Bekendmaking van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 juni 2010, nr. IVV/FB/2010/9705, betreffende herziening van normen en bedragen genoemd in de Wet werk en bijstand per 1 juli 2010

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

maakt op grond van artikel 38, zesde lid, van de Wet werk en bijstand bekend, dat met ingang van 1 juli 2010 in de Wet werk en bijstand:

  • 1. in artikel 20, eerste lid, ‘€ 224,43’ wordt herzien in: € 225,35; ‘€ 448,86’ in:

    € 450,70 en ‘€ 873,95’ in: € 877,54;

  • 2. in artikel 20, tweede lid, ‘€ 484,24’ wordt herzien in: € 486,22; ‘€ 708,67’ in:

    € 711,57 en ‘€ 1.133,76’ in: € 1.138,41;

  • 3. in artikel 21 ‘€ 649,52’ wordt herzien in: € 652,19; ‘€ 909,33’ in: € 913,06 en

    ‘€ 1.299,04’ in: € 1.304,37;

  • 4. in artikel 22 ‘€ 999,17’ wordt herzien in: € 1.003,66; ‘€ 1.255,47’ in:

    € 1.260,94; en ‘€ 1.374,32’ telkens in: € 1.379,66;

  • 5. in artikel 23, eerste lid, ‘€ 289,26’ wordt herzien in: € 290,45 en ‘€ 449,92’

    in: € 451,76;

  • 6. in artikel 25, tweede lid, ‘€ 259,81’ wordt herzien in: € 260,87;

  • 7. in artikel 31, tweede lid, onderdeel j, ‘€ 2.229,00’ wordt herzien in:

    € 2.239,00.

Den Haag, 15 juni 2010

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

namens deze:

de directeur Inkomensverzekeringen en -voorzieningen,

I.D. Nijboer.

TOELICHTING

Bij de regeling van 19 mei 2010 (Stcrt. 2010, 7928) is het wettelijk minimumloon met ingang van 1 juli 2010 vastgesteld op € 1.416,00 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, bedoeld in artikel 37 van de Wet werk en bijstand (WWB) eveneens veranderen. Als gevolg hiervan wijzigen tevens de aan het netto minimumloon gekoppelde bijstandsnormen. Het bedrag in artikel 31, tweede lid, onderdeel o, wijzigt niet door de afronding. Hieronder volgt de berekening van het netto minimumloon (A) alsmede van de bijstandsnorm per 1 juli 2010 voor gehuwden, een alleenstaande ouder en een alleenstaande van 21 tot 65 jaar (B).

A. Berekening netto minimumloon, bedoeld in artikel 37 van de Wet werk en bijstand, per 1 juli 2010

1. bruto minimumloon inclusief vakantie-uitkering

1529,28

bij:

vergoeding inkomensafhankelijke bijdrage Zvw

107,81

af:

inkomensafhankelijke bijdrage Zvw

107,81

 

premie Awf

0,00

 

loonheffing

224,91

 

netto minimumloon ex artikel 37, eerste lid, WWB

1304,37

    

2. bruto minimumloon exclusief vakantie-uitkering

1416,00

af:

inkomensafhankelijke bijdrage Zvw

99,82

bij:

vergoeding inkomensafhankelijke bijdrage Zvw

99,82

 

premie Awf

0,00

 

loonheffing

174,58

 

netto minimumloon zonder vakantie-uitkering

1241,42

In netto minimumloon begrepen netto vakantie-uitkering bedraagt:

€ 1304,37 - € 1241,42 = € 62,95

B. Berekening van de bijstandsnorm per maand voor gehuwden, een alleenstaande ouder en een alleenstaande van 21 tot 65 jaar per 1 juli 2010

gehuwden, beide partners 21 jaar of ouder:

100% van

1304,37

=

1304,37

hierin begrepen vakantietoeslag

5%1) van

1304,37

=

65,22

       

alleenstaande ouder 21 jaar of ouder

70% van

1304,37

=

913,06

hierin begrepen vakantietoeslag

5%1) van

913,06

=

45,65

       

alleenstaande 21 jaar of ouder

50% van

1304,37

=

652,19

hierin begrepen vakantietoeslag

5%1) van

652,19

=

32,61

XNoot
1

Het percentage, genoemd in artikel 19, derde lid, van de WWB geeft de verhouding weer tussen de netto aanspraak op vakantietoeslag en het maandloon inclusief vakantietoeslag die bij het netto minimumloon bestaat.

Netto vakantie-uitkering

62,95

  

Netto minimumloon

1304,37

  

Verhouding

62,95

/ € 1304,37 × 100% =

4,8%

    

5% (afgerond)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

namens deze:

de directeur Inkomensverzekeringen en -voorzieningen,

I.D. Nijboer.

Naar boven