Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 juni 2010, nr. Z/M-2979349, houdende aanvulling van de Regeling tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten met regels over gegevensverwerking en over de financiële verantwoording van het CAK

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 5, vierde lid, onderdelen a en b, 7, derde lid, en 8, negende lid, van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4 wordt na ‘genoemd’ ingevoegd: in.

B

In artikel 5 wordt na ‘onderdeel f,’ toegevoegd: onder 2° en 3°,.

C

In artikel 6 wordt na ‘Zorgverzekeringswet’ ingevoegd: , de rechtspersoon, bedoeld in artikel 90a, eerste lid, van het Algemeen militair ambtenarenreglement.

D

Onder vernummering van hoofdstuk 5 tot hoofdstuk 6, wordt hoofdstuk 2a vernummerd tot hoofdstuk 5, en artikel 6a wordt vernummerd tot artikel 17.

E

De hoofdstukken 3 en 4 vervallen.

F

De artikelen 10 en 11 worden vernummerd tot de artikelen 18 en 19.

G

Na artikel 6 wordt ingevoegd:

Artikel 7

  • 1. Persoonsgegevens die op grond van de wet worden verwerkt, worden door het CAK ingedeeld in verschillende beveiligingsklassen en de verantwoordelijke, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet bescherming persoonsgegevens, zorgt dat voor deze beveiligingsklassen een passend beschermingsniveau wordt getroffen.

  • 2. Bij het verwerken van persoonsgegevens op grond van de wet gaat het CAK periodiek na of de gebruikte systemen aanpassing behoeven teneinde het benodigde beveiligingsniveau te waarborgen.

Artikel 8

Onder het beschermingsniveau, bedoeld in artikel 7, eerste lid wordt in ieder geval verstaan dat:

  • a. het CAK een ieder die persoonsgegevens op grond van de wet verwerkt een afzonderlijke inlogcode met een daarbij behorend password geeft,

  • b. de inlogcode, bedoeld onder a, wordt gekoppeld aan specifieke bevoegdheden die door het CAK aan desbetreffende persoon zijn toebedeeld, en

  • c. bij het elektronisch verstrekken van persoonsgegevens tussen het CAK en de partijen, genoemd in artikel 3, eerste en derde lid, van het Besluit tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten gegevens versleuteld en voorzien van een authenticatiecode worden verstrekt.

Artikel 9

Voor het verwerken van gegevens op grond van de wet wordt door het CAK een calamiteitenplan opgesteld, zodat bij calamiteiten het passend beschermingsniveau wordt gecontinueerd.

Artikel 10

  • 1. Het CAK bewaart de persoonsgegevens die worden verwerkt op grond van de wet niet langer dan noodzakelijk, met een maximum van vijf jaren, en daarna worden de gegevens vernietigd.

  • 2. In afwijking van het eerste lid mogen de gegevens, indien zij worden versleuteld en daardoor niet zijn te herleiden tot een persoon, worden bewaard met het oog op statistische doeleinden.

  • 3. Het CAK registreert het verwerken van persoonsgegevens op grond van de wet en bewaart deze registratie gedurende vijf jaren.

HOOFDSTUK 4. BEGROTING EN JAARVERANTWOORDING VAN HET CAK

Paragraaf 4.1 De begroting
Artikel 11
  • 1. De begroting van de beheerskosten, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de wet is gebaseerd op het prijspeil van het lopende jaar.

  • 2. In de begroting van de beheerskosten worden de volgende kostensoorten en baten onderscheiden:

    • a. personele kosten,

    • b. huisvestingskosten,

    • c. automatiseringskosten,

    • d. bureaukosten,

    • e. overige kosten, en

    • f. baten.

  • 3. De in het tweede lid genoemde groepen van kostensoorten en baten worden in de begroting van de beheerskosten zodanig uitgesplitst dat een goed beeld ontstaat van de samenstelling daarvan.

  • 4. In de begroting wordt naast de begrote bedragen van het begrotingsjaar opgenomen:

    • a. het begrote bedrag van het lopende jaar,

    • b. het vermoedelijke beloop van het bedrag van het lopende jaar, en

    • c. het gerealiseerde bedrag van het jaar voorafgaand aan het lopende jaar.

  • 5. In de meerjarenraming worden zoveel mogelijk de financiële gevolgen tot uitdrukking gebracht van hetgeen ten grondslag ligt aan de bedragen die zijn opgenomen in de begroting van de beheerskosten en worden de lasten en baten onderscheiden als genoemd in het tweede lid.

  • 6. De begroting van de beheerskosten gaat vergezeld van een toelichting waarin:

    • a. wordt ingegaan op de voorgenomen werkzaamheden die leiden tot een wijziging van de hoogte van de beheerskosten ten opzichte van het voorafgaande jaar,

    • b. door middel van een tabel de relatie van de inzet van mensen, middelen en taken inzichtelijk wordt gemaakt,

    • c. wordt ingegaan op de voorgenomen wijzigingen in de regelgeving die leiden tot een mogelijke wijziging van de beheerskosten,

    • d. per begrotingspost, voor zover mogelijk, een cijfermatige specificatie en onderbouwing wordt gegeven, waarbij kosten van afschrijvingen, rentelasten en dotaties aan voorzieningen worden toegelicht,

    • e. de gevolgen voor de beheerskosten worden aangegeven ten aanzien van de werkzaamheden die vervallen ten opzichte van het voorafgaande jaar,

    • f. de investeringsplannen voor het begrotingsjaar en de vier daaropvolgende jaren worden vermeld, waarbij per investering wordt aangegeven welke afschrijvingsmethode en afschrijvingstermijn worden gehanteerd.

    • g. substantiële schommelingen in de meerjarenraming worden toegelicht, en

    • h. de gronden worden vermeld waarop de meerjarenraming is gebaseerd, waaronder een meerjarig overzicht van de geraamde ontwikkeling van de formatie, welke zoveel mogelijk is uitgesplitst naar de activiteiten en werkzaamheden, bedoeld in het tweede lid van artikel 12.

Artikel 12
  • 1. De begroting van de beheerskosten gaat vergezeld van een werkprogramma.

  • 2. Het werkprogramma bevat een zodanige beschrijving van de voorgenomen activiteiten dat een goed beeld kan worden gevormd van werkzaamheden die het CAK van plan is uit te gaan voeren, alsmede van de inzet van de beschikbare financiële en personele middelen.

Artikel 13
  • 1. De begroting van de te verstrekken tegemoetkomingen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de wet geeft de omvang van het geraamde bedrag aan tegemoetkomingen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet, weer.

  • 2. In de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen tegemoetkomingen op grond van het eerste en het tweede lid van artikel 2 van het Besluit tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten alsmede tussen de in deze leden genoemde bedragen.

Paragraaf 4.2 De jaarverantwoording
Artikel 14
  • 1. De jaarrekening, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel a, van de wet, bestaat uit de balans en de exploitatierekening, alsmede uit de toelichting op beide.

  • 2. De inrichting van de exploitatierekening sluit aan op de inrichting van de begroting, bedoeld in artikel 11.

  • 3. Indien kosten of baten, als bedoeld in artikel 11, tweede lid, zijn over- of onderschreden, wordt dit per soort kosten of baten nader toegelicht.

  • 4. De inrichting van het jaarverslag, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel b, van de wet sluit aan bij de indeling van het werkprogramma, bedoeld in artikel 12, tweede lid.

Artikel 15
  • 1. De jaarrekening geeft de omvang van de egalisatiereserve voor het budget van de beheerskosten weer.

  • 2. Uit de jaarrekening blijkt dat:

    • a. de omvang van deze egalisatiereserve maximaal 5% van het totale, vastgestelde begrotingsbedrag bedraagt,

    • b. het verschil tussen de begroting en de realisatie ten laste of ten bate komt van de egalisatiereserve voor zover daarmee 5% van het totale, vastgestelde begrotingsbedrag, bedoeld in onderdeel a, niet wordt overschreden.

  • 3. In de toelichting op de jaarrekening wordt ingegaan op de mutaties in de egalisatiereserve.

  • 4. Indien Onze Minister vaststelt dat de egalisatiereserve het gestelde maximum te boven gaat, kan hij besluiten dat het door hem vastgestelde bedrag van de overschrijding:

    • a. door het CAK binnen vier weken wordt terugstort naar de begroting van VWS, of

    • b. wordt verrekend met de bevoorschotting van de begroting van het lopende jaar.

  • 5. Bij het eindigen van de verplichting van artikel 3, eerste lid, van de wet, stort het CAK het overschot van het budget voor het verstrekken van de tegemoetkomingen binnen vier weken terug naar de begroting van VWS.

  • 6. Bij het eindigen van de verplichting van artikel 3, eerste lid, van de wet, stort het CAK bij de reguliere, jaarlijkse vaststelling van het beheerskostenbudget het te veel bevoorschotte bedrag aan beheerskosten en de dan vastgestelde egalisatiereserve terug naar de begroting van VWS.

Artikel 16
  • 1. De jaarrekening geeft de omvang van de verstrekte tegemoetkomingen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet, weer.

  • 2. In de jaarrekening wordt onderscheid gemaakt tussen tegemoetkomingen op grond van het eerste en het tweede lid van artikel 2, van het Besluit tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten alsmede tussen de in deze leden genoemde bedragen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

TOELICHTING

Op 1 januari 2009 is de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (hierna Wtcg) in werking getreden. De Wtcg regelt een financiële compensatie voor mensen die door gezondheidsproblemen worden geconfronteerd met meerkosten. In de Regeling chronisch zieken en gehandicapten (hierna Rtcg) zijn nadere regels gesteld ter uitvoering van de Wtcg en het Besluit tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (hierna Btcg).

Bij de verwerking van gegevens op grond van de Wtcg dienen uiteraard de regels van de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna Wbp) in acht te worden genomen. In deze regeling zijn enkele aanvullende regels vastgesteld met betrekking van de bescherming van persoonsgegevens die het Centraal Administratie Kantoor (hierna CAK) verwerkt. Ook aan de inrichting van de begroting en de jaarverantwoording van het CAK worden nadere eisen gesteld.

Daarnaast is in deze regeling het bedrag voor fysiotherapie en oefentherapie dat bepalend is voor het toekennen van de tegemoetkoming aan militairen in werkelijke dienst vastgesteld en is een technische fout hersteld.

Bescherming van persoonsgegevens

Zorgverzekeraars, het Centraal Indicatieorgaan Zorg (hierna CIZ) en gemeenten verstrekken aan het CAK gegevens op grond waarvan het CAK kan vaststellen wie recht heeft op een tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten en hoe hoog deze tegemoetkoming moet zijn. Op grond van artikel 3 van het Btcg mogen voor het vaststellen van de tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten geen gedetailleerde persoonsgegevens betreffende de gezondheid worden verstrekt aan het CAK. De gegevens op grond waarvan het recht op een tegemoetkoming ontstaat, zoals het medicijngebruik of een indicatie voor intramurale AWBZ-zorg blijven bij de zorgverzekeraars en het CIZ, die reeds over deze informatie beschikken uit hoofde van andere wettelijke taken (respectievelijk de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (hierna Zvw en AWBZ).

Alleen de hoogst noodzakelijke gegevens die het CAK nodig heeft om een tegemoetkoming te kunnen vaststellen, worden aan het CAK verstrekt. Het CAK combineert de gegevens van de zorgverzekeraars (in de praktijk verstrekt door de bewerker Vektis) en het CIZ en stelt daarmee het recht op de vergoeding vast.

Het CIZ en de zorgverzekeraars mogen alleen aangeven dat iemand onder de criteria genoemd in artikel 2 van het Btcg valt. Als dat het geval is, dienen ze aan te geven dat de desbetreffende persoon onder het tweede lid van artikel 2 van het Btcg valt, omdat deze persoon dan in aanmerking kan komen voor een hogere tegemoetkoming. Het CIZ dient daarnaast ook nog aan te geven dat iemand valt in de categorie genoemd in artikel 2, eerste lid, onderdeel j, van het Btcg. De reden hiervoor is dat deze persoon alleen recht heeft op een lagere tegemoetkoming. Verder mogen het CIZ en de zorgverzekeraars niet aangeven in welke categorie de verzekerde precies valt of welke zorggebruik of welke indicatie de betrokkene heeft. Het CIZ mag dus niet melden dat betrokkene een indicatie heeft voor klasse 3 persoonlijke verzorging. Een zorgverzekeraar mag niet aan het CAK verstrekken dat een verzekerde valt onder de categorie van farmaceutische kosten groepen of dat een verzekerde in het ziekenhuis is behandeld voor kanker. Daarmee is voorzien dat het verstrekken van gegevens op grond van de Wtcg proportioneel gebeurt.

Dit laat onverlet dat het wel kan voorkomen dat het CAK de achterliggende gegevens van zorggebruik of de AWBZ-indicatie dient in te zien. Iemand die meent ten onrechte geen tegemoetkoming te hebben gekregen, of meent een te lage tegemoetkoming te hebben gekregen, kan een aanvraag indienen of bezwaar aantekenen bij het CAK. Het CAK dient deze aanvraag of dit bezwaar uit hoofde van zijn wettelijk plicht te behandelen. Het CAK kan een aanvraag of een bezwaarschrift alleen behandelen indien de achterliggende indicatiegegevens of zorggebruikgegevens bekend zijn. Deze gegevens zijn noodzakelijk voor een goede uitvoering van zijn taak (artikel 21, eerste lid, onder f, Wbp). Het is zorgvuldig dat het CAK in deze gevallen de betrokkene expliciet om toestemming vraagt om de achterliggende gegevens in te zien. Zorgverzekeraars en het CIZ kunnen vervolgens, na het verkrijgen van deze uitdrukkelijke toestemming, de achterliggende gegevens aan het CAK verstrekken. Ditzelfde geldt als iemand een verzoek om informatie op grond van artikel 4 van de Wtcg bij het CAK heeft ingediend.

De Wbp stelt regels over de wijze waarop omgegaan dient te worden met het verwerken van (bijzondere) persoonsgegevens. Zo mogen gegevens niet langer worden bewaard dan noodzakelijk voor de verwerking van de doeleinden waarvoor zij zijn verkregen (artikel 10 van de Wbp). Ook heeft een ieder die persoonsgegevens verwerkt een geheimhoudingsplicht op grond van artikel 12, tweede lid, van de Wbp. Artikel 13 van de Wbp verplicht de verantwoordelijke technische en organisatorische maatregelen te nemen om de persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of onrechtmatige verwerking. Op grond van de Wtcg worden gegevens verwerkt van een zeer kwetsbare groep. Het CAK combineert gegevens van personen die vallen onder de categorieën genoemd in artikel 2 van het Btcg uit verschillende bronnen. Bovendien is niet uitgesloten dat bij het behandelen van verzoeken, aanvragen of bezwaren van potentieel rechthebbenden het CAK (met toestemming van betrokkene) inzage krijgt over zeer gedetailleerde gegevens betreffende de gezondheid. Daarom zijn op grond van artikel 5, vierde lid, onderdelen a en b, van de Wtcg in deze regeling nadere eisen gesteld aan de technische standaarden en de beveiligingseisen waaraan de gegevensverwerking van het CAK op grond van de Wtcg moet voldoen.

De gestelde regels dienen op grond van artikel 13 van de Wbp een passend beveiligingsniveau te hebben, waarbij rekening dient te worden gehouden met de stand van de techniek en de aard van de gegevens. Omdat het merendeel van de gegevensverwerking op grond van de Wtcg elektronisch geschiedt, is er bij het vaststellen van de technische standaarden en organisatorische maatregelen aangesloten bij de zogenaamde Privacy Enhancing Technologies. Teneinde deze technologie te kunnen toepassen, zal de verantwoordelijke van het CAK de verschillende gegevens indelen in verschillende klassen. Afhankelijk van (de risico’s van) concrete verwerkingen van deze gegevens dienen maatregelen te worden getroffen om een passend beveiligingsniveau te kunnen garanderen. Zo is een rekeningnummer van een betrokkene minder privacygevoelig dan het gegeven dat iemand valt onder het tweede lid van artikel 2 van het Btcg. Vervolgens is de hoeveelheid en de soort geneesmiddelen die betrokkene heeft gekregen en waarin het CAK inzage heeft gekregen (na toestemming van betrokkene) weer gevoeliger. Daarom is geregeld dat een ieder die de gegevens elektronisch verwerkt een userid (inlogcode) en password heeft en dat dit userid wordt gekoppeld aan de specifieke bevoegdheden die deze persoon heeft (dit wordt autorisatie genoemd). Deze bevoegdheden worden gekoppeld aan de klasse waarin de betreffende gegevens zijn ingedeeld. De bevoegdheden kunnen bijvoorbeeld inhouden dat degene die geautoriseerd is voor het invoeren van bepaalde gegevens niet tevens de gegevens kan wijzigen of verwijderen. Deze functiescheiding maakt deel uit van de organisatorische beveiligingseisen die een belangrijke bijdrage leveren aan het juist bewerken van gegevens. Om die reden is ook bepaald dat wordt geregistreerd wie welke persoonsgegevens heeft ingezien. Deze registratie dient te worden bewaard gedurende de tijd dat de gegevens worden bewaard. Tevens is bepaald dat gegevens tussen de verschillende partijen die een rol spelen in de Wtcg versleuteld dienen te worden verstrekt (encryptie).

Naast de bovengenoemde regels die betrekking hebben op de nieuwe rol van het CAK om de gegevens uit verschillende bronnen te combineren, dienen de verschillende partijen uiteraard de Wbp in acht te nemen. Inherent daaraan is dat binnen de organisatie medewerkers goed worden ingelicht over het belang van het zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens.

Financiële verantwoording CAK

In deze regeling worden nadere eisen gesteld aan de inrichting van de begroting van het CAK en de verantwoording die het CAK aflegt over de uitvoering van de Wtcg.

Artikel 7, eerste lid, van de Wtcg legt het CAK de verplichting op om voor 15 november van het jaar voorafgaand aan de verstrekking van de algemene tegemoetkoming op grond van de Wtcg een begroting hiervoor in te dienen. In artikel 7, tweede lid, is geregeld dat de Minister van VWS op grond van deze begroting voor 15 december van dat jaar het budget voor het CAK vaststelt. In het derde lid van artikel 7 is bepaald dat bij ministeriële regeling nadere eisen aan de begroting kunnen worden gesteld. Op grond van artikel 7, eerste lid, van de Wtcg bestaat de begroting uit twee afzonderlijke delen. De begroting heeft enerzijds betrekking op de te verstrekken tegemoetkomingen en anderzijds betrekking op de beheerskosten die dit met zich brengt. Voor inrichting van de begroting van de te verstrekken tegemoetkomingen worden geen nadere regels gesteld. Wel is voorgeschreven dat het CAK de omvang van het totaal geraamde bedrag aan tegemoetkomingen aangeeft en daarbij een onderscheid maakt naar de grondslag van de te verstrekken tegemoetkomingen. Dit houdt in dat het CAK aangeeft of de tegemoetkoming op grond van artikel 2, eerste of het tweede lid van het Btcg is verstrekt. Op grond van artikel 2, eerste lid van het Btcg krijgen mensen van 65 jaar of jonger € 300 en mensen ouder dan 65 jaar € 150. Op grond van artikel 2, tweede lid, zijn deze bedragen hoger. Iemand van 65 jaar of jonger ontvangt € 500 en mensen ouder dan 65 jaar € 350.

Voor inrichting van de begroting van de beheerskosten van het CAK heeft de Regeling bezoldiging en beheerskosten bestuursorganen volksgezondheid model gestaan.

Artikel 8 van de Wtcg legt het CAK de verplichting op om voor 1 juli van het lopende kalenderjaar in een jaarrekening en jaarverslag verantwoording af te leggen over de uitvoering van de Wtcg in het voorafgaande kalenderjaar. In deze regeling worden op grond van artikel 8, negende lid, van de Wtcg voorschriften gesteld over deze jaarverantwoording. Aan de hand van deze verantwoording vormt de Minister van VWS zich een oordeel over de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Wtcg. De regeling heeft tot doel dat de voor de financiële verantwoording benodigde informatie wordt aangeleverd en dat dit op een uniforme wijze geschiedt. Dit bevordert de vergelijkbaarheid en vereenvoudigt de verwerking van de gegevens en het toezicht.

Artikelsgewijs

Artikel I

A

In artikel 4 ontbrak abusievelijk het woord ‘in’, met deze wijziging is deze verschrijving hersteld.

B

Mensen die een zorgverzekering hebben afgesloten, krijgen een tegemoetkoming indien zij fysiotherapie en oefentherapie uit het basispakket van hun zorgverzekering vergoed hebben gekregen. De reden hiervoor is dat deze verzekerden deze zorg alleen vergoed krijgen als zij een chronische aandoening hebben die voorkomt op de bijlage II van het Besluit zorgverzekering.

Militairen in werkelijke dienst krijgen, anders dan mensen die een zorgverzekering hebben afgesloten, altijd fysiotherapie en oefentherapie vergoed. Door dit verschil in aanspraak tussen militairen en Zvw-verzekerden (boven de 18 jaar) kan in de bestanden van de Stichting Ziektekosten Verzekering Krijgsmacht (hierna SZVK) niet worden onderscheiden welke militairen deze therapie hebben gekregen, omdat zij een aandoening hebben die voorkomt op de bijlage. Aangezien het niet wenselijk is militairen die mogelijk een aandoening hebben die voorkomt op de genoemde bijlage geen tegemoetkoming toe te kennen, is in het Btcg bepaald dat militairen die twee jaar achter elkaar voor een bepaald bedrag aan fysiotherapie of oefentherapie hebben gehad, de tegemoetkoming krijgen. In deze regeling is dat bedrag vastgesteld op € 247,50. Hierbij wordt aangesloten bij Zvw-verzekerden van onder de 18 jaar.

C

In artikel 6 wordt bepaald dat partijen die gegevens aanleveren dit dienen te doen voor 1 juli van het jaar waarop de tegemoetkoming wordt uitgekeerd. Omdat er gegevens moeten worden aangeleverd over militairen is aan artikel 6 toegevoegd, dat de SZVK de benodigde gegevens voor 1 juli aan het CAK dient te verstrekken. In de praktijk zullen de gegevens door verzekeraar Univé worden verstrekt aan Vektis. De Militair geneeskundige dienst heeft de financiering van de zorg uitbesteed aan de SZVK en deze laat de zorgverzekering uitvoeren door Univé. Univé beschikt over de benodigde gegevens over fysiotherapie en oefentherapie en zal deze gegevens, daar waar nodig via Vektis, aan het CAK verstrekken.

D tot en met F

De hier bedoelde wijzigingen zijn nodig om de nieuwe bepalingen over de technische standaarden en de beveiligingseisen van de gegevensverwerking alsmede de bepalingen over de begroting en jaarverantwoording van het CAK op de juiste plaats in de Rtcg in te kunnen voegen. Met onderdeel E vervallen twee uitgewerkte hoofdstukken.

G
Artikel 7

In het eerste lid is bepaald dat het CAK de persoonsgegevens die het CAK op grond van de Wtcg verwerkt, indeelt in verschillende beveiligingsklassen. Voor deze beveiligingsklassen dient het CAK als verantwoordelijke passende maatregelen te treffen. Het tweede lid bepaalt dat de verantwoordelijke er zorg voor draagt dat periodiek wordt nagegaan of de maatregelen nog passend zijn, daarbij dient de verantwoordelijke in ieder geval rekening te houden met de stand van de techniek.

Bij het verwerken wordt gedoeld op artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wbp. Hier wordt verwerking van persoonsgegevens als volgt gedefinieerd: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens.

Artikel 8

In artikel 8, onderdeel a, is geregeld dat onder het passende beschermingsniveau in ieder geval wordt verstaan dat een ieder die bij het CAK op grond van de Wtcg persoonsgegevens verwerkt een userid ofwel inlogcode heeft. Deze inlogcode is, op grond van onderdeel b, gekoppeld aan de bevoegdheden die deze persoon heeft gekregen. Op grond van artikel 7 worden de gegevens ingedeeld in beveiligingsklassen en moet de verantwoordelijke ervoor zorgen dat voor deze beveiligingsklasse een passend beschermingsniveau wordt getroffen. Bij het toekennen van bevoegdheden aan mensen die inzage hebben in de gegevens op grond van de Wtcg dient rekening te worden gehouden met deze beveiligingsklasse. Indien het voor de werkzaamheden van een bepaald persoon niet nodig is gegevens met een hoge beveiligingsklasse is te zien, nopen artikel 8, onderdelen a en b, in lijn met de Wbp daartoe dat deze persoon ook geen inzage heeft in deze gegevens. Zo is het niet noodzakelijk dat iedere medewerker van het CAK inzage heeft in de gegevens over het zorggebruik, zoals verstrekte hulpmiddelen, die het CAK (na toestemming van betrokkene) heeft ontvangen op grond van een bezwaarschrift dat betrokkene heeft ingediend. Alleen de betrokken medewerkers dienen inzage te hebben in deze gegevens.

In artikel 10 is vervolgens bepaald dat iedere verwerking, ook van degene die de Wtcg gegevens inziet,wordt geregistreerd en dat deze registratie vijf jaar wordt bewaard (het zogenaamde ‘logging’).

In onderdeel c is bepaald dat bij gegevensverstrekking tussen het CAK en de overige partijen de gegevens versleuteld en voorzien van een authenticatiecode moeten worden verstrekt. Deze eis van versleuteling en authenticatie geldt tussen CAK en genoemde partijen. Dit houdt in dat deze eisen ook gelden als het CAK elektronisch gegevens verstrekt aan deze partijen. Dit kan noodzakelijk zijn als iemand bezwaar heeft ingediend, of het CAK een informatieverzoek heeft gedaan op grond van artikel 4 van de Wtcg.

Voor de zorgverzekeraars worden gegevens verstrekt door Vektis aan het CAK. De SZVK heeft de uitvoering van de zorg voor militairen uitbesteed aan zorgverzekeraar Univé. Partijen die in naam van de zorgverzekeraars en het SZVK gegevens verstrekken aan het CAK dienen de gegevens uiteraard ook versleuteld en voorzien van een authenticatiecode te verstrekken.

Artikel 9

In dit artikel is bepaald dat de verantwoordelijke een calamiteitenplan opstelt voor het verwerken van gegevens. Dit houdt in dat de verantwoordelijke een plan maakt dat ervoor zorgt dat ook indien er een calamiteit optreedt, zoals brand, het beveiligingsniveau van het verwerken van de gegevens is gewaarborgd.

Artikel 10

In het eerste lid van dit artikel is de bewaartermijn opgenomen. Bepaald is dat de persoonsgegevens die het CAK verwerkt op grond van de Wtcg niet langer dan noodzakelijk, met een maximum van vijf jaren, mogen worden bewaard. De noodzakelijkheid van de duur van het bewaren wordt door de verantwoordelijke bepaald. In het tweede lid is geregeld dat als de gegevens geanonimiseerd zijn, ze mogen worden bewaard als ze nodig zijn voor statistisch onderzoek.

Het derde lid verplicht tot het loggen van iedere verwerking van persoonsgegevens door het CAK op grond van de Wtcg. Deze logginggegevens dienen gedurende 5 jaar te worden opgeslagen.

Artikel 11

In het eerste lid is bepaald dat de begroting van de beheerskosten moet zijn gebaseerd op het prijspeil van het lopende jaar.

In het tweede en derde lid worden aanvullende eisen gesteld waaraan het deel van de begroting van het CAK dat betrekking heeft op de beheerskosten moet voldoen. In het vijfde lid is uiteengezet aan welke eisen de meerjarenraming moet voldoen. De meerjarenraming dient dezelfde kostensoorten te onderscheiden als die voor de begroting van de beheerskosten moeten worden ingediend op grond van het tweede lid van dit artikel.

In het zesde lid wordt de eis gesteld dat de begroting van de beheerskosten moet worden voorzien van een toelichting en worden de minimumeisen aan die toelichting uiteengezet.

Artikel 12

In het eerste lid van dit artikel is bepaald dat het deel van de begroting dat betrekking heeft op de verwachte beheerskosten voor het uitvoeren van de Wtcg een werkprogramma moet bevatten.

In het tweede lid van dit artikel is geregeld aan welke eisen het werkprogramma moet voldoen.

Artikel 13

In artikel 13 wordt uiteengezet dat het deel van de begroting dat betrekking heeft op de te verstrekken tegemoetkomingen de omvang van het totale geraamde bedrag aan tegemoetkomingen weergeeft en daarbij eveneens een onderscheid naar gelang de grondslag van de tegemoetkoming wordt gemaakt. Daarbij dient het CAK per tegemoetkomingscategorie aan te geven hoeveel tegemoetkomingen er naar verwachting worden versterkt. Hierdoor wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel tegemoetkomingen er naar verwachting op grond van artikel 2, eerste lid, het Btcg worden verstrekt en hoeveel tegemoetkomingen het CAK op grond van het tweede lid van dat artikel naar verwachting verstrekt. Tevens dient het CAK daarbij inzichtelijk te maken om welk bedrag het bij deze tegemoetkomingen zal gaan. Op grond van artikel 2, eerste lid, van het Btcg krijgen mensen van 65 jaar of jonger € 300 en mensen ouder dan 65 jaar € 150. Op grond van artikel 2, tweede lid, zijn deze bedragen hoger. Iemand van 65 jaar of jonger ontvangt € 500 en mensen ouder dan 65 jaar € 350.

Artikel 14

In dit artikel worden nadere eisen gesteld aan de jaarrekening en het jaarverslag van het CAK. De jaarrekening bestaat uit een balans en een explotatierekening en een toelichting op beide. In het tweede lid is bepaald dat de explotatierekening voor wat betreft de vorm gelijk is aan de inrichting van de begroting. In het vierde lid is geregeld dat de indeling van het jaarverslag gelijk is aan dat van het werkprogramma van het CAK. Door middel van dit artikel wordt een koppeling gelegd tussen geplande werkzaamheden en financiële en personele middelen, waarbij de inrichting van het werkprogramma aan het bestuursorgaan zelf wordt overgelaten. Hier dient inzicht gegeven te worden in de inzet van de beschikbare middelen. Het derde lid geeft aan dat het CAK in het geval van een begrootte kostensoort of baten zijn over- of onderschreden per kostensoort uiteen moet zetten waardoor dit komt.

Artikel 15

Ingevolge artikel 15, eerste lid, is het CAK verplicht in de jaarrekening de egalisatiereserve weer te geven voor het budget van de beheerskosten. In het tweede lid, onderdeel a, is bepaald dat de egalisatiereserve ten hoogste 5% van het totale begrotingsbedrag van de beheerskosten dat in het voorgaande jaar is goedgekeurd, mag bedragen.

In het tweede lid, onderdeel b, is bepaald dat een eventueel batig saldo in enig jaar aan de egalisatiereserve zal worden toegevoegd. Voorwaarde hiervoor is dat de in het tweede lid, onderdeel a, genoemde 5% niet wordt overschreden. Een eventueel nadelig saldo wordt ten laste van de egalisatiereserve gebracht.

Indien het CAK de egalisatiereserve aanspreekt, dient het CAK dat op grond van het derde lid in de toelichting op de jaarrekening te verantwoorden.

In het vierde lid is bepaald, dat wanneer de Minister van VWS vaststelt dat de egalisatiereserve groter is dan 5% van het totale, vastgestelde begrotingsbedrag, het CAK het door de minister vastgestelde bedrag van de overschrijding binnen vier weken dient terug te storten of dat het bedrag kan worden verrekende met het lopende jaar.

Het vijfde lid geeft aan dat als de verplichting die het CAK heeft om tegemoetkomingen voor chronisch zieken en gehandicapten uit te keren, komt te vervallen, het CAK het eventueel bevoorschotte budget voor de tegemoetkomingen binnen vier weken na het vervallen van die taak het geld over moet maken aan de begroting van VWS. Het bedrag aan te veel bevoorschotte beheerskosten en de egalisatiereserve wordt in dergelijke gevallen binnen de reguliere, jaarlijkse vaststelling van het beheerskostenbudget terug gestort naar de begroting van VWS.

Artikel 16

In dit artikel worden nadere eisen gesteld aan het deel van de jaarrekening dat betrekking heeft op de verstrekte tegemoetkomingen. In het eerste lid is bepaald dat de jaarrekening inzage geeft in hoeveel tegemoetkomingen er zijn verstrekt. Daarbij dient het CAK per tegemoetkomingscategorie aan te geven hoeveel tegemoetkomingen er zijn versterkt, zodat inzichtelijk wordt hoeveel tegemoetkomingen op grond van artikel 2, eerste lid, het Btcg zijn verstrekt en hoeveel tegemoetkomingen op grond van het tweede lid, van dat artikel verstrekt zijn. Tevens dient het CAK daarbij inzichtelijk te maken om welk bedrag het bij deze tegemoetkomingen ging. Op grond van artikel 2, eerste lid, van het Btcg krijgen mensen van 65 jaar of jonger € 300 en mensen ouder dan 65 jaar € 150. Op grond van artikel 2, tweede lid, zijn deze bedragen hoger. Iemand van 65 jaar of jonger ontvangt € 500 en mensen ouder dan 65 jaar ontvangen € 350.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

Naar boven