Regeling tot wijziging van de Algemene douaneregeling

17 juni 2010

Nr. DV 2010-241 M

Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Douane en Verbruiksbelastingen

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 2:1 van de Algemene douanewet, en artikel 5:1 van het Algemeen douanebesluit;

Besluit:

ARTIKEL I

De Algemene douaneregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1:2, aanhef en onder g, wordt ‘de Raad van de Europese Gemeenschappen’ vervangen door: de Raad van de Europese Unie.

B

Na artikel 2:0 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2:0a

De summiere aangifte bij binnenkomst, bedoeld in artikel 183 van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek, wordt gesteld in de Nederlandse, Franse, Duitse of Engelse taal.

C

Artikel 4:12 vervalt.

D

Artikel 4:14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘een vrije zone of een vrij entrepot’ vervangen door: een vrije zone controletype II. Voorts wordt ‘de vrije zone of het vrije entrepot’ vervangen door: de vrije zone controletype II.

2. In het vierde lid wordt ‘de vrije zone of het vrije entrepot’ vervangen door: de vrije zone controletype II.

E

Na artikel 6:4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6:4a

De summiere aangifte, bedoeld in artikel 182quater van het Communautair douanewetboek, wordt gesteld in de Nederlandse, Franse, Duitse of Engelse taal.

F

Na artikel 8:1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8:1a

De aanvulling of vervanging van een zekerheid, bedoeld in artikel 198 van het Communautair douanewetboek, wordt binnen een maand na de mededeling door de ontvanger, dat aanvulling of vervanging van de zekerheid wordt geëist, gesteld.

G

In het derde lid van artikel 8:3 wordt ‘het bedrag aan rechten’ vervangen door: het bedrag aan rechten, andere belastingen, heffingen en retributies.

H

In Bijlage VI, Titel II, deel C, wordt vak 8 vervangen door:

Vak 8: Geadresseerde

In vak 8 (Geadresseerde) wordt het EORI-nummer van de geadresseerde opgenomen. Heeft de geadresseerde geen EORI-nummer, dan moet in dit vak de naam en voornaam of de handelsnaam en het volledige adres van de geadresseerde worden opgenomen.

Wanneer de goederen met toepassing van het stelsel van douane-entrepots in een particulier entrepot (type C, D of E) worden opgeslagen, de naam en het volledige adres vermelden van de entrepositaris indien deze niet tevens de aangever is.

Bij groepagezendingen wordt in dit vak het woord ‘diverse’ vermeld, gevolgd door de desbetreffende communautaire code voor bijzondere vermeldingen (zie codeboek Sagitta, onderdeel invoer, tabel A12). Een lijst van geadresseerden wordt bij de aangifte gevoegd.

(Voor een nadere toelichting op het gebruik van de code, zie onderdeel D van deze Titel)

Verder wordt bij een elektronische aangifte in het data-element ‘OB-plichtige’, wanneer de aangifte betrekking heeft op de invoer van goederen als bedoeld in artikel 18 van de Wet op de omzetbelasting 1968 en de goederen bestemd zijn voor een geadresseerde met een Nederlands btw-identificatienummer die beschikt over een vergunning zoals bedoeld in artikel 23 van de Wet op de omzetbelasting 1968, het btw-identificatienummer van deze geadresseerde opgenomen, voorafgegaan door NL als landencode.

Maakt de geadresseerde deel uit van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting en is de gehele fiscale eenheid aangewezen op de voet van artikel 23 van de Wet op de omzetbelasting 1968, het btw-identificatienummer van de fiscale eenheid vermelden voorafgegaan door NL als landencode.

Als de goederen bestemd zijn voor een buitenlandse geadresseerde die gebruik maakt van een (beperkt) fiscaal vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 33g van de Wet op de omzetbelasting 1968, het btw-identificatienummer van de (beperkt) fiscaal vertegenwoordiger vermelden voorafgegaan door NL als landencode.

Indien geen gebruik wordt gemaakt van artikel 23 Wet op de Omzetbelasting mag het data element OB-plichtige leeg gelaten worden.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën,

J.C. de Jager.

TOELICHTING

Algemeen

De aanpassingen in deze regeling betreffen met name een verduidelijking van de voorschiften. Bepalingen, die overbodig zijn gebleken, vervallen en bepalingen, die gemist worden in de praktijk, worden toegevoegd. Daarnaast worden enkele omissies hersteld.

Administratieve lasten en budgettaire effecten

De wijzigingen die in deze regeling worden aangebracht in de Algemene douaneregeling hebben geen budgettaire effecten. Als gevolg van het vervallen van de verplichting van artikel 4:12 voor de beheerder van een vrije zone of een vrij entrepot om aan de inspecteur kenbaar te maken wie belanghebbenden zijn treedt er een geringe administratieve lastenverlichting op.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A (artikel 1:2)

De aanpassing in dit artikel betreft het herstel van een omissie.

Onderdelen B en E (artikelen 2:0a en 6:4a)

De taal waarin de summiere aangifte bij binnenkomst en de summiere aangifte bij uitgang kunnen worden gesteld is, net als voor de summiere aangifte voor tijdelijke opslag, de Nederlandse, Franse, Duitse of Engelse taal.

Onderdeel C (artikel 4:12)

In het Algemeen douanebesluit is bepaald dat belanghebbenden, die werkzaamheden willen gaan verrichten in een vrije zone of een vrij entrepot, daarvoor een vergunning moeten aanvragen. De beheerder dient die aanvraag mede te ondertekenen. Het daarnaast aan de inspecteur kenbaar maken, wie die belanghebbenden zijn, door de beheerder is dan overbodig. De verplichting daartoe in artikel 4:12 kan om die reden vervallen.

Onderdeel F (artikel 8:1a)

Ingeval artikel 198 van het Communautair douanewetboek van toepassing is, wordt het nieuwe bedrag aan te stellen zekerheid gebaseerd op de meest recente gegevens. Uit artikel 10, lid 1, letter h van de Invorderingswet 1990 volgt dat een uitnodiging tot betaling terstond en tot het volle bedrag invorderbaar is, indien de in art 198 CDW genoemde aanvulling of vervanging van een gestelde zekerheid niet overeenkomstig de op basis van artikel 2:1 aanhef en onder j, van de Algemene douanewet bepaalde termijn wordt verricht. Het is derhalve zaak in de Algemene douaneregeling een termijn op te nemen. Dit geeft duidelijkheid aan de belanghebbende en voorkomt dat de Douane langer risico loopt dan strikt noodzakelijk is.

Onderdeel G (artikel 8:3)

De aanpassing in dit artikel betreft het herstel van een omissie.

Onderdeel H (Bijlage VI)

Deze wijziging beoogt geen inhoudelijke wijziging maar betreft een verduidelijking van de bestaande procedure.

De Minister van Financiën,

J.C. de Jager.

Naar boven