vereenvoudiging van de opvraag door het laten vervallen van een aantal onderdelen.

2. Samenvoeging

Door de samenvoeging van een aantal onderdelen in het activiteitenoverzicht (per project) is het een overzicht met keuzemogelijkheden geworden. Dit verhoogt het gebruiksgemak en betekent een versimpeling voor de aanlevering van projectinformatie, omdat de informatie per project in één overzicht wordt opgevraagd. Hierdoor is de opvraag van de informatie eenduidiger en blijft de informatie herkenbaar. Dit zal samen met een strakker geregelde opgaaf van projecten een impuls voor kwaliteitsverbetering geven.

In de opvraag zijn vier onderdelen, te weten 2.1 Mutaties vastgoedportefeuille, 3.3 Specificatie productie alsmede aan- en verkoop, 3.1.2 Kasstromen van projecten (des)investeringsactiviteiten en 3.4 Verbindingen, samengevoegd tot één overzicht (per project) namelijk onderdeel 2.1 Projectoverzicht. Dat projectoverzicht is gescheiden in een overzicht van DAEB-activiteiten en een overzicht van niet DAEB-activiteiten.

In dit onderdeel zijn via keuzemogelijkheden de vier vervallen schermen samengevoegd tot een eenduidiger en herkenbaarder invalshoek, zowel voor de toegelaten instelling als voor de gebruikers van de informatie.

Daardoor zijn meerdere overzichten vervallen en wordt een nieuw overzicht toegevoegd. Tevens wordt naast de prognose informatie ook informatie van gerealiseerde projecten opgevraagd.

3. Wijzigingen

In het Kasstroomoverzicht (3.1) zijn in onderdeel 3.1.2 betreffende (des)investeringsactiviteiten regels toegevoegd. Hierdoor wordt een beter zicht verkregen op de activiteiten die met en zonder staatssteun worden uitgevoerd.

In de rubriek 3.2.3 Uitgangspunten en parameters kasstroomprognose worden ook de uitgangspunten voor de gerealiseerde (project)gegevens gevraagd.

4. Vereenvoudigingen

De te verstrekken prognosegegevens worden niet langer op postcodeniveau gevraagd, maar alleen nog op het niveau van de gemeente. Deze wijziging is het gevolg van een baten-lastenafweging.

Verder zijn hoofdstuk 2.2 Nultreden woningen, alsmede een onderdeel uit hoofdstuk 3.2.2 met betrekking tot de specificatie van onderhoud, over het eerste prognosejaar, komen te vervallen. De toegevoegde waarde van deze informatie over het eerste prognosejaar is beperkt.

Administratieve lasten

Door bestaande overzichten te combineren is het gebruikersgemak toegenomen en neemt de administratieve last af.

Vaste verandermomenten

De regeling treedt in werking op het vaste verandermoment van 1 juli 2011. Er wordt afgeweken van de termijn van twee maanden tussen publicatie in de Staatscourant en de inwerkingtreding ervan. De reden hiervoor is dat de toegelaten instellingen voldoende tijd hebben om opgave van de dPi voor te bereiden omdat deze op 1 februari 2012 moet worden aangeleverd. Wel is het noodzakelijk dat voor de toegelaten instellingen nu al vaststaat welke gegevens ze zullen moeten aanleveren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.


X Noot
1

Besluit C(2009)9963 van de EC aangaande de steunmaatregel E 2/2005 en de steunmaatregel N 642/2009.

Naar boven