De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 5, tiende en elfde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze
werknemers, 5, vijfde en zesde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen,
7, vierde lid, van het Inkomensbesluit IOAW en 5, derde lid, van de Regeling vermogenswaardering Ioaz;
Besluit:
ARTIKEL I
De bedragen genoemd in artikel 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
worden als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, onder a, wordt ‘€ 649,52’ vervangen door: € 652,19.
2. In het vierde lid wordt ‘€ 1.169,14’ vervangen door: € 1.173,93; ‘€ 909,33’ vervangen door: € 913,06; ‘€ 746,75’ vervangen
door: € 750,29 en ‘€ 655,04’ vervangen door: € 658,85.
3. In het vijfde lid wordt ‘€ 1.135,84’ vervangen door: € 1.141,05; ‘€ 851,35’ vervangen door: € 855,31; ‘€ 631,02’ vervangen
door: € 633,92 en ‘€ 346,53’ vervangen door: € 348,18.
ARTIKEL II
De bedragen genoemd in artikel 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
worden als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onder 3, wordt ‘€ 20.806,00’ vervangen door: € 20.937,00.
2. In het vierde lid wordt ‘€ 649,52’ vervangen door: € 652,19; ‘€ 1.169,14’ vervangen door: € 1.173,93 en ‘€ 909,33’ vervangen
door: € 913,06.
ARTIKEL III
In artikel 7, tweede lid, onderdeel f van het Inkomensbesluit IOAW wordt ‘€ 2.229,00’ vervangen door: € 2.239,00.
ARTIKEL IV
In artikel 5, eerste lid, van de Regeling vermogenswaardering Ioaz wordt ‘€ 114.478,00’ vervangen door: € 114.982,00.
ARTIKEL V
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.
TOELICHTING
In de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) zijn de netto bedragen opgenomen waaraan de op grond
van artikel 5 van de IOAW en IOAZ vast te stellen grondslagen netto gelijk dienen te zijn. De genoemde bedragen dienen te
worden aangepast met ingang van de dag waarop het netto minimumloon en het netto minimumjeugdloon wijzigen.
Aangezien met ingang van 1 juli 2010 het netto minimumloon en het netto minimumjeugdloon veranderen dienen de in de IOAW en
de IOAZ genoemde netto bedragen eveneens te worden aangepast. Deze regeling strekt daartoe. Ook de bedragen genoemd in het
Inkomensbesluit IOAW en de Regeling vermogenswaardering Ioaz worden gewijzigd aan de hand van de ontwikkeling van het netto
minimumloon.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.P.H. Donner.