Regeling van de Minister van Economische Zaken van 22 juni 2010, nr. WJZ/10094730, tot wijziging van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2010 (verlenging openstelling Eurostars)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 16 van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

In de tabel in artikel 1 van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2010 wordt in nummer 2.1 (Subsidieregeling innoveren (Eurostarsprojecten)) in kolom 5 de openstellingsperiode ‘14-06 t/m 28-06’ vervangen door: 14-06 t/m 13-08.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 22 juni 2010

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

De openstelling voor het indienen van Eurostars-innovatieprojecten is gekoppeld aan één centrale, internationale beoordeling van Eurostars-projectvoorstellen. Nederland werkt hiervoor nauw samen met vele andere landen en het Eureka secretariaat in Brussel via zorgvuldig op elkaar afgestemde tijdschema’s en uniforme procedures. Door onvoorziene omstandigheden is het helaas deze keer niet mogelijk gebleken om met alle landen gezamenlijk het oorspronkelijke tijdpad te volgen en is het noodzakelijk de periode van openstelling te verlengen.

2. Administratieve lasten

Voor het onderdeel Eurostars-innovatieprojecten van de Subsidieregeling innoveren gold in 2009 een AL-percentage van 4,55%. Voor deze tender voor Eurostars-innovatieprojecten komt dat op een budget van € 3.750.000 neer op € 170.625 AL. Aangezien slechts de openstellingstermijn wordt verlengd zonder inhoudelijke wijziging van de regeling, blijft het percentage AL gelijk.

3. Vaste verandermomenten

De inwerkingtredingsbepaling wijkt af van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde uitgangspunt. Het betreft een wijziging openstellingstermijn waarvoor afwijking van dat kabinetsstandpunt wegens uitzonderingsgrond 1 (de regelgeving heeft een directe relatie met andere jaarindelingen, zoals het subsidiejaar, en de doelgroepen zijn gebaat bij spoedige inwerkingtreding) in dit geval is toegestaan.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven