Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 juni 2010, nr. DBV 2992530, houdende de vaststelling van het Organisatiebesluit VWS.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en formatie rijksdienst;

Besluit:

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALING

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister:

de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

b. bewindspersoon:

de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

c. ministerie:

het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

d. ressorteren:

vallend onder het gezagsbereik van de genoemde functionaris.

HOOFDSTUK 2. HOOFDSTRUCTUUR VAN DE ORGANISATIE

Artikel 2

Het ministerie bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

  • a. de Algemene Leiding;

  • b. het Directoraat-Generaal Volksgezondheid (DGV);

  • c. het Directoraat-Generaal Curatieve Zorg (DGCZ);

  • d. het Directoraat-Generaal Langdurige zorg (DGLZ);

  • e. het Directoraat-Generaal Jeugd en Maatschappelijke zorg (DGJMZ);

  • f. de stafdirecties;

  • g. de beleidsdirectie Internationale Zaken (IZ);

  • h. de directie Bedrijfsvoering (DBV);

  • i. de eenheid Programma’s en Projecten (P&P);

  • j. de diensten en instellingen;

  • k. de secretariaten van raden en commissies.

HOOFDSTUK 3. ALGEMENE LEIDING

Artikel 3

  • 1. De Algemene Leiding bestaat uit:

    • a. de Secretaris-Generaal (SG);

    • b. de plaatsvervangend Secretaris-Generaal (pSG);

    • c. de Directeur-Generaal Volksgezondheid (DGV);

    • d. de Directeur-Generaal Curatieve Zorg (DGCZ);

    • e. de Directeur-Generaal Langdurige Zorg (DGLZ);

    • f. de Directeur-Generaal Jeugd en Maatschappelijke Zorg (DGJMZ).

  • 2. De Algemene Leiding ressorteert onder de Minister.

  • 3. Onder de SG ressorteren de diensten en instellingen Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en Inspectie Jeugdzorg (IJZ).

  • 4. De pSG is belast met de interne organisatie en het beheer van het ministerie en vervangt de SG bij diens afwezigheid.

  • 5. Onder de pSG ressorteren:

    • a. de diensten en instellingen:

      • 1°. de baten-lastendienst Nederlands Vaccin Instituut (NVI);

      • 2°. de baten-lastendienst Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM);

      • 3°. het Agentschap College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (ACBG);

      • 4°. het Agentschap Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG);

      • 5°. het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP);

    • b. de beleidsdirectie Internationale Zaken (IZ);

    • c. de stafdirecties;

    • d. de directie Bedrijfsvoering (DBV);

    • e. de eenheid Programma’s en Projecten (PenP);

    • f. de Jeugdinstelling Almata;

    • g. de Jeugdinstelling De Lindenhorst.

  • 6. Onder de Directeur-Generaal Volksgezondheid ressorteren het Directoraat-Generaal Volksgezondheid en de secretariaten van de Gezondheidsraad en de Raad voor Gezondheidsonderzoek (GR/RGO), de Centrale Commisssie voor Mensgebonden Onderzoek (CCMO) en de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ).

  • 7. Onder de Directeur-Generaal Curatieve Zorg ressorteert het Directoraat-Generaal Curatieve Zorg.

  • 8. Onder de Directeur-Generaal Langdurige Zorg ressorteert het Directoraat-Generaal Langdurige Zorg.

  • 9. Onder de Directeur-Generaal Jeugd en Maatschappelijke Zorg ressorteren het Directoraat-Generaal Jeugd en Maatschappelijke Zorg en het secretariaat van de RMO.

  • 10. De beleidsdirecties, de stafdirecties, de directie Bedrijfsvoering, de eenheden en de Jeugdinstellingen staan onder leiding van een directeur.

HOOFDSTUK 4. DIRECTORAAT-GENERAAL VOLKSGEZONDHEID

Artikel 4

Het Directoraat-Generaal Volksgezondheid (DGV) bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. de directie Publieke Gezondheid (PG);

  • b. de directie Sport (S);

  • c. de directie Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie (VGP);

  • d. Macro- Economische Vraagstukken en Arbeidsvoorwaardenbeleid/Eenheid Secretariaten Tuchtcolleges (MEVA/EST).

Artikel 5

De directie Publieke Gezondheid bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Openbare Gezondheidszorg;

  • b. Crisisbeheersing en Infectieziekten;

  • c. Ethiek;

  • d. Jeugdgezondheidszorg en Financieel Beleid.

Artikel 6

De directie Sport bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Topsport;

  • b. Breedtesport.

Artikel 7

De directie Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Voeding en Consumentenproducten;

  • b. Gezond Leven;

  • c. Verbinding.

Artikel 8

Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsvoorwaardenbeleid/Eenheid Secretariaten Tuchtcolleges bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Centraal Tuchtcollege Gezondheidszorg Den Haag;

  • b. Regionaal Tuchtcollege Gezondheidszorg Zwolle;

  • c. Regionaal Tuchtcollege Gezondheidszorg Amsterdam;

  • d. Regionaal Tuchtcollege Gezondheidszorg Eindhoven;

  • e. Regionaal Tuchtcollege Gezondheidszorg Groningen;

  • f. Regionaal Tuchtcollege Gezondheidszorg Den Haag.

HOOFDSTUK 5. DIRECTORAAT-GENERAAL CURATIEVE ZORG

Artikel 9

Het Directoraat-Generaal Curatieve zorg (DGCZ) bestaat uit de volgende beleidsdirecties:

  • a. de directie Curatieve Zorg (CZ);

  • b. de directie Geneesmiddelen en Medische Technologie (GMT);

  • c. de directie Markt en Consument (MC).

Artikel 10

De directie Curatieve Zorg bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Eerstelijns- en Ketenzorg;

  • b. Curatieve Geestelijke Gezondheidszorg;

  • c. Tweedelijns Somatische Zorg;

  • d. Financieel Beleid en Informatie;

  • e. Eenheid Invoering Prestatiebekostiging.

Artikel 11

De directie Geneesmiddelen en Medische Technologie bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Innovatie en Beschikbaarheid van Medische Producten;

  • b. Markttoelating en Veilig Gebruik van Medische Producten;

  • c. Vergoeding en Doelmatig Gebruik van Medische Producten;

  • d. Financiën, Bedrijfsvoering en Beleidsinformatie.

Artikel 12

De directie Markt en Consument bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Directiebureau;

  • b. Marktordening;

  • c. Patiënten en Consumenten;

  • d. Toezicht en Bestuur;

  • e. Informatie en Kennisbeleid.

HOOFDSTUK 6. DIRECTORAAT-GENERAAL LANGDURIGE ZORG

Artikel 13

Het Directoraat-Generaal Langdurige Zorg (DGLZ) bestaat uit de volgende beleidsdirecties:

  • a. de directie Langdurige Zorg (LZ);

  • b. de directie Zorgverzekeringen (Z);

  • c. de directie Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsvoorwaardenbeleid (MEVA).

Artikel 14

De directie Langdurige Zorg bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Kwaliteitsbeleid Zorginstellingen;

  • b. Sturing, financiering en informatie.

Artikel 15

De directie Zorgverzekeringen bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Financiering;

  • b. Marktregulering en Toezicht Verzekeraars;

  • c. Verzekeringsaanspraken en Uitvoeringsorganisaties;

  • d. Verzekeringen en Verdragen;

  • e. Stafbureau Financiën en Bedrijfsvoering.

Artikel 16

De directie Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsvoorwaardenbeleid bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Arbeidsvoorwaarden- en Arbeidsmarktbeleid;

  • b. Algemeen Economisch Beleid;

  • c. Beroepen en Opleidingen;

  • d. Programmabureau ICT in de Zorg.

HOOFDSTUK 7. DIRECTORAAT-GENERAAL JEUGD EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG

Artikel 17

Het Directoraat-Generaal Jeugd en Maatschappelijke Zorg (DGJMZ) bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. de directie Maatschappelijke Ondersteuning (DMO);

  • b. de directie Jeugdzorg (DJZ);

  • c. de eenheid Oorlogsgetroffenen en Herinnering WO II (OHW);

  • d. de directie Jeugd en Gezin (JenG);

  • e. de Uitvoeringseenheid Gesloten Jeugdzorg (UGJ).

Artikel 18

De directie Maatschappelijke Ondersteuning bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Sociale Samenhang en Opvang;

  • b. Participatie en Ondersteuning;

  • c. Sturing, Financiering en Informatie;

  • d. Stafbureau Bedrijfsvoering.

Artikel 19

De directie Jeugdzorg bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Stafbureau Bedrijfsvoering;

  • b. Geïndiceerde Jeugdzorg;

  • c. Lokale Jeugdzorg.

Artikel 20

De eenheid Oorlogsgetroffenen en Herinnering WOII bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Managementondersteuning;

  • b. Wetgeving en Toezicht;

  • c. Erfgoed van de Oorlog.

Artikel 21

De directie Jeugd en Gezin bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Algemeen Jeugd- en Gezinsbeleid;

  • b. Sturing en Stelsel;

  • c. Stafadvies en Ondersteuning.

HOOFDSTUK 8. DE STAFDIRECTIES

Artikel 22

De directie Bestuursondersteuning bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Advies;

  • b. Ondersteuning;

  • c. Stafbureau Beveiliging.

Het hoofd van het Stafbureau Beveiliging is tevens de Beveiligingsambtenaar (BVA). De functionaris gegevensbescherming maakt deel uit van het Stafbureau beveiliging.

Artikel 23

De directie Financieel-Economische Zaken bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Beleidstoetsing en Advies;

  • b. Budgettaire Zaken;

  • c. Ontwikkeling Financieel Beleid en Beheer.

Artikel 24

De directie Personeel en Organisatie bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Afdeling A;

  • b. Afdeling B.

Artikel 25

De directie Voorlichting en Communicatie bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Persvoorlichting en Externe Presentatie;

  • b. Communicatie.

Artikel 26

De directie Wetgeving en Juridische Zaken bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Bovensectorale Wetgeving en Juridische Procedures;

  • b. Sectorale Wetgeving en Wetstoepassing;

  • c. Stafbureau Bedrijfsvoering.

HOOFDSTUK 9. DE BELEIDSDIRECTIE INTERNATIONALE ZAKEN

Artikel 27

De directie Internationale Zaken bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Europese Unie;

  • b. Mondiaal;

  • c. Bedrijfsvoering, Ondersteuning en Informatie.

Hoofdstuk 10. De directie Bedrijfsvoering

Artikel 28

De directie Bedrijfsvoering bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Stafbureau;

  • b. Eenheid Informatiestrategie;

  • c. Afdeling Regie;

  • d. Afdeling Uitvoering.

HOOFDSTUK 11. DE PROJECTORGANISATIES EN EENHEDEN

Artikel 29

De eenheid Programma’s en Projecten bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Interim;

  • b. Maatwerk;

  • c. Ondersteuningspool.

Artikel 30

De Jeugdinstelling Almata bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Businessunit Beheer;

  • b. Businessunit Den Dolder;

  • c. Businessunit Ossendrecht.

Artikel 31

De Jeugdinstelling De Lindenhorst bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Business Control;

  • b. Staf;

  • c. Team Ondersteuning;

  • d. Locatie Directie;

  • e. Behandeling en Diagnostiek.

HOOFDSTUK 12. DE DIENSTEN EN INSTELLINGEN

Artikel 32

  • 1. Het Agentschap College ter Boordeling van Geneesmiddelen staat onder leiding van een directeur.

  • 2. Het agentschap bestaat uit de volgende onderdelen:

    • a. Informatieprocessing;

    • b. Farmaco Therapeutische-groep I;

    • c. Farmaco Therapeutische-groep II;

    • d. Farmaco Therapeutische-groep III;

    • e. Farmaco Therapeutische-groep IV;

    • f. Afdeling Botonicals en Nieuwe Voedingsmiddelen;

    • g. Bureau Diergeneesmiddelen;

    • h. Afdeling Geneesmiddelenbewaking;

    • i. Cluster Europa;

    • j. Afdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;

    • k. Programmabureau;

    • l. Afdeling Voorlichting en Communicatie;

    • m. Afdeling Financiën, Kwaliteit en Control;

    • n. Afdeling HRM en Opleidingen;

    • o. Afdeling Facilitaire Dienst;

    • p. Afdeling Managementondersteuning.

Artikel 33

  • 1. Het Agentschap Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg staat onder leiding van een directeur.

  • 2. Het agentschap bestaat uit de volgende onderdelen:

    • a. Kolom Zorgregisters;

    • b. Kolom Indentiteitsbeheer in de Zorg;

    • c. Kolom Beoordelen en Verstrekken;

    • d. Kolom Services;

    • e. Kolom Ontwikkeling.

Artikel 34

  • 1. De Inspectie voor de Gezondheidszorg staat onder leiding van een Inspecteur-Generaal (IG).

  • 2. De plaatsvervangend Inspecteur-Generaal is belast met de interne organisatie en het beheer van de Inspectie en vervangt de IG bij diens afwezigheid.

  • 3. Onder de IG ressorteren:

    • a. de Hoofdinspecteurs die belast zijn met bepaalde gebieden van de zorg:

      • 1°. de Hoofdinspecteur Verpleging en Chronische Zorg;

      • 2°. de Hoofdinspecteur Curatieve gezondheidszorg;

      • 3°. de Hoofdinspecteur Volksgezondheid;

      • 4°. de Hoofdinspecteur Geneesmiddelen en Medische Technologie;

      • 5°. de project Hoofdinspecteur Patiëntveiligheid, internationaal en zorg-ICT;

    • b. de stafbureaus:

      • 1°. het bureau Bestuursondersteuning;

      • 2°. het bureau Juridische Zaken en Handhaving;

      • 3°. het bureau Voorlichting en Communicatie;

      • 4°. het bureau Opsporing.

  • 4. Onder de plaatsvervangend IG ressorteren:

    • a. de directie Bedrijfsvoering;

    • b. het Kenniscentrum;

    • c. het IGZ-loket;

    • d. de regiokantoren:

      • 1°. Noordoost (Zwolle);

      • 2°. Noordwest (Amsterdam);

      • 3°. Zuidwest (Den Haag);

      • 4°. Zuidoost (’s Hertogenbosch);

      • 5°. Geneesmiddelen en Medische Technologie (Den Haag).

  • 5. De regiokantoren staan onder leiding van een hoofd Vestiging en zijn belast met de interne organisatie en het beheer.

Artikel 35

  • 1. De Inspectie Jeugdzorg staat onder leiding van een Hoofdinspecteur Jeugdzorg.

  • 2. De plaatsvervangend Hoofdinspecteur Jeugdzorg vervangt de Hoofdinspecteur Jeugdzorg bij diens afwezigheid.

  • 3. Onder de Inspectie jeugdzorg is tevens het Programmabureau Integraal Toeizicht Jeugdzaken (ITJ) geplaatst.

Artikel 36

  • 1. De baten-lastendienst Nederlands Vaccin Instituut staat onder leiding van een algemeen directeur (tevens voorzitter), een operationeel directeur en een wetenschappelijk directeur.

  • 2. Onder de algemeen directeur ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. De stafafdelingen;

    • b. Unit Facilitaire Zaken.

  • 3. Onder de operationeel directeur ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. Unit Review en Release & Quality Assurance;

    • b. Inkoop;

    • c. Sales en Costumerservice;

    • d. Logistiek;

    • e. Unit Productie en Productieondersteuning;

    • f. Unit Quality Control;

    • g. Gemeenschappelijk Proefdier Laboratorium.

  • 4. Onder de wetenschappelijke directeur ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. Unit Onderzoek en Ontwikkeling;

    • b. Registratie Medische Unit.

Artikel 37

  • 1. De baten-lastendienst Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu staat onder leiding van een Directeur-Generaal.

  • 2. De dienst bestaat uit de volgende onderdelen:

    • a. Centrum Infectieziektebestrijding;

    • b. Sector Volksgezondheid en Zorg;

    • c. Sector Voeding, Geneesmiddelen en Consumentenveiligheid;

    • d. Sector Milieu en Veiligheid;

    • e. Afdeling Communicatie;

    • f. Bureau Bestuursondersteuning, Strategie en Internationaal;

    • g. Directie Bedrijfscontinuïteit,Veiligheid en KAM- zorg;

    • h. Directie Human Resources Management;

    • i. Directie Financiën;

    • j. Facilitair Bedrijf;

    • k. Projectbureau Nieuwe Huisvesting.

Artikel 38

  • 1. Het Sociaal en Cultureel Planbureau staat onder leiding van een directeur en een adjunct-directeur.

  • 2. Het planbureau bestaat uit de volgende onderdelen:

    • a. Onderzoeksgroep Arbeid, Inkomen en Sociale Zekerheid;

    • b. Onderzoeksgroep Zorg;

    • c. Onderzoeksgroep Educatie en Minderheden;

    • d. Onderzoeksgroep Tijd, Media en Cultuur;

    • e. Onderzoeksgroep Emancipatie, Jeugd en Gezin;

    • f. Onderzoeksgroep Participatie en Bestuur;

    • g. Onderzoeksgroep Wonen, Leefbaarheid en Veiligheid;

    • h. Onderzoeksgroep Quartaire sector;

    • i. Afdeling Bedrijfsvoering;

    • j. Afdeling Informatievoorziening en Automatisering.

HOOFDSTUK 13. DE SECRETARIATEN VAN DE RADEN EN COMMISSIES

Artikel 39

Het secretariaat van de Gezondheidsraad en de Raad voor Gezondheidsonderzoek bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Wetenschappelijke staf;

  • b. Afdeling bedrijfsvoering.

Artikel 40

Het secretariaat van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Stafbureau;

  • b. Adviesgroep.

Artikel 41

Het Secretariaat van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling staat onder leiding van een Algemeen Secretaris.

Artikel 42

Het Secretariaat van de Centrale Commisssie voor Mensgebonden Onderzoek bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Secretariaat;

  • b. leden CCMO.

HOOFDSTUK 14. SLOTBEPALINGEN

Artikel 43

De directeur Bedrijfsvoering is belast met het beheer van dit besluit.

Artikel 44

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 16 april 2010.

  • 2. Het besluit van 1 april 2008, kenmerk DP&O 2849122, wordt ingetrokken.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatiebesluit VWS 2010.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

TOELICHTING

1. Algemeen

Er hebben zich wijzigingen voorgedaan in de VWS- organisatie. De wijzigingen hebben betrekking op de inrichting van het ministerie, de naamgeving en de structuur van enkele directies, raden en instellingen en de komst van twee Jeugdinstellingen.

Artikel 2 van het Coördinatiebesluit inrichting en formatie Rijksdienst, het KB 224 van 24 maart 1998, schrijft voor dat de organisatie van een ministerie bij beschikking wordt vastgesteld. Met het vaststellen van het onderhavige organisatiebesluit geeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hieraan gevolg.

2. Hoofdstuksgewijs

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

In artikel 1 is onder andere vastgelegd wat onder ressorteren wordt verstaan: vallend onder het gezagsbereik van de genoemde functionaris. Dit laat natuurlijk onverlet dat de Secretaris-Generaal eindverantwoordelijk blijft, zoals geregeld in het koninklijk besluit van 18 oktober 1988, Stb. 1988, 499, houdende regeling van de functie en verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal.

Hoofdstuk 2

In artikel 2 is de hoofdstructuur van het ministerie beschreven met inbegrip van de diensten en instellingen en de secretariaten van raden en commissies.

Projectorganisaties waaraan ambtenaren vanuit hun eigen directie deelnemen en die meer het karakter hebben van een samenwerkingsverband zijn niet opgenomen in het organisatiebesluit. Projectorganisaties die werken met speciaal daarvoor aangetrokken of vrijgesteld personeel en die niet zijn ingebed in de organisatie van een bestaande directie zijn wel opgenomen in het organisatiebesluit. Bij de instelling van projectorganisaties wordt steeds bepaald wie als bevoegd gezag wordt aangemerkt.

Hoofdstuk 3

In artikel 3 is de verantwoordelijkheidsverdeling binnen de algemene leiding aangegeven. Bepaald is dat een SG/pSG/DG inhoudelijk verantwoordelijk is voor een beleidsdomein en beheersmatig voor een aantal onderdelen (directies, diensten) voor zover die behoren tot zijn werkterrein. Het beleidsdomein en de beheersmatige verantwoordelijkheid van een DG vallen niet geheel samen. Diverse directies binnen het ministerie leveren namelijk een bijdrage aan meerdere beleidsdomeinen.

In artikel 3 is onder andere beschreven dat het Directoraat-Generaal Jeugd en Maatschappelijke Zorg ressorteert onder de DGJMZ. Met de komst van de programmaminister Jeugd en Gezin is er ook een directie Jeugd en Gezin, die slechts beheersmatig onder de Minister van VWS valt. Ook de twee Jeugdinstellingen die zijn overgekomen van het Ministerie van Justitie vallen alleen beheersmatig onder de Minister van VWS.

In de Mandaatregeling VWS en de Volmachtregeling VWS zijn de bevoegdheden van de in dit besluit opgenomen functionarissen nader geregeld. Voor personele aangelegenheden zijn de bevoegdheden geregeld in de Mandaatregeling personele aangelegenheden VWS 2007.

Hoofdstuk 4 en verder

De organisatiestructuur van het ministerie is vastgelegd tot en met de eerste organisatorische laag onder de directeur. Voor de beleidsdirecties, de stafdirecties, de directie Bedrijfsvoering, de projectorganisaties, eenheden, diensten, instellingen en secretariaten van raden en commissies is aangegeven uit welke onderdelen ze bestaan.

In de organisatie- en formatierapporten zijn de taken van de respectievelijke onderdelen opgenomen.

Hoofdstuk 14

De verantwoordelijkheid van de directeur Bedrijfsvoering voor het beheer (onder meer het actueel houden) van dit besluit vloeit voort uit diens werkterrein. De directeur moet steeds beschikken over de actuele gegevens over de organisatie-inrichting van de verschillende dienstonderdelen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

Naar boven