Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 juni 2010, nr. MT-2010-64, tot wijziging van de Regeling rijkssubsidiëring instandhouding monumenten in verband met wijziging van het subsidieplafond voor 2010 voor de verlening van subsidies voor grootschalige instandhoudingsprojecten

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op artikel 5 van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling rijkssubsidiëring instandhouding monumenten wordt ‘9 miljoen euro’ vervangen door: 23 miljoen euro.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 31 maart 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

Voor de verlening van subsidies voor grootschalige instandhoudingsprojecten als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (hierna: het Brim) is op grond van de Regeling rijkssubsidiëring instandhouding monumenten voor 2010 een budget van € 9 miljoen beschikbaar. Het gaat hierbij om beschermde monumenten met een zesjaarlijkse instandhoudingsbehoefte van € 700.000 of meer.

Er zijn echter op 1 april 2010 – de eerste dag van de indieningstermijn voor subsidieaanvragen op grond van het Brim in 2010 – meer aanvragen ontvangen voor grootschalige instandhoudingsprojecten dan er met het beschikbare budget kunnen worden gehonoreerd. Het Brim voorziet niet in een nader verdeelcriterium voor op dezelfde dag ontvangen aanvragen, zodat zonder verhoging van het subsidieplafond alle aanvragen zouden moeten worden afgewezen. Dit is onwenselijk, omdat daarmee ook de beschikbare € 9 miljoen niet zou worden aangewend voor de instandhouding van monumenten, terwijl de subsidiebehoefte juist groot is.

Naar verwachting is voor honorering van alle op 1 april 2010 ontvangen aanvragen die voor subsidie in aanmerking zouden komen in totaal ten hoogste een bedrag nodig van € 23 miljoen. Dit is het totaalbedrag van de bij de aanvragen ingediende begrotingen. Met deze wijzigingsregeling wordt het subsidieplafond dan ook met € 14 miljoen verhoogd tot € 23 miljoen. Hiervoor worden middelen aangewend die reeds beschikbaar waren voor de monumentenzorg, maar die onder meer door onderbesteding in 2009 niet werden benut.

Deze wijzigingsregeling treedt, in afwijking van de Vaste Verandermomenten (1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober), in werking op de dag na publicatie in de Staatscourant. De reden is dat een spoedige verhoging van het subsidieplafond noodzakelijk is om tijdig op de ingediende aanvragen te kunnen beslissen. Het is voorts in het belang van de subsidieaanvragers, omdat zonder een plafondverhoging geen enkele subsidieaanvraag voor grootschalige instandhoudingsprojecten kan worden gehonoreerd. De afwijking is gebaseerd op de eerste uitzonderingsgrond, genoemd in de brief van 11 december 2009 van de Minister van Justitie aan de Tweede Kamer (Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 29515, nr. 309).

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven