De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op
• artikel 29, derde lid, en artikel 29a, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
• artikel 10, zesde lid, artikel 52, vierde lid, artikel 52a, vierde lid, en artikel 53, vierde lid, van het Eindexamenbesluit
v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.;
• artikel 11, zesde lid, artikel 30, vijfde lid, en artikel 31, derde lid, van het Besluit staatsexamens vwo-havo-mavo 2000;
Besluit:
ARTIKEL I VERVANGING BIJLAGEN
De bijlagen 1, 2a, 2b, en 10a tot en met 14b bij de Regeling modellen diploma’s v.w.o.-h.a.v.o.-v.m.b.o. worden vervangen
door de bijlagen 1, 2a, 2b, en 10a tot en met 14b bij deze regeling.
ARTIKEL II INWERKINGTREDING
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.
BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ DE REGELING MODELLEN DIPLOMA’S V.W.O.-H.A.V.O.-V.M.B.O.
Richtlijnen voor het invullen van de modellen en beveiligen waardepapier
ALGEMEEN
Veiligheidseisen papier waardedocumenten
Het is noodzakelijk dat de waardedocumenten gedrukt worden op papier dat namaak en vervalsing tegengaat. Het papier dient
daarom te voldoen aan: een uniek watermerk, een blinddruk, UV-vezels, een vloeiend kleurverloop, microtekst en een beschermlaag
die verkleurt bij mechanische of chemische aantasting. Dit papier moet zorgvuldig uit handen van onbevoegden worden gehouden.
Afhankelijk van het aantal vakken worden de regels voor de vermelding van de vakken op de cijferlijst:
Naamvermelding van de school
Op de examendocumenten wordt steeds voor zover van toepassing achter het woord ‘aan’ vermeld de naam van de school voor voortgezet
onderwijs of instelling voor educatie en beroepsonderwijs (ROC). Betreft het zo’n instelling, dan komt er na ‘aan’ te staan:
de opleiding v.a.v.o. van ..... De naam van de school of de instelling is de naam zoals geregistreerd in de basisregistratie
instellingen (BRIN). Een ‘andere’ locatienaam mag hieraan worden toegevoegd, mits deze als zodanig is geregistreerd in BRIN.
Na de naam van de school/instelling volgt in dat geval een komma en het woord ‘locatie’ gevolgd door de naam van de locatie.
Ondertekening
Ingevolge artikel 52 van het Eindexamenbesluit tekenen de directeur en de secretaris van het eindexamen de diploma’s en de
cijferlijsten. De functionarissen die de examendocumenten moeten tekenen zijn en blijven onder alle omstandigheden verantwoordelijk
voor de ondertekening. Tenzij anders bepaald door het bevoegd gezag, mogen zij, mits het bevoegd gezag hen die bevoegdheid
heeft gegeven, een andere functionaris, die door hen daartoe schriftelijk gemandateerd is, laten tekenen, doch slechts met
vermelding van ‘namens deze’ gevolgd door de handtekening, de naam en de functie van de ondertekenaar. De handtekening moet
feitelijk (met pen) geschreven worden. Een gescande of gekopieerde handtekening is niet toegestaan.
Bovenstaande geldt ook in het geval een school geen directeur kent maar een centrale directie. Op het diploma dient dan voor
directeur te worden gelezen de centrale directie. De centrale directie is in dat geval verantwoordelijk voor het ondertekenen
van de diploma’s. Het is echter ook mogelijk dat de centrale directie de tekenbevoegdheid overdraagt.
Het is vanzelfsprekend dat de mandatering in het examenreglement van de school wordt vermeld om kandidaten en ouders hiervan
op de hoogte te stellen.
Vaknamen
De te hanteren wettelijke benamingen van de vakken staan opgenomen in een bijlage bij de jaarlijks te publiceren Regeling
elementcodetabel voortgezet onderwijs (VO), opleidingentabel volwasseneneducatie en vakcodetabel VO en volwasseneneducatie.
De vakbenaming culturele en kunstzinnige vorming van de profielexamens mag worden afgekort tot ckv.
Cijferlijsten algemeen
De afgifte van cijferlijsten is voor scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen voor educatie en beroepsonderwijs,
voor zover het betreft door die instellingen verzorgde opleidingen v.a.v.o., geregeld in artikel 52, eerste lid, van het Eindexamenbesluit
en voor staatsexamens in artikel 30, eerste en tweede lid van het Staatsexamenbesluit.
Op de cijferlijst voor het eindexamen/staatsexamen wordt/worden in de cijfer-/beoordelingstabel voor zover van toepassing
vermeld:
• de cijfers voor het schoolexamen respectievelijk college-examen en het centraal examen (op één decimaal nauwkeurig) en de
eindcijfers (zonder decimalen): artikel 35 van het Eindexamenbesluit/artikel 15 Staatsexamenbesluit, artikel 42 Eindexamenbesluit/artikel 20
Staatsexamenbesluit, artikel 47 Eindexamenbesluit en artikel 24 Staatsexamenbesluit,
• het afgeronde cijfer bij ‘cijfers voor het schoolexamen respectievelijk college-examen’ welk cijfer herhaald wordt bij het
‘eindcijfer in cijfers en letters’ indien een vak geen centraal examen kent, maar wordt afgesloten met alleen een schoolexamen
respectievelijk college-examen: artikel 35, eerste lid en artikel 47, derde lid, Eindexamenbesluit/artikel 15, eerste lid
en artikel 24, derde lid, Staatsexamenbesluit,
• het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk (zie profielen vwo en havo),
• het thema of de titel van het sectorwerkstuk en de beoordeling van het sectorwerkstuk in het vmbo,
• de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding in het vwo en havo,
• de beoordeling van het kunstvak en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van de leerweg in het vmbo,
• volgens welke differentiatie, bedoeld in artikel 7, derde lid, van het Eindexamenbesluit is geëxamineerd in het vmbo,
• de eindcijfers voor de examenvakken met inbegrip – voor zover het vwo en havo betreft – van de vakken die deel uitmaken van
het combinatiecijfer en het eindcijfer bepaald voor het combinatiecijfer (inclusief het profielwerkstuk), en
• de uitslag van het eindexamen (zie voor de uitslagbepaling artikel 49 van het Eindexamenbesluit/artikel 26 van het Staatsexamenbesluit).
Deze regeling wijzigt het tekstgedeelte boven de cijfer-/beoordelingstabel van de cijferlijst van het eindexamen/staatsexamen
ten opzichte van de in artikel 12 genoemde regelingen. De slotzin: ‘De kandidaat heeft examen afgelegd in de onderstaande
vakken en heeft de daarachter vermelde cijfers behaald.’, vervalt (bijlage 3a, 3b en 3c/11a, 11b en 11c). Deze verwijdering
levert extra ruimte op.
Extra vakken
Indien in meer examenvakken examen is afgelegd dan in de vakken die ten minste samen een eindexamen vormen, worden die vakken
vermeld in het vrije deel. Extra vakken die niet bij de vaststelling van de uitslag zijn betrokken worden (op grond van artikel 52,
derde lid, van het Eindexamenbesluit en artikel 30, vierde lid, van het Staatsexamenbesluit) in het vrije deel op de cijferlijst
vermeld, tenzij de kandidaat daartegen bedenkingen heeft geuit.
Afronding onderdelen na aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen in het laatste leerjaar
Artikel 32 , vierde en vijfde lid, van het Eindexamenbesluit noemt uitzonderingen op de bepaling dat het schoolexamen wordt
afgesloten voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. Hierdoor kan het voorkomen dat een kandidaat uit
het laatste leerjaar in alle vakken die met een eindcijfer worden beoordeeld examen heeft afgelegd op grond waarvan de uitslag
kan worden vastgesteld, maar niet voldoet aan de aanvullende bepalingen. Het betreft hier de aanvullende bepalingen ten aanzien
van de vakken of het sectorwerkstuk waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld, maar die ‘voldoende’ of ‘goed’ afgesloten moeten
zijn. Deze kandidaat kan niet slagen, maar ontvangt wél een cijferlijst. De uitslag luidt: afgewezen. Voor de onderdelen
die niet naar behoren zijn afgerond wordt de vermelding gegeven: ‘n.a.’ (niet afgerond). Betreft dit een vmbo-kandidaat, die
de school verlaat, dan ontvangt hij tevens een certificaat.
Vak aan andere school
Indien een vak aan een andere school is afgesloten op grond van artikel 8 van het Eindexamenbesluit, dan wordt achter het
betreffende vak tussen haakjes vermeld: (de naam van de andere school), zoals opgenomen in BRIN.
Vrijstelling of ontheffing
Artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit/artikel 30, zesde lid, van het Staatsexamenbesluit, regelt de vermelding
op de cijferlijst van vakken waarvoor de kandidaat vrijstelling of ontheffing is verleend bij het eindexamen. In alle gevallen
waarbij er sprake is van ontheffing of vrijstelling en de vakken zonder vermelding van een cijfer op de cijferlijst worden
vermeld, wordt op de plaats voor het cijfer ‘Vr’ vermeld. (Zie ook profielen vwo en havo)
Vermelding van vakken die niet met een eindcijfer beoordeeld worden
Bij vakken waarvoor de eindbeoordeling niet in de vorm van een cijfer maar als ‘voldoende’ of ‘goed’ is gegeven, wordt deze
beoordeling vermeld in de plaats van het cijfer (in de kolom ‘in letters’).
Vermelding van vakken die op een hoger niveau zijn afgesloten
Vakken waarin het examen op een hoger niveau is afgelegd, worden op de cijferlijst vermeld met de naam van het vak uit het
betreffende niveau met de toevoeging van dat niveau tussen haakjes. Een nadere uitwerking wordt gegeven onder de schoolsoorten.
Uitslag
Bij ‘uitslag’ voor het eindexamen of staatsexamen wordt ingevuld (zie artikel 48, tweede lid, van het Eindexamenbesluit/artikel
25, vijfde lid, Staatsexamenbesluit):
• ‘geslaagd’ als de kandidaat geslaagd is en een diploma ontvangt,
• ‘afgewezen’, in het geval een kandidaat is afgewezen.
Voorlopige cijferlijst
Nieuw is dat de kandidaat die de school tussentijds verlaat nadat door hem al vakken van zijn eindexamen zijn afgesloten (waarvan
de resultaten zijn aangeleverd in BRON), maar voordat de uitslag van het betreffende eindexamen definitief kan worden vastgesteld
een ‘voorlopige cijferlijst’ ontvangt (artikel 52a van het Eindexamenbesluit). Op basis hiervan kan de nieuwe school het onderwijsprogramma
van de kandidaat vaststellen.
De resultaten worden betrokken bij de vaststelling van de uitslag van het betreffende eindexamen en overgenomen op de cijferlijst
die op grond van de definitieve uitslag wordt uitgereikt. De voorlopige cijferlijst komt dan te vervallen.
Op de voorlopige cijferlijst wordt/worden (conform de cijferlijst) voor zover van toepassing vermeld:
• de afgesloten vakken met de cijfers voor het schoolexamen en het centraal examen (op één decimaal nauwkeurig) en de eindcijfers
zonder decimalen,
• het afgeronde cijfer bij ‘cijfers voor het schoolexamen’ welk cijfer herhaald wordt bij het ‘eindcijfer in cijfers en letters’
indien een vak geen centraal examen kent, maar wordt afgesloten met een schoolexamen,
• het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk,
• het thema of de titel van het sectorwerkstuk en de beoordeling van het sectorwerkstuk,
• de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding in vwo en havo;
• de beoordeling van het kunstvak en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van de leerweg in vmbo,
• volgens welke differentiatie, bedoeld in artikel 7, derde lid, van het Eindexamenbesluit is geëxamineerd in het vmbo, en
• het vak waarin opnieuw centraal examen is afgelegd (waarbij het cijfer voor het schoolexamen wordt herhaald en het nieuwe
cijfer voor het centraal examen en nieuwe eindcijfer wordt opgenomen). Indien er in het voorlaatste leerjaar geen herkansing
heeft plaatsgevonden, wordt op de voorlopige cijferlijst achter ‘opnieuw centraal examen is afgelegd in’ niet van toepassing
vermeld, als volgt: n.v.t.
Op de voorlopige cijferlijst wordt geen sector of profiel vermeld.
Cijferlijst deeleindexamen vavo en deelstaatsexamen
Op deze cijferlijst worden alle vakken vermeld waarin deeleindexamen/deelstaatsexamen is afgelegd en voor zover van toepassing
het profiel- of sectorwerkstuk, zoals voorgeschreven in artikel 53, eerste lid, van het Eindexamenbesluit voor het vavo en
artikel 31, eerste lid, van het Staatsexamenbesluit. Deze cijferlijst kent geen verdeling in vakken van het gemeenschappelijk
deel, profiel-/sectordeel en vrij deel.
Certificaat
(artikel 53, derde lid, van het Eindexamenbesluit voor de definitief voor het eindexamen v.m.b.o. afgewezen kandidaat die
de school verlaat en artikel 53, tweede lid, van het Eindexamenbesluit voor het vavo, artikel 31, tweede lid, van het Staatsexamenbesluit.)
Op het certificaat wordt voor zover van toepassing vermeld:
• het vak of de vakken waarvoor de kandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald; de school kan wanneer nodig meer regels
toevoegen;
• het vak of de vakken, het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk of het thema of titel van het sectorwerkstuk, voor
zover beoordeeld met ‘goed’ of voldoende’.
Getuigschrift
Op het getuigschrift:
Bewijs van ontheffing
Op het bewijs van ontheffing dient achter de regel: ‘recht heeft op ontheffing bij het verwerven van het diploma’, de schoolsoort
voluit te worden vermeld met indien van toepassing: de leerweg.
Afwijkende/bijzondere vermeldingen:
1. n.a. = niet afgerond
2. (naam van een andere school)
3. ‘vr’ = vrijstelling of ontheffing
4. (afkorting leerweg of schoolsoort): toevoeging bij een vak op hoger niveau
kaderberoepsgerichte leerweg: KB
gemengde leerweg: GL
theoretische leerweg: TL
hoger algemeen voortgezet onderwijs: havo
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs: vwo
5. n.v.t. indien:
6. toegestane afkortingen vaknamen: ckv en kcv
PROFIELEN VWO EN HAVO
Diploma vwo en havo
Als de examenresultaten voor twee of meer profielen leiden tot de uitslag ‘geslaagd’, dan wordt de naam van de betreffende
profielen vermeld op het diploma ingevolge artikel 52, tweede lid, van het Eindexamenbesluit en artikel 30, derde lid, van
het Staatsexamenbesluit.
Op het diploma eindexamen vwo wordt achter eindexamen vermeld: gymnasium of atheneum
Cijferlijsten vwo en havo
Voor:
– de verdeling van de vakken/onderdelen en het aantal behorend tot het gemeenschappelijk-, profiel- en (het minimum aantal van
het) vrije deel,
– welke (combinatie van) vakken/onderdelen deel mogen uitmaken van een eindexamen vwo/havo en vermeld op de cijferlijst,
wordt verwezen naar het Eindexamenbesluit:
• artikel 11 voor zover het betreft het eindexamen vwo (atheneum),
• artikel 12 voor zover het betreft het eindexamen vwo (gymnasium),
• artikel 13 voor zover het betreft het eindexamen havo.
Alle andere vermeldingen maken de cijferlijst ongeldig.
Profielvermelding
Op de cijferlijst voor het eindexamen wordt in het tekstgedeelte boven de cijfer-/beoordelingstabel achter de regel ‘heeft
deelgenomen aan het eindexamen voorbereidend wetenschappelijk onderwijs of hoger algemeen voortgezet onderwijs conform het
profiel’, de officiële benaming van het profiel vermeld (zoals genoemd in het derde lid van artikel 12 van de WVO).
In het geval een kandidaat kan slagen voor twee of meer profielen, wordt voor elk profiel afzonderlijk een cijferlijst afgegeven.
Om te kunnen slagen voor twee of meer profielen is het overigens voldoende om voor één profiel een profielwerkstuk te hebben
gemaakt. Als dat profielwerkstuk ‘past’ in de betreffende profielen, wordt het op elk van de cijferlijsten vermeld. Als het
in één profiel niet past, wordt in de desbetreffende ruimte vermeld: n.v.t.
Aangepaste vakbenamingen
De volgende vakken uit de ‘nieuwe’ profielen die overeenkomen met vakken uit de ‘oude’ profielen, hebben een andere naam gekregen:
Oud | Nieuw |
---|
maatschappijleer (profieldeel of vrij deel) | maatschappijwetenschappen |
lichamelijk opvoeding 2 | bewegen, sport en maatschappij |
ckv2 | kunst (algemeen) |
de ckv2,3-varianten komen overeen met | kunst (beeldende vormgeving), |
| kunst (muziek), |
| kunst (dans), |
| kunst (drama). |
ckv1 | (gemeenschappelijk deel) ckv |
handenarbeid en textiele werkvormen | handvaardigheid en textiele vormgeving |
letterkunde | literatuur. |
Combinatiecijfer
Onder het gemeenschappelijk deel wordt achter ‘combinatiecijfer’ het rekenkundig gemiddelde van de afgeronde eindcijfers van
de betreffende vakken/onderdelen, afgerond vermeld op de cijferlijst (in een cijfer en in letters). Deze afronding gebeurt
overeenkomstig de vaststelling van het eindcijfer per vak, door het eerste cijfer achter de komma naar beneden af te ronden
indien dat een 4 of lager is en naar boven, indien dat cijfer een 5 of hoger is (een 5,5 wordt dus een 6 en 5,45 een 5): artikel 49,
lid 8, van het Eindexamenbesluit. Achter het ‘combinatiecijfer’ (tot slot van het gemeenschappelijk deel) is een asterisk
*) opgenomen die verwijst naar de vakken/onderdelen die deel uitmaken van het combinatiecijfer (zie artikel 49, lid 6, van
het Eindexamenbesluit), welke onder aan de cijferlijst worden genoemd. Onder ‘*) onderdelen van het combinatiecijfer’ worden
de betreffende vakken/onderdelen opgenomen met vermelding van het afgeronde cijfer en het(zelfde) afgerondeeindcijfer (in
een cijfer en in letters). Inclusief het profielwerkstuk, dat als laatste een plaats krijgt in de daarvoor bestemde kolom
met vermelding van de titel of het onderwerp en het vak of de vakken waarop het betrekking heeft.
Naast de relatief kleine (becijferde) vakken maakt ook het profielwerkstuk onderdeel uit van het combinatiecijfer. Het profielwerkstuk
wordt nu ook met een cijfer gewaardeerd.
De onderdelen/vakken die het combinatiecijfer samenstellen mogen om te slagen geen van alle lager zijn dan een 4: artikel 49,
lid 5, onderdeel b. In de uitslagregel wordt het combinatiecijfer beschouwd als het eindcijfer van één vak.
Vakken die in ieder geval tot het combinatiecijfer behoren zijn:
In het havo: maatschappijleer en het profielwerkstuk;
In het vwo: maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen en het profielwerkstuk.
Daarnaast kan het bevoegd gezag de volgende vakken toevoegen aan het combinatiecijfer (zie voorwaarde: artikel 49, zevende
lid, van het Eindexamenbesluit):
• Literatuur. Een school kan ervoor kiezen literatuur afzonderlijk te becijferen of dat dit onderdeel in het cijfer voor de
talen wordt meegenomen. Als het apart wordt becijferd, dan moet het cijfer worden opgenomen in het combinatiecijfer. In dat
geval dienen de namen van de talen (dus zonder literatuur) te worden vermeld op de cijferlijst.
• Kcv. Scholen kunnen ervoor kiezen om klassieke culturele vorming (kcv) onderdeel te laten uitmaken van het combinatiecijfer.
Hier wordt dan ‘klassieke culturele vorming’, vermeld, met dien verstande dat deze vakbenaming mag worden afgekort tot kcv.
Wordt hier niet voor gekozen, dan dient kcv onderdeel te zijn van het schoolexamen van de klassieke talen en wordt de klassieke
taal en literatuur met kcv, vermeld.
• Het vak Godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs kan door bijzondere scholen worden toegevoegd aan het combinatiecijfer.
Het gaat hier om één vak, maar de school kiest welke van beide benamingen wordt gehanteerd: godsdienst óf levensbeschouwelijk
vormingsonderwijs. Niet te verwarren met het ‘grote’ vak godsdienst: een schooleigen vak dat de school alleen met toestemming
van de minister als examenvak kan aanbieden.
• Algemene natuurwetenschappen, dat bij het havo niet meer voorkomt in het gemeenschappelijke deel, kan bij die schoolsoort
wel deel uitmaken van het vrije deel. De school kan dit ter keuze laten aan de leerling, maar kan ook besluiten om het vak
verplicht te stellen voor alle leerlingen of voor leerlingen met een bepaald profiel. Het cijfer voor dit vak telt dan mee
in het combinatiecijfer (volgens artikel 49 van het Eindexamenbesluit).
Vrijstelling of ontheffing
Ontheffing van een taal
Indien in het atheneum ontheffing is verleend voor het volgen van een taal (op grond van artikel 26e, lid 4, van het Inrichtingsbesluit
W.V.O.), waarbij de taal moet worden vervangen door een ander examenvak (als bedoeld in het vijfde lid van dat artikel), dan
wordt dat examenvak vermeld op de cijferlijst in plaats van de vervangen taal (dus in het gemeenschappelijke deel).
Vermelding van vrijstelling aan vavo/staatsexamen voor profielwerkstuk oud naar nieuw
Indien reeds eerder een profielwerkstuk is gemaakt dat betrekking heeft op een of meer vakken van dezelfde schoolsoort, behorende
tot het profiel van de kandidaat en waarvoor een eindcijfer 6 of hoger of een daarmee overeenkomende waardering is behaald,
kan de kandidaat daar op grond van artikel 9 van het Eindexamenbesluit/artikel 10 van het Staatsexamenbesluit voor worden
vrijgesteld.
Vakken waarvoor de kandidaat is vrijgesteld op grond van deze artikelen worden op de cijferlijst opgenomen met vermelding
van het eerder behaalde cijfer (zie artikel 52, lid 5, van het Eindexamenbesluit/artikel 30, lid 6, van het Staatsexamenbesluit).
Hierop bestaat een uitzondering indien de kandidaat zijn profielwerkstuk volgens de ‘oude profielen’ heeft gedaan, dat is
beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’ en vervolgens het diploma volgens de ‘nieuwe profielen’ aan het vavo of met het staatsexamen
wil behalen. Het volgende is dan mogelijk:
• in plaats van de vermelding van het eerder behaalde cijfer wordt achter het profielwerkstuk: ‘vr’ vermeld,
• het profielwerkstuk wordt opnieuw gewaardeerd, of
• de kandidaat maakt geen gebruik van zijn vrijstellingsrecht en levert een nieuw profielwerkstuk in.
Combinatiecijfer aan het vavo/staatsexamen
Indien achter het profielwerkstuk ‘vr’ wordt vermeld en de vakken anw en maatschappijleer hoeven geen deel uit te maken van
het eindexamen en er zijn geen andere onderdelen die deel uitmaken van het combinatiecijfer, dan wordt ook achter ‘het combinatiecijfer’:
‘vr’ vermeld.
Vermelding van vwo-vak in plaats van havo-vak
Op het havo kunnen een of meer vakken worden vervangen door de overeenkomstige vakken op vwo-niveau. Bij toepassing van deze
mogelijkheid wordt achter het afgesloten overeenkomstige vwo-vak op de havo-cijferlijst tussen haakjes opgenomen: (vwo). Artikel
52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit, regelt dat de vakken waarvoor de kandidaat (met diploma) in het havo of vwo is
vrijgesteld op grond van eerder afgelegd examen worden vermeld op de cijferlijst met overname van de eerder behaalde resultaten.
Vermelding bij twee kunstvakken (die naast elkaar gekozen mogen worden)
Indien de kandidaat met het profiel cultuur en maatschappij het eindexamen aflegt in een van de vakken kunst (beeldende vormgeving,
muziek, drama of dans) in het vrije deel om te voldoen aan de verplichting dat in dat vrije deel het eindexamen tenminste
één vak omvat met een normatieve studielast van tenminste 320 (havo, of 440 bij vwo) studielasturen en hij ook als onderdeel
van het profieldeel reeds eindexamen aflegt in een van de vakken kunst (een andere variant), wordt het onderdeel kunst (algemeen)
in het examen (en dus het centraal examen) vervangen door aanvullende verdiepende en/of verbredende onderdelen op het gebied
van kunst in het schoolexamen met een normatieve studielast van tenminste 120 (havo, of 160 in vwo) studielasten, door het
bevoegd gezag te bepalen. Er is dan dus geen centraal examen. Op de cijferlijst wordt dan ook alleen het cijfer voor het schoolexamen
vermeld.
LEERWEGEN VMBO
Diploma
Nieuw is dat op het diploma niet alleen de leerweg, maar ook de sector(en) wordt/worden vermeld. Dit houdt in dat op de regel
die volgt na ‘aan het eindexamen’ de officiële naam van de betreffende leerweg wordt ingevuld met daar achter ‘conform de
sector’ met vermelding van de officiële naam van de gevolgde sector, zoals genoemd in:
• artikel 10b WVO (basisberoepsgerichte leerweg),
• artikel 10b WVO (kaderberoepsgerichte leerweg),
• artikel 10d WVO (gemengde leerweg),
• artikel 10 WVO (theoretische leerweg).
Indien de kandidaat kan slagen voor meer dan één sector, dan wordt ook de naam van die sector(en) vermeld.
Een leerling die de gemengde leerweg met een extra algemeen vak heeft afgerond ontvangt op zijn verzoek een diploma vmbo theoretische
leerweg en een bijbehorende cijferlijst; zie artikel 52, lid 8, van het Eindexamenbesluit. Nieuw is dat het eindexamen van
de theoretische leerweg, door wijziging van artikel 22 van het Eindexamenbesluit, een vak dat behoort tot het eindexamen van
de gemengde leerweg, als extra vak kan omvatten. Hierdoor kan het door de kandidaat afgelegde beroepsgerichte programma vermelding
krijgen op de cijferlijst van de theoretische leerweg.
Cijferlijsten
Voor:
– de verdeling van de vakken/onderdelen en het aantal behorend tot het gemeenschappelijk, sector- en (het minimum aantal van
het) vrije deel,
– welke vakken deel moeten/mogen uitmaken van een eindexamen vmbo en vermeld op de cijferlijst,
wordt verwezen naar het Eindexamenbesluit:
• artikel 22 voor zover het betreft het eindexamen vmbo theoretische leerweg,
• artikel 23 voor zover het betreft het eindexamen vmbo basisberoepsgerichte leerweg,
• artikel 24 voor zover het betreft het eindexamen vmbo kaderberoepsgerichte leerweg,
• artikel 25 voor zover het betreft het eindexamen vmbo gemengde leerweg.
Alle andere vermeldingen maken de cijferlijst ongeldig.
Vermelding leerweg én sector(en)
Ook op de cijferlijst wordt nu in het tekstgedeelte boven de cijfer-/beoordelingstabel achter de regel ‘heeft deelgenomen
aan het eindexamen voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs’ de leerweg conform de sector(en)vermeld. Indien de kandidaat
kan slagen voor meer dan één sector, dan wordt ook de naam van die sector(en) op de cijferlijst vermeld. De cijferlijst wordt
bij de verdeling van de vakken over het sector- en het vrije deel, overeenkomstig de eerstgenoemde sector ingevuld.
Sectorwerkstuk
De vermelding van ‘thema of titel van sectorwerkstuk’ is alleen voor de theoretische en de gemengde leerweg van toepassing
en dient bij de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg weggelaten te worden.
Sector landbouw
Binnen het examenprogramma voor de afdeling Landbouw en natuurlijke omgeving leggen leerlingen examen af in combinaties van
exameneenheden van twee vakrichtingen en – bij de kaderberoepsgerichte leerweg – ondersteunende vakken. Daarbij is de combinatie
van twee beroepsondersteunende vakken niet mogelijk. Deze combinaties dienen volledig te worden uitgeschreven op de cijferlijst.
Per combinatie wordt op de cijferlijst één cijfer beroepsgericht programma Landbouw en natuurlijke omgeving vermeld.
Voorgaande geldt niet voor het intrasectoraal programma landbouw-breed.
Vak op hoger niveau
Indien toepassing is gegeven aan de mogelijkheid één of meer vakken op een hoger niveau af te sluiten, dan wordt achter de
desbetreffende vaknaam (uit dat niveau) tussen haakjes de leerweg (KB, GL of TL) of schoolsoort (vwo of havo), afgekort vermeld
op de cijferlijst.
Artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit regelt dat vakken waarvoor de kandidaat met diploma basis- of kaderberoepsgerichte
leerweg in de theoretische leerweg is vrijgesteld op grond van een eerder afgelegd examen in vakken van de theoretische leerweg
of vwo/havo, op de cijferlijst worden vermeld met overname van de eerder behaalde resultaten.
Leer-werktraject
Indien het een leer-werktraject-basisberoepsgerichte leerweg betreft, dan worden minimaal de cijfers van het vak Nederlandse
taal (gemeenschappelijk deel) en het beroepsgerichte programma (vrije deel) vermeld (zie artikel 10b1 van de WVO).
BIJLAGE 2A
BIJLAGE 2B
BIJLAGE 10A
BIJLAGE 10B
BIJLAGE 10C
BIJLAGE 11A
BIJLAGE 11B
BIJLAGE 12A
BIJLAGE 12B
BIJLAGE 12C
BIJLAGE 13A
BIJLAGE 13B
BIJLAGE 13C
BIJLAGE 14A
BIJLAGE 14B
TOELICHTING
Artikel 52, tweede lid, van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. en artikel 30, derde lid, van het Besluit
staatsexamens vwo-havo-mavo 2000 bepalen onder meer dat leerlingen/kandidaten die eindexamen of staatsexamen havo of vwo afleggen,
op basis van hun examenresultaten voor meerdere profielen kunnen slagen. De betreffende profielen worden dan op het diploma
vermeld.
Bij de Regeling modellen diploma’s v.w.o.-h.a.v.o.-v.m.b.o. zijn de modellen voor de diploma’s havo en vwo vastgesteld. In
deze modellen, zoals opgenomen in de bijlagen 2a, 2b, 10a en 10b, was het aantal op het diploma te vermelden profielen voor
een leerling of staatsexamenkandidaat gemaximeerd op twee. In de praktijk zijn er echter getalenteerde leerlingen die voor
drie of zelfs vier profielen slagen.
De betreffende modellen voor de diploma’s havo en vwo zijn daarom aangepast in die zin dat er in voorkomende gevallen ook
drie of vier profielen op het diploma kunnen worden vermeld. Artikel 52, tweede lid, van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.
en artikel 30, derde lid, van het Besluit staatsexamens vwo-havo-mavo 2000 bieden hiertoe de ruimte.
Verder is een aantal technische aanpassingen aangebracht.
Allereerst stond in Bijlage 1 bij de Regeling modellen diploma’s v.w.o.-h.a.v.o.-v.m.b.o. op een aantal plaatsen nog de term
‘commissie-examen’. Sinds de vorming van het College voor examens per 1 oktober 2009 is de juiste term: college-examen. Dit
is aldus aangepast in Bijlage 1.
Voorts zijn de modellen voor de door het College voor examens uit te reiken diploma’s, cijferlijsten, certificaten, bewijzen
van ontheffing en de daarbij behorende verklaringen technisch aangepast. In de bijlagen 10a tot en met 14b is de ondertekening
namens het College voor examens door ‘de voorzitter’ en ‘de secretaris’ telkens aangepast aan de bewoordingen van de mandaatverlening
door het College voor examens aan de plaatselijke voorzitters en secretarissen van staatsexamenlocaties. De aanduiding van
de ondertekenende functionarissen is nu ‘de voorzitter staatsexamens VO’ en ‘de secretaris staatsexamens VO’.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.