Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 mei 2011, nr. DL/296635, houdende wijziging van de Regeling verdiepingsslag academische opleidingsschool 2009–2011

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Wet overige OCW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling verdiepingsslag academische opleidingsschool 2009–2011 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2 wordt de zinsnede ‘de schooljaren 2009–2010 en 2010–2011’ gewijzigd in: de periode 1 augustus 2009 tot en met 31 december 2011.

B

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4. Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van deze regeling is voor de periode 1 augustus 2009 tot en met 31 december 2011 gezamenlijk een bedrag van € 3.740.000 beschikbaar.

C

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5. Subsidiebedrag

  • 1. De subsidie per subsidieontvanger bedraagt € 170.000 voor het volledige tijdvak van de subsidieverlening, zoals vermeld in artikel 12.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt als tegemoetkoming in de uitgaven die zijn verbonden aan de in artikel 2 omschreven activiteiten. Zij kan ook worden aangewend voor andere activiteiten van de instelling(en) waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

D

In artikel 7 wordt ‘SenterNovem’ vervangen door: Agentschap NL.

E

In artikel 11 wordt ‘SenterNovem’ vervangen door: Agentschap NL.

F

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12. Tijdvak subsidieverlening

Subsidie wordt verleend voor de periode 1 augustus 2009 tot en met 31 december 2011.

G

In artikel 17 wordt ‘SenterNovem’ vervangen door: Agentschap NL.

H

Artikel 18 komt te luiden:

Artikel 18. Ambtshalve subsidievaststelling

Binnen 2 maanden na afloop van het project waarvoor subsidie is verleend, doch uiterlijk 1 maart 2012, dient de subsidieontvanger een activiteitenverslag in, bedoeld in artikel 17. Binnen 3 maanden na ontvangst van het activiteitenverslag wordt de subsidie ambtshalve vastgesteld.

I

Artikel 19 komt te luiden:

Artikel 19. Betaling

Het subsidiebedrag wordt als voorschot aan subsidieontvanger betaald. € 70.000 wordt betaald binnen vier weken na de subsidieverlening, in november 2010 wordt opnieuw € 70.000 betaald en in september 2011 wordt € 30.000 betaald.

J

In artikel 21 wordt ‘1 augustus 2011’ vervangen door: 1 januari 2012.

K

In bijlagen 1 en 2 wordt ‘SenterNovem’ telkens vervangen door: Agentschap NL.

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra.

TOELICHTING

Algemeen

Met onderhavige regeling wordt de Regeling verdiepingsslag academische opleidingsschool 2009–2011 gewijzigd. De belangrijkste wijzigingen zijn de verlenging van de looptijd van de regeling tot 1 januari 2012 en een verhoging van het subsidiebedrag in verband met de verlengde periode.

Aan de hand van de regeling ontvangen 22 partnerschappen van scholen en lerarenopleidingen een tegemoetkoming in de kosten voor de ontwikkeling van de academische opleidingsschool. Deze tegemoetkoming is een toevoeging aan het bedrag dat voor een opleidingsschool beschikbaar is in het kader van de Regeling tegemoetkoming kosten opleidingsschool.

Met een opleidingsschool wordt bedoeld het partnerschap tussen één of meer scholen voor po, vo en/of bve en één of meer hogescholen en/of universiteiten die met één of meer van hun lerarenopleidingen in gezamenlijkheid toekomstige leraren voor een groot gedeelte van hun tijd op de werkplek opleiden.

Onder een academische opleidingsschool wordt verstaan een opleidingsschool die het opleiden van leraren verbindt met het in het kader van die opleiding verrichten (voor een belangrijk deel door de leraar in opleiding) van praktijkgericht onderzoek en het bevorderen van schoolontwikkeling en innovatie. De academische opleidingsschool legt daarbij relaties met op onderzoek en innovatie gerichte organisaties. HBO-lectoren en hun kenniskringen kunnen in dat verband ook een belangrijke rol spelen.

De bedoeling van de regeling is om betere praktijkvoorbeelden van academische opleidingsscholen te ontwikkelen. De regeling dient om inzicht te krijgen in de aanvullende kwaliteitscriteria en randvoorwaarden en in de extra kosten voor de academische opleidingsschool. Deze (kwaliteits- en financiële) criteria voor de academische opleidingsschool zijn aanvullend op de criteria en andere voorwaarden voor de tegemoetkoming voor de opleidingsschool. De verdiepingsslag academische opleidingsschool heeft nog niet geleid tot een geoperationaliseerde set van kwaliteitscriteria voor de academische opleidingsschool. Er blijkt een nadrukkelijke behoefte bij alle betrokken partijen om meer tijd te nemen voor een meer samenhangend beeld hiervan. De academische opleidingsschool blijkt nog midden in haar ontwikkelproces te zijn; verankering zoals is gebeurd met de opleidingsschool in 2009 is nu nog te vroeg. Omdat het concept van de academische opleidingsschool een waardevolle aanvulling lijkt te zijn op het stelsel van het opleiden van leraren, wordt momenteel een vervolgregeling voorbereid. De ingangsdatum van deze nieuwe regeling is gepland per 1 januari 2012. Om een soepele overgang naar een nieuwe regeling te bieden aan de deelnemers van onderhavige regeling, wordt de regeling tot deze ingangsdatum verlengd. Ten behoeve van de nieuwe regeling zal een selectieprocedure plaatsvinden en wordt de mogelijkheid geboden voor nieuwe toetreders vanuit de opleidingscholen die gesubsidieerd worden op basis van de regeling tegemoetkoming kosten opleidingsschool.

Administratieve lasten

Deze wijziging leidt niet tot verandering van administratieve lasten.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A, B, C, F en J, artikelen 2, 4, 5, 12 en 21

Met de wijziging in deze artikelen wordt beoogd om de regeling te verlengen tot en met de einddatum 31 december 2011. Het subsidieplafond is als volgt opgebouwd: 22 academische opleidingsscholen ontvangen subsidie ten behoeve van twee volledige schooljaren € 140.000 plus € 30.000 voor de periode 1 augustus 2011 tot en met 31 december 2011. Per academische opleidingsschool betekent dit over de gehele looptijd een subsidie van € 170.000 als tegemoetkoming in de kosten. De aanvraagtermijn voor deze regeling is verstreken; er vinden geen nieuwe toekenningen op basis van deze regeling meer plaats.

Onderdelen D, E, G, en K, artikelen 7, 11 en 17 en de bijlagen

Per 1 januari 2010 is SenterNovem opgeheven en opgegaan in het uitvoeringsagentschap Agentschap NL.

Onderdeel H, artikel 18

Omdat de looptijd van de regeling verlengd is met vijf maanden, is de datum voor het indienen van het activiteitenverslag verschoven van 1 oktober 2011 naar 1 maart 2012.

Onderdeel I, artikel 19

Ter overbrugging van de periode 1 augustus 2011 tot en met 31 december 2011 wordt € 30.000 beschikbaar gesteld, dat in redelijke verhouding staat tot het bedrag voor een geheel kalenderjaar (€ 70.000).

Artikel II

De inwerkingtreding van deze regeling wijkt af van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde uitgangspunt. Het betreft de bekendmaking van een verlenging van het tijdvak subsidieverlening waarvoor afwijking van het kabinetsstandpunt wegens uitzonderingsgrond 1 (de regelgeving heeft een directe relatie met andere jaarindelingen, zoals het subsidiejaar, en de doelgroepen zijn gebaat bij een spoedige inwerkingtreding) in dit geval is toegestaan.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra.

Naar boven