Besluit van de Minister van Justitie van 16 juni 2010, nr. 5654553/Justis/10, strekkende tot wijziging van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Inspectoraat-Generaal VROM 2007 van 13 december 2006, nr. 5458985/06/CBK

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Overwegende dat bij besluit van 13 december 2006, nr. 5458985/06/CBK, medewerkers van het Inspectoraat-Generaal van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheerzijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar, ter zake van de opsporing van de in voornoemd besluit genoemde strafbare feiten;

Overwegende dat op 1 april 2010 de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar (met kenmerk 5647961/10) in werking is getreden en dat in bijlage A-I van deze circulaire een onderscheid wordt gemaakt in zes domeinen waarbinnen per domein is aangegeven welke wetten en artikelen de buitengewoon opsporingsambtenaren bevoegd zijn te handhaven en over welke bevoegdheden de buitengewoon opsporingsambtenaren daarbij beschikken;

Overwegende dat het Inspecteur-Generaal van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer bij brief van 24 maart 2010 (met kenmerk 5647506/Justis/10) is geïnformeerd over de domeinindeling;

Overwegende dat de Minister van Justitie op grond van artikel 6, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar bevoegd is de aanwijzing ambtshalve te wijzigen of te vervangen;

Gelet op artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering, artikel 17, eerste lid, onder 2°, van de Wet op de economische delicten, de artikelen 6, tweede lid, en 36, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, laatstelijk gewijzigd op 30 januari 2010, en op de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar, kenmerk 5647961/10;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Inspectoraat-Generaal VROM 2007 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 kom te luiden:

Artikel 2

Als buitengewoon opsporingsambtenaar worden aangewezen toezichthoudende ambtenaar van de VROM-Inspectie.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

  • 1. De in artikel 2 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten genoemd in domein II Milieu en Welzijn, van bijlage A-I van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 2. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het domein waarin hij is aangesteld.

C

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

  • 1. Aan de buitengewoon opsporingsambtenaar die belast is met het opmaken van technische processen-verbaal, waarbij geen verklaringen van verdachten of getuigen behoeven te worden opgenomen, wordt op grond van het gestelde in het onderdeel Beperkte opsporingsbevoegdheden van bijlage B-IV van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar, ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 16, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2. Aan de buitengewoon opsporingsambtenaren, niet zijnde de in het eerste lid genoemde buitengewoon opsporingsambtenaren, wordt ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 16, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, onder de voorwaarden gesteld in het onderdeel Semi-permanente ontheffing van bijlage B-IV van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar.

D

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het besluit van 13 december 2006, nr. 5458985/06/CBK, worden voor de duur van hun geldigheid mede te zijn afgegeven op basis van het onderhavige besluit.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Den Haag, 16 juni 2010

De Minister van Justitie,

namens deze:

P.W.C. Collard,

Teammanager BTR.

Bezwaar maken

Als u belanghebbende bent, dan kunt u tegen deze beslissing bezwaar maken bij de Minister van Justitie. U doet dit door schriftelijk een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na dagtekening van deze beschikking. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Dienst Justis

Team BTR

Postbus 20300

2500 BC Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een kopie van de beslissing;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

Naar boven