Regeling tot wijziging van de Regeling veiligheid zeeschepen in verband met de IS-Code 2008, richtlijn nr. 92/29/EEG en richtlijn nr. 2009/45/EG

11 juni 2010

nr. CEND/HDJZ-2010/806 sector SCH

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op Resolutie MSC.267(85) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de Internationale Maritieme Organisatie van 4 december 2008 inzake de Internationale Code betreffende de stabiliteit in onbeschadigde toestand, 2008, richtlijn nr. 92/29/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 31 maart 1992 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PbEG L 113), richtlijn nr. 2009/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 mei 2009 inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen (PbEU L 163), de artikelen 12, eerste lid, 22, eerste lid, 32, 41, vierde lid, 46, 58 en 65 van het Schepenbesluit 2004, alsmede de artikelen 6.5, 6.11, 6.12, 7.17, 7.20 en 7.23 van het Vissersvaartuigenbesluit 2002;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling veiligheid zeeschepen wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1, eerste lid, komt te luiden:

• 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

  – besluit:

  Schepenbesluit 2004;

  – BC-Code:

  de bij resolutie A.434(XI) van de Algemene Vergadering van de Intergouvernementele Maritieme Consultatieve Organisatie (IMCO) van de Verenigde Naties aangenomen Code voor het veilig vervoer van vaste bulklading (Bulk Cargoes Code);

  – DSC-Code:

  de bij resolutie A.373(X) van de Algemene Vergadering van de IMCO aangenomen Code voor de veiligheid van dynamisch ondersteunde schepen (Dynamically Supported Craft Code);

  – EmS-Gids:

  de bij circulaire MSC/Circ.1025 van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO vastgestelde Noodmaatregelen en -procedures voor schepen waarmee gevaarlijke stoffen worden vervoerd (Emergency response procedures for ships carrying dangerous goods; EmS Guide);

  – Houtvaartcode:

  de bij resolutie A.715(17) van de Algemene Vergadering van de IMO aangenomen Code voor het veilig vervoer van deklast hout (Code of Safe Practice for Ships Carrying Timber Deck Cargoes);

  – IS-Code:

  de bij resolutie A.749(18) van de Algemene Vergadering van de IMO aangenomen Code inzake de stabiliteit in onbeschadigde toestand voor alle scheepstypen waarvoor IMO-voorschriften bestaan (Intact Stability Code);

  – IS-Code 2008:

  de bij resolutie MSC.267(85) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO aangenomen Internationale Code betreffende de stabiliteit in onbeschadigde toestand 2008 (Intact Stability Code, 2008);

  – LY2-Code:

  de bij Circular letter nr. 2950 van 23 maart 2009 bij de IMO genotificeerde Grote Commerciële Jachten Code (Large Commercial Yacht Code);

  – MODU-Code 1979:

  de bij resolutie A.414(XI) van de Algemene Vergadering van de IMCO aangenomen Code voor de bouw en uitrusting van verplaatsbare offshore booreenheden 1979 (Mobile Offshore Drilling Units Code, 1979);

  – MODU-Code 1989:

  de bij resolutie A.649(16) van de Algemene Vergadering van de IMO aangenomen Code voor de bouw en uitrusting van verplaatsbare offshore booreenheden 1989 (Mobile Offshore Drilling Units Code, 1989);

  – resolutie A.673(16):

  de bij resolutie A.673(16) van de Algemene Vergadering van de IMO aangenomen Richtlijnen voor het vervoer en de behandeling van beperkte hoeveelheden gevaarlijke en schadelijke vloeistoffen in bulk door offshore ondersteuningsschepen (Guidelines for the transport and handling of limited amounts of hazardous and noxious liquid substances in bulk on offshore support vessels);

  – resolutie MSC.235(82):

  de bij resolutie MSC.235(82) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO aangenomen Richtlijnen voor het ontwerp en de bouw van offshore bevoorradingsschepen (2006) (Guidelines for the design and construction of offshore supply vessels, 2006);

  – richtlijn 92/29/EEG:

  richtlijn nr. 92/29/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 31 maart 1992 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PbEG L 113);

  – richtlijn 96/98/EG:

  richtlijn nr. 96/98/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 1996 inzake uitrusting van zeeschepen (PbEG 1997, L 46);

  – richtlijn 98/41/EG:

  richtlijn nr. 98/41/EG van de Raad van 18 juni 1998 inzake de registratie van de opvarenden van passagiersschepen die vanuit of naar havens in de lidstaten van de Gemeenschap varen (PbEG L 188);

  – richtlijn 1999/5/EG:

  richtlijn nr. 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (PbEG L 91);

  – richtlijn 1999/35/EG:

  richtlijn nr. 1999/35/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 april 1999 betreffende een stelsel van verplichte onderzoeken voor de veilige exploitatie van geregelde diensten met ro-ro-veerboten en hogesnelheidsschepen (PbEG L 138);

  – richtlijn 2003/25/EG:

  richtlijn nr. 2003/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 april 2003 betreffende specifieke stabiliteitsvereisten voor ro-ro-passagiersschepen (PbEU L 123);

  – richtlijn 2009/45/EG:

  richtlijn nr. 2009/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 mei 2009 inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen (PbEU L 163);

  – ruimten voor machines:

  ruimten als bedoeld in voorschrift II-2/3, onderdeel 30, van het SOLAS-verdrag;

  – ruimten voor machines van categorie A:

  ruimten als bedoeld in voorschrift II-2/3, onderdeel 31, van het SOLAS-verdrag;

  – SPS-Code:

  de bij resolutie A.534(13) van de Algemene Vergadering van de IMO aangenomen Code voor de veiligheid van schepen voor bijzondere doeleinden (Special Purpose Ships Code);

  – SPS-Code 2008:

  de bij resolutie MSC.266(84) van de Maritieme Veiligheidscommissie aangenomen Code voor de veiligheid van schepen met bijzondere doeleinden 2008 (Special Purpose Ships Code, 2008);

  – verjaardatum:

  een met de vervaldatum corresponderende dag en maand van elk jaar dat gelegen is tussen de datum van afgifte en de vervaldatum van een certificaat;

  – verordening (EG) 725/2004:

  verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PbEU L 129);

  – verordening (EG) 336/2006:

  verordening (EG) nr. 336/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 februari 2006 inzake de implementatie van de Internationale Veiligheidsmanagementcode in de Gemeenschap en tot intrekking van verordening (EG) nr. 3051/95 van de Raad van de Europese Unie (PbEU L 64).

B

In de artikelen 4, eerste en tweede lid, onderdeel c, 7a, tweede lid, onderdeel c, 8, eerste lid, 13, tweede lid, 17, eerste lid, 19, eerste tot en met derde lid, 22, tweede lid, 24, tweede lid, 40, eerste lid, onderdelen a en b, en 47 wordt ‘richtlijn 98/18/EG’ telkens vervangen door: richtlijn 2009/45/EG.

C

In artikel 10 wordt ‘artikel 10 van richtlijn 98/18/EG’ vervangen door: artikel 12 van richtlijn 2009/45/EG.

D

In artikel 17 wordt ‘artikel 11’ vervangen door: artikel 13.

E

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘6 bis’ vervangen door: 7.

2. In het tweede lid, wordt ‘artikel 4’ vervangen door: artikel 4, tweede lid.

3. In het derde lid vervalt de zinsnede ‘die worden gebruikt voor het openbaar vervoer,’.

F

Artikel 22 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid komt te luiden:

• 1. Op een schip, gebouwd voor 1 juli 2010, zijn de op dat schip toepasselijke stabiliteitseisen in onbeschadigde toestand van de IS-Code van overeenkomstige toepassing.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

• 4. Op schepen als bedoeld in artikel 3a, eerste lid, onderdelen b en c, met een lengte van minder dan 24 meter, gebouwd op of na 1 juli 2010, zijn de op die schepen toepasselijke stabiliteitseisen voor schepen in onbeschadigde toestand van de IS-Code 2008 van overeenkomstige toepassing.

G

Bijlage 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 2, eerste lid, tweede volzin, wordt na ‘vervoerd’ de volgende zinsnede ingevoegd: en veerboten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van richtlijn 92/29/EEG.

2. Voorafgaand aan Tabel 1 komt bij de Betekenis van de aanvullende codes de betekenis van de code ‘[ ]’ te luiden: Slechts voorgeschreven voor schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren en veerboten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van richtlijn 92/29/EEG, indien hiervoor een afwijkende hoeveelheid is voorgeschreven.

3. In Tabel 1 wordt bij code 1.4.02 in kolom R ‘-’ vervangen door: 2.

4. In voetnoot 5 wordt in de eerste volzin ‘reservezuurstoffles(sen)’ vervangen door ‘zuurstoffles(sen)’ en vervalt de tweede volzin.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

TOELICHTING

Algemeen

Door middel van deze regeling wordt de Regeling veiligheid zeeschepen (hierna: Rvz) op een aantal punten gewijzigd. Deze wijzigingen hebben grotendeels betrekking op de implementatie van internationale en Europese voorschriften. Ten eerste betreft het het aanpassen van de begripsbepalingen. Ten tweede wordt uitvoering gegeven aan de Internationale Code betreffende de stabiliteit in onbeschadigde toestand 2008 (Intact Stability Code, 2008 of IS-Code 2008) die door de Maritieme Veiligheidscommissie van de Internationale Maritieme Organisatie (hierna: IMO) is aangenomen. Ten derde houden de wijzigingen verband met een aantal aspecten rond de medische uitrusting aan boord van zeeschepen en vissersvaartuigen (richtlijn nr. 92/29/EEG). En ten vierde worden de verwijzingen naar richtlijn nr. 98/18/EG inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen vervangen door verwijzingen naar de nieuwe richtlijn nr. 2009/45/EG.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Met onderdeel A wordt de volgorde van de begripsbepalingen van artikel 1, eerste lid, gewijzigd. Vanwege de implementatie van verschillende Europese en internationale voorschriften in de Rvz, zijn de begripsbepalingen sinds de inwerkingtreding van de Rvz veelvuldig aangevuld. Omdat hierdoor de oorspronkelijke systematiek is doorbroken, worden de begripsbepalingen nu in alfabetische volgorde opgesteld.

Artikel I, onderdelen B tot en met E

Met de onderdelen B tot en met E wordt voorzien in het wijzigen van de verwijzingen in de Rvz naar richtlijn nr. 98/18/EG (de op 17 maart 1998 tot stand gekomen richtlijn nr. 98/18/EG van de Raad van de Europese Unie inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen (PbEG L 144). Voortaan wordt verwezen naar de op 6 mei 2009 tot stand gekomen richtlijn nr. 2009/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie (PbEU L 163). Deze richtlijn behelst de herschikking van richtlijn nr. 98/18/EG. Op Europees niveau is tot herschikking van deze richtlijn overgegaan vanwege de herhaaldelijke en ingrijpende wijzigingen die de richtlijn sinds haar inwerkingtreding heeft ondergaan.

Artikel I, onderdeel F

Door de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO is op 4 december 2008 de Internationale Code betreffende de stabiliteit in onbeschadigde toestand 2008 (Intact Stability Code, 2008 of IS-Code 2008) aangenomen.¹ De IS-Code 2008 bevat internationale eisen met betrekking tot de stabiliteit van zeeschepen in onbeschadigde toestand. In tegenstelling tot zijn voorganger, de bij resolutie A.749(18) door de Algemene Vergadering van de IMO op 4 november 1993 aangenomen IS-Code (Code on Intact Stability for All Types of Ships Covered by IMO Instruments), heeft deel A van deze nieuwe Code zowel op grond van het SOLAS-verdrag² als het Protocol bij het Uitwateringsverdrag³ een verplicht karakter voor schepen die onder het bereik van deze beide verdragen vallen. Op grond van Voorschrift II-1/5.1 van het SOLAS-verdrag en Voorschrift 1/1.3 van Bijlage I bij Bijlage B van het Protocol bij het Uitwateringsverdrag geldt dat schepen met een lengte van 24 meter en meer en gebouwd op of na 1 juli 2010 ten minste moeten voldoen aan deel A van de IS-Code 2008. De bepalingen van deel B van de IS-Code 2008 hebben het karakter van aanbevelingen.

Door middel van dynamische verwijzingen in de artikelen 39 en 40, eerste lid, van het Schepenbesluit 2004 naar het Uitwateringsverdrag en naar hoofdstuk II-1 van het SOLAS-verdrag, is deel A van de IS-Code 2008 voor schepen met een internationaal certificaat van uitwatering, een internationaal veiligheidscertificaat voor passagiersschepen of een internationaal veiligheidscertificaat voor vrachtschepen verplicht gesteld. Voor schepen waarvoor een nationaal veiligheidscertificaat benodigd is, is deel A van de IS-Code 2008 van overeenkomstige toepassing verklaard via de in artikel 41, eerste lid, van het Schepenbesluit 2004 opgenomen dynamische verwijzing naar hoofdstuk II-1 van het SOLAS-verdrag.

Met onderdeel F wordt geregeld dat schepen die vóór 1 juli 2010 zijn gebouwd, moeten voldoen aan de stabiliteitseisen van de IS-Code. Voor schepen die gebouwd worden op of na 1 juli 2010 wordt in het nieuwe vierde lid van artikel 22 bepaald dat, in aanvulling op de artikelen 39, 40, eerste lid, en 41, eerste lid, van het Schepenbesluit 2004, ook vrachtschepen en schepen die niet zijn voorzien van middelen tot werktuiglijke voortstuwing aan de op dat type schip toepasselijke stabiliteitseisen van de IS-Code 2008 moeten voldoen op voorwaarde dat deze schepen een lengte hebben van minder dan 24 meter.

Artikel I, onderdeel G

Bijlage 5 bij de Rvz wordt op een aantal punten gewijzigd om ten aanzien van de bepalingen over de aanwezigheid van de medische uitrusting aan boord van zeeschepen en vissersvaartuigen met een lengte van 24 meter en meer volledig te voldoen aan richtlijn nr. nr. 92/29/EEG. Zo wordt ten eerste bepaald dat de verplichting om antidota, aanvullende hoeveelheden geneesmiddelen en verpleeg- en verbandmiddelen aan boord te hebben niet alleen geldt voor schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren, maar ook voor veerboten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de eerdergenoemde richtlijn. De reden voor deze verplichting is dat van dit type schip op voorhand namelijk niet altijd bekend is of zij gevaarlijke stoffen vervoeren. Ten tweede is in kolom R van tabel 1 bij de geneesmiddelen tegen hart- en vaatziekten bepaald dat aan boord van reddingboten, reddingvlotten en hulpverleningsboten twee doses van het middel Fytomenadion (vitamine K1) moeten zijn. Dit middel wordt voorgeschreven aangezien in artikel 1, onder d, van bijlage II bij richtlijn nr. 92/29/EEG is bepaald dat, indien er vrouwen aan boord zijn, bloedstelpende middelen, inclusief een bloedstelpend middel dat de tonus van de baarmoeder verhoogt, aan boord van deze schepen moeten zijn.

Ten derde vervalt in voetnoot 5 bij Bijlage 5 de verwijzing naar Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 35/1965 (Stcrt. 1965, 169). Deze verwijzing is niet langer nodig omdat sinds 20 mei 2010 in artikel 23, zesde en zevende lid, van de Rvz regels zijn opgesteld over onder andere de opstelling en inrichting van acetyleen las- en snij-installaties en elektrische lastoestellen (Stcrt. 2010, 7388).

Administratieve lasten

De wijzigingen van de Rvz hebben geen verandering voor de administratieve lasten voor burgers of het bedrijfsleven tot gevolg. De nieuwe voorschriften om antidota aan boord van veerboten te hebben en fytomenadion aan boord van reddingboten, reddingvlotten en hulpverleningsboten hebben geen betrekking op informatieverplichtingen. Aan de implementatie van richtlijn nr. 2009/45/EG zijn geen administratieve lasten voor burgers of het bedrijfsleven verbonden. Het betreft hier geen inhoudelijke wijziging maar enkel het wijzigen van de verwijzingen naar richtlijn nr. 98/18/EG in richtlijn nr. 2009/45/EG. Ook de implementatie van de IS-Code 2008 heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor burgers of het bedrijfsleven. Dit houdt verband met het feit dat in de IS-Code 2008, ten opzichte van de IS-Code, die reeds in de Rvz is opgenomen, geen nieuwe informatieverplichtingen zijn opgenomen. Een concept van deze regeling is daarom niet aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) voorgelegd.

Inwerkingtreding

Voor de inwerkingtreding van deze regeling worden de vaste verandermomenten voor wet- en regelgeving niet toegepast. Dit houdt verband met het feit dat gebruik gemaakt wordt van de uitzondering voor de implementatie van internationale en Europese voorschriften. Ten aanzien van de inwerkingtreding van deze regeling is daarom aansluiting gezocht bij de inwerkingtreding van die voorschriften op internationaal of Europees niveau.

Transponeringstabel richtlijn nr. 2009/45/EG, behorend bij artikel I, onderdelen B tot en met G

Richtlijn nr. 2009/45/EG	Nationale implementatie door:
Artikel 1	Behoeft geen implementatie
Artikel 2	Artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 3, eerste lid	Artikelen 4, eerste en tweede lid, en 57 van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 3, tweede lid	Artikel 4, tweede lid, van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 4, eerste lid	Artikel 19, tweede lid, van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 4, tweede lid, onderdeel a	Artikel 19, tweede lid, en bijlage 4 bij de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 4, tweede lid, onderdeel b	Bijlage 4 bij de Regeling veiligheid zeeschepen kan worden geraadpleegd op het internet van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (www.ivw.nl via ‘Easyrules’).
Artikel 4, tweede lid, onderdeel c	Bijlage 4 is bij de implementatie van richtlijn nr. 98/18/EG aan de Europese Commissie meegedeeld en sindsdien niet gewijzigd.
Artikel 4, derde lid	Artikel 7 van het Schepenbesluit 2004
Artikel 5, eerste lid	Artikel 19, eerste lid, van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 5, tweede lid	Behoeft geen implementatie
Artikel 5, derde lid	Artikel 3, eerste lid en 5 van de Wet buitenlandse schepen en artikel 57 van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 5, vierde lid	Behoeft geen implementatie
Artikel 6, eerste lid	Artikel 19, eerste lid, van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 6, tweede lid	Artikel 19, eerste lid, van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 6, derde lid	Artikel 19, eerste lid, van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 6, vierde lid	Artikel 16 van het Schepenbesluit 2004 en artikel 12, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 7, eerste lid	Artikel 7, eerste lid, van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 7, tweede lid	Artikel 7, eerste lid, van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 8, eerste lid	Artikel 19, derde lid, van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 8, tweede lid	Behoeft geen implementatie
Artikel 8, derde lid	Artikel 19, vierde lid, van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 8, vierde lid	Behoeft geen implementatie
Artikel 9, eerste tot en met derde lid	Behoeft geen implementatie
Artikel 9, vierde lid	Artikel 40 van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 9, vijfde lid	Behoeft geen implementatie
Artikel 10	Behoeft geen implementatie
Artikel 11	Behoeft geen implementatie
Artikel 12, eerste lid	Artikel 10 van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 12, tweede lid	Artikel 10 van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 12, derde lid	Artikel 16, eerste lid, van het Schepenbesluit 2004 en artikel 12, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 12, vierde lid	Behoeft geen implementatie
Artikel 12, vijfde lid	Artikel 23, eerste lid, van het Schepenbesluit 2004, artikel 15, tweede en derde lid, van de Regeling veiligheid zeeschepen, artikel 1, onderdeel b, en 2 van de Regeling erkende organisaties Schepenwet en artikel 1 van het Besluit erkende organisaties Schepenwet
Artikel 13, eerste lid	Artikelen 4, eerste lid, en 10 van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 13, tweede lid	Artikel 17, tweede lid, van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 13, derde lid	Artikel 4, tweede lid, onderdeel b, van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 13, vierde lid	Behoeft geen implementatie
Artikel 14	Behoeft geen implementatie
Artikel 15	Artikelen 52 tot en met 58 van de Schepenwet en artikel 59 van de Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 16	Behoeft geen implementatie
Artikel 17	Behoeft geen implementatie
Artikel 18	Behoeft geen implementatie
Artikel 19	Behoeft geen implementatie

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings

---

1 De tekst van resolutie MSC.267(85) waarmee de IS-Code 2008 is aangenomen, ligt ter inzage bij de bibliotheek van de Hoofddirectie Juridische Zaken van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Hiervan is eveneens in Tractatenblad 2009, 84 mededeling gedaan.

2 SOLAS-verdrag: het op 1 november 1974 te Londen tot stand gekomen Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157) en de bij dat verdrag behorende bindende protocollen, aanhangsels en bijlagen.

3 Protocol bij het Uitwateringsverdrag: het op 11 november 1988 te Londen tot stand gekomen Protocol (Trb. 1989, 134) bij het op 5 april 1966 te Londen tot stand gekomen Verdrag betreffende de uitwatering van schepen (Trb. 1966, 275).