Bekendmaking van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 juni 2010, nr. IVV/FB/2010/9704, betreffende herziening van de normen en bedragen genoemd in de Wet investeren in jongeren met ingang van 1 juli 2010

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

maakt op grond van artikel 43, vierde lid, van de Wet investeren in jongeren bekend, dat met ingang van 1 juli 2010 in de Wet investeren in jongeren:

  • 1. in artikel 26 ‘€ 224,43’ wordt herzien in: € 225,35 en ‘€ 649,52’ in: € 652,19;

  • 2. in artikel 27 ‘€ 484,24’ wordt herzien in: € 486,22 en ‘€ 909,33’ in: € 913,06;

  • 3. in artikel 28, eerste lid, ‘€ 448,86’ wordt herzien in: € 450,70 en ‘€ 873,95’ in: € 877,54.

  • 4. in artikel 28, tweede lid, ‘€ 708,67’ wordt herzien in: € 711,57 en

    ‘€ 1.133,76’ in: € 1.138,41.

  • 5. in artikel 29, eerste lid, ‘€ 289,26’ wordt herzien in: € 290,45 en ‘€ 449,92’

    in: € 451,76;

  • 6. in artikel 30, tweede lid, ‘€ 259,81’ wordt herzien in: € 260,87.

Den Haag, 15 juni 2010

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

namens deze:

de directeur Inkomensverzekeringen en -voorzieningen,

I.D. Nijboer.

TOELICHTING

Bij de regeling van 19 mei 2010 (Stcrt. 2010, 7928) is het wettelijk minimumloon met ingang van 1 juli 2010 vastgesteld op € 1.416,00 per maand. Als gevolg hiervan wijzigen tevens de normen, genoemd in de Wet investeren in jongeren. Per 1 juli 2010 wordt in artikel 28, eerste en tweede lid van de Wet investeren in jongeren, onderdeel c gewijzigd en komen de onderdelen d en e te vervallen. Verder zullen de bedragen in artikel 28, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, onderdeel c van de Wet investeren in jongeren, eenmalig bij ministeriële regeling worden aangepast waarbij al rekening is gehouden met de aanpassing in verband met de wijziging van het wettelijk minimumloon.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

namens deze:

de directeur Inkomensverzekeringen en -voorzieningen,

I.D. Nijboer.

Naar boven