Bekendmaking besluit Dienst Noord/Zuidlijn

De Minister van Verkeer en Waterstaat maakt, ter voldoening aan de Algemene wet bestuursrecht, het volgende bekend.

Bij besluit van 14 juni 2010, nr. WSV 2010/3361, is aan De Dienst Noord/Zuidlijn een vergunning verleend op grond van de Ontgrondingenwet voor de ontgraving van bodemmateriaal in de waterbodem in het IJ achter de Ruyterkade nabij de noordelijke uitgang van het Centraal Station te Amsterdam ten behoeve van de aanleg van een tijdelijke sluiskuip voor de Noord/Zuidlijn en het ontgronden van circa 28.450 m3 bodemmateriaal. Het besluit is in vergelijking met het ontwerp niet gewijzigd.

Termijn van terinzagelegging

Het besluit en de daarbij behorende stukken liggen vanaf 24 juni tot en met 5 augustus 2010 ter inzage bij:

  • a. Rijkswaterstaat Noord-Holland, afdeling Vergunningverlening & Handhaving (WSV), Toekanweg 7 te Haarlem, tijdens kantooruren, alwaar desgewenst een mondelinge toelichting op de stukken kan worden verkregen;

  • b. de Dienst Milieu en Bouwtoezicht, afdeling Milieuvergunningen, van de gemeente Amsterdam, Weesperplein 4 te Amsterdam, tijdens kantooruren.

    Voor nadere inlichtingen kan men zich telefonisch wenden tot de afdeling WSV via telefoonnummer 088-797 33 31.

Beroep en voorlopige voorziening

Tegen bovengenoemd besluit kan gedurende de inzagetermijn beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State worden ingesteld door:

  • belanghebbenden die zienswijzen hebben ingebracht tegen het ontwerp;

  • belanghebbenden die zienswijzen hebben tegen wijzigingen die bij het nemen van het besluit ten opzichte van het ontwerp zijn aangebracht en

  • belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen te hebben ingebracht tegen het ontwerp.

Het gemotiveerde beroepschrift dient te worden gezonden naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

Van kracht worden vergunning

Het besluit wordt na afloop van de inzagetermijn van kracht, tenzij vóór deze datum beroep is ingesteld en een verzoek wordt gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de Voorzitter van voornoemde afdeling.

Het besluit wordt niet van kracht voordat op een dergelijk verzoek is beslist.

Van de indiener van het beroep/verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. Omtrent de hoogte hiervan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dit dient te betalen, dient u zich in verbinding te stellen met de secretarie van de voornoemde afdeling.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

namens deze:

de directeur Water, Scheepvaart & Realisatie Infrastructuur,

E.H.S. van Duin.

Naar boven