Burgemeester en wethouders van de gemeente Blaricum maken, ingevolge het bepaalde in artikel 3.6, 3.8 en 3.9a Wet ruimtelijke
ordening bekend dat het college van Blaricum op 25 mei 2010 het uitwerkingsplan ‘Bestemmingsplan Blaricummermeent Werkdorp,
Uitwerkingsplan 1, Bedrijvenpark’ gewijzigd heeft vastgesteld.
Inhoud
De ontwikkeling van De Blaricummermeent tot een woon- en werkgebied is vastgelegd in het bestemmingsplan Blaricummermeent,
Werkdorp. Om gevolg te geven aan de ontwikkeling van dat gebied wil de gemeente overgaan tot de nadere uitwerking van dit
bestemmingsplan. Het Bestemmingsplan Blaricummermeent Werkdorp, Uitwerkingsplan 1, Bedrijvenpark is bedoeld om de ontwikkeling
van een gedeelte van het bedrijvenpark mogelijk te maken.
De ingediende zienswijzen hebben geleid tot één aanpassing van het uitwerkingsplan. Ambtshalve is tevens een aantal wijzigingen
doorgevoerd. Dit betreft aanpassingen op grond van voortschrijdend inzicht op een aantal punten en herstel van een aantal
tekstuele fouten. Voor een compleet overzicht van deze wijzigingen wordt verwezen naar het besluit van 25 mei 2010 met alle
bijbehorende stukken en het vastgestelde ter inzage liggende Uitwerkingsplan 1, Bedrijvenpark.
Ter inzage
Het vastgestelde uitwerkingsplan, bijbehorende stukken en het bijbehorende besluit, liggen vanaf maandag 28 juni 2010 gedurende
zes weken ter inzage bij de balie Vergunningen in het kantoor van de BEL Combinatie, Zuidersingel 5 te Eemnes. U kunt hier
terecht van maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 12.30 uur en op maandag ook van 13.30 uur tot 15.30 uur. Tevens is
het uitwerkingsplan te raadplegen via de website (www.blaricum.nl).
Beroep
Op grond van het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening kan degene die een zienswijze heeft ingebracht, danwel diegenen die
kunnen aantonen daartoe niet in de gelegenheid te zijn geweest, alsmede eenieder tegen de vastgestelde wijzigingen, beroep
instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.
Het besluit tot vaststelling van het uitwerkingsplan treedt in werking daags na afloop van de beroepstermijn. Indien binnen
de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State is ingediend, wordt de werking van het besluit opgeschort totdat op het verzoek is beslist.