Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 juni 2010, nr. WJZ/199746 (2716), houdende wijziging van de Regeling Wet kinderopvang in verband met het aanwijzen van bewijsstukken in het kader van artikel 4 van het Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang alsmede enkele technische wijzigingen

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 53, 56, vierde en zesde lid, 56b, tweede lid, onderdeel b, en 90a, negende lid van de Wet kinderopvang en artikel 4 van het Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Wet kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van paragraaf 4 wordt vervangen door: Deskundigheidseisen gastouders

B

Artikel 10c wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘Geregistreerd’ vervangen door: geregistreerd.

2. In onderdeel b vervalt ‘of’.

3. Onder verlettering van onderdeel c tot onderdeel g worden vier onderdelen ingevoegd, luidende:

  • c. geregistreerd certificaat Acute Zorg bij kinderen van NIKTA,

  • d. geregistreerd certificaat Acute Zorgverlener Module Kind en Omgeving van NIKTA,

  • e. geregistreerd certificaat Eerstehulpverlener van NIKTA,

  • f. geregistreerd certificaat Spoedeisende Hulpverlening bij Kinderen (SEHBK) van NedCert, of

C

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, vervalt de zinsnede ‘eerste volzin en tweede volzin, onder a of b,’.

2. In het derde lid, onderdelen d en g, wordt ‘ouder’ telkens vervangen door: vraagouder.

3. In het derde lid, onderdeel f, eerste gedachtestreepje, wordt ‘voorziening’ vervangen door ‘de voorziening’ en ‘ouders’ door: vraagouders.

4. Onder vernummering van het vijfde lid tot vierde lid vervalt het vierde lid.

5. In het vernummerde vierde lid wordt ‘De houder’ vervangen door ‘De houder van een kindercentrum of gastouderbureau’ en vervalt de zinsnede ‘eerste volzin en tweede volzin, onder a en b,’.

D

In artikel 11a wordt ‘ouders’ vervangen door ‘vraagouders’ en ‘ouder’ door: vraagouder.

E

In artikel 11b wordt ‘bedoel in artikel 52’ vervangen door ‘bedoeld in artikel 56, vierde lid,’ en ‘ouder’ door: vraagouder.

F

In artikel 11c wordt ‘ouders’ vervangen door: vraagouders.

G

In artikel 11d wordt ‘ouder’ vervangen door: vraagouder.

H

In artikel 11e wordt ‘artikel 52’ vervangen door: artikel 56, vierde lid.

ARTIKEL II

De Aanwijzing certificaten EHBO kinderopvang ex artikel 10c, aanhef en onder c, Regeling Wet kinderopvang (Stcrt. 2010, 4181) wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. Rouvoet.

TOELICHTING

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A, C, D, E, F, G en H

In artikel I, onderdelen A, C, D, E, F, G en H worden een aantal technische aanpassingen verricht. Met het vervangen van ‘ouder’ in ‘vraagouder’ wordt aangesloten bij de definitie van ‘vraagouder’ in artikel 1, onderdeel d, van de Regeling Wet kinderopvang. Als ‘vraagouder’ wordt aangemerkt de ouder die kinderopvang vraagt die geboden wordt door een gastouder. Het gebruik van deze definitie wordt met de wijzigingen in artikel I, onderdelen C, D, E, F, G en H consequent doorgevoerd in de Regeling Wet kinderopvang. Over het laten vervallen van artikel 11, vierde lid, in artikel I, onderdeel C, kan nog het volgende worden opgemerkt. De artikelen 94, 95 en 96 in de Wet kinderopvang zijn komen te vervallen (Stb. 2006, 682). Hiermee kan de uitvoeringsbepaling in artikel 11, vierde lid, ook komen te vervallen.

Artikel I, onderdeel B, en artikel II

Op grond van artikel 2, onderdeel b, van het Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang omvat de deskundigheid van een gastouder, naast het bieden van voldoende zorg, het waarborgen van een veilige en gezonde omgeving die aansluit op de leefwereld van de kinderen die gastouderopvang ontvangen. Het voldoen aan deze eis blijkt uit het bezit van een bij ministeriële regeling aan te wijzen bewijsstuk van een met goed gevolg afgesloten onderricht dat in elk geval omvat eerste hulp aan kinderen bij ongevallen. In artikel 10c, onderdelen a en b, van de Regeling Wet kinderopvang heeft de Minister een tweetal bewijsstukken aangewezen. Op grond van artikel 10c, onderdeel c, kan de Minister voor de toepassing van artikel 4 van het Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang een certificaat aanwijzen dat aan vergelijkbare eisen voldoet als de certificaten aangewezen in artikel 10c, onderdelen a en b. De Minister heeft een viertal certificaten EHBO kinderopvang op grond van artikel 10c, aanhef en onder c, Regeling Wet kinderopvang aangewezen bij besluit van 4 maart 2010 (Stcrt. 2010, 4181). Voor de duidelijkheid worden deze certificaten in artikel 10c van de Regeling Wet kinderopvang opgenomen. Het gaat om de volgende certificaten:

  • geregistreerd certificaat Acute Zorg bij kinderen van NIKTA.

  • geregistreerd certificaat Acute Zorgverlener Module Kind en Omgeving van NIKTA.

  • geregistreerd certificaat Eerstehulpverlener van NIKTA.

  • geregistreerd certificaat Spoedeisende Hulpverlening bij Kinderen (SEHBK) van NedCert.

In artikel II wordt de Aanwijzing certificaten EHBO kinderopvang ex artikel 10c, aanhef en onder c, Regeling Wet kinderopvang wordt ingetrokken (Stcrt. 2010, 4181).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. Rouvoet.

Naar boven