De Minister van Justitie,
Overwegende dat bij besluit van 7 augustus 2007, nr. 5487848/Justis/07, maximaal 50 medewerkers van DCMR Milieudienst Rijnmondzijn
aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar, ter zake van de opsporing van de in voornoemd besluit genoemde strafbare
feiten;
Overwegende dat op 1 april 2010 de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar (met kenmerk 5647961/10) in werking is getreden
en dat in bijlage A-I van deze circulaire een onderscheid wordt gemaakt in zes domeinen waarbinnen per domein is aangegeven
welke wetten en artikelen de buitengewoon opsporingsambtenaren bevoegd zijn te handhaven en over welke bevoegdheden de buitengewoon
opsporingsambtenaren daarbij beschikken;
Overwegende dat paragraaf 4.2.2 van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar voorziet in een wijziging van de toezichthouder
en de direct toezichthouder op de buitengewoon opsporingsambtenaren in het domein Milieu en Welzijn;
Overwegende dat DCMR Milieudienst Rijnmond bij brief van 24 maart 2010 (met kenmerk 5647506/Justis/10) is geïnformeerd over
de domeinindeling en de wijziging van de toezichthouder en de direct toezichthouder;
Overwegende dat de Minister van Justitie op grond van artikel 6, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar
bevoegd is de aanwijzing ambtshalve te wijzigen of te vervangen;
Gelet op artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering, artikel 17, eerste lid, onder 2°, van de Wet op de economische delicten,
de artikelen 6, tweede lid, en 36, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, laatstelijk gewijzigd op
30 januari 2010, en op de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar, kenmerk 5647961/10;
Besluit:
ARTIKEL I
Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar DCMR Milieudienst Rijnmond 2007 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 komt te luiden:
Artikel 3
1. De in artikel 2 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten genoemd in domein II Milieu en
Welzijn, van bijlage A-I van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling
van de aan de functie gerelateerde taken.
2. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor
een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.
3. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het domein waarin
hij is aangesteld.
B
Artikel 5 komt te luiden:
Artikel 5
Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de Hoofdofficier van Justitie bij het Functioneel
Parket.
Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het regionaal politiekorps
Rotterdam-Rijnmond.
B
Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6a
De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis
van het besluit van 7 augustus 2007, nr. 5487848/Justis/07, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van het onderhavige
besluit.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Bezwaar maken
Als u belanghebbende bent, dan kunt u tegen deze beslissing bezwaar maken bij de Minister van Justitie. U doet dit door schriftelijk
een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na dagtekening van deze beschikking. U kunt uw bezwaarschrift
sturen naar het volgende adres:
Dienst Justis
Team BTR
Postbus 20300
2500 BC Den Haag
U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging
bij uw bezwaarschrift.
Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:
• uw naam en adres;
• de dagtekening;
• een kopie van de beslissing;
• de gronden van uw bezwaar;
• uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.