Instellingsbesluit begeleidingscommissie fenomeenonderzoek ernstige ordeverstoringen bij grootschalige evenementen en gebeurtenissen

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies (Stb. 2008, 495) en artikel 2 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies (Stb. 2009, 50)

Besluit:

Vast te stellen de hierna volgende regeling.

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de commissie:

de begeleidingscommissie Fenomeenonderzoek ernstige ordeverstoringen bij grootschalige evenementen en gebeurtenissen

b. de Minister:

de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 2

Er is een begeleidingscommissie ‘Fenomeenonderzoek ernstige ordeverstoringen bij grootschalige evenementen en gebeurtenissen’, kortweg genaamd: ‘Begeleidingscommissie Fenomeenonderzoek’.

Artikel 3

De commissie heeft tot taak:

  • a. het bewaken van de voortgang, uitvoering en kwaliteit van het onderzoek

  • b. waar nodig het geven van aanwijzingen en aanbevelingen aan de onderzoekers

  • c. een antwoord te geven op de vraag of het fenomeenonderzoek op adequate wijze is volbracht.

Artikel 4

In de commissie hebben zitting:

  • a. als voorzitter:

    • mevrouw mr. E. Kalsbeek, voorzitter Raad van Bestuur, Altra

  • b. als leden:

    • mevrouw mr. M.R. Sarucco, directeur openbare orde en veiligheid, gemeente Amsterdam

    • de heer mr. drs. A. Littooij, directeur Veiligheid, gemeente Rotterdam

    • de heer mr. S. Broers, directeur Bestuurszaken, gemeente Den Haag

    • de heer mr. W. van Leeuwen, plv. directeur Veiligheid, gemeente Utrecht

    • mevrouw dr. ir. A.M.C. van Rijn, directeur Veiligheid en Bestuur, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

    • de heer mr. G.T. Hofstee, hoofdofficier van het arrondissementsparket Den Haag

    • de heer drs. F. Paauw, plaatsvervangend korpschef van de politieregio Haaglanden

    • de heer prof. mr. A. E. Schilder, hoogleraar staats- en bestuursrecht, Vrije Universiteit Amsterdam

    • de heer prof. dr. J.P. van de Sande, hoogleraar psychologie, Rijksuniversiteit Groningen

    • de heer prof. dr. H.J.G. Beunders, hoogleraar geschiedenis, media en cultuur, Erasmusuniversiteit Rotterdam

    • mevrouw drs. N.E. van Hasselt, hoofd Programma Jongeren en vrije tijd, Trimbos Instituut

Artikel 5

Het secretariaat van de commissie wordt vervuld door ambtenaren van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de gemeente Rotterdam.

Artikel 6

  • 1. De onderzoekers brengen uiterlijk op 15 augustus 2010 hun rapport uit aan de Commissie.

  • 2. Indien onvoorziene omstandigheden naar het oordeel van de Commissie in de weg staan aan het tijdig uitbrengen van een deugdelijk rapport door de onderzoekers, dan stelt de commissie de Minister daarvan onverwijld op de hoogte.

  • 3. De Minister beslist over de eventuele verlenging van de termijn bedoeld in het eerste lid en brengt de Commissie daarvan schriftelijk op de hoogte.

  • 4. Na het uitbrengen van het rapport door de onderzoekers is de Commissie opgeheven.

Artikel 7

De archiefbescheiden van de Commissie worden na haar opheffing of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 8

  • 1. Op de Commissie is het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies van toepassing.

  • 2. De voorzitter van de commissie ontvangt per vergadering € 326,57. De leden van de commissie ontvangen per vergadering € 251,21.

  • 3. De voorzitter en de leden ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfskosten op de voet de van de regeling voor het personeel werkzaam bij de sector Rijk.

  • 4. De voorgaande leden zijn niet van toepassing voor zover sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 19 februari 2010.

Den Haag, 4 juni 2010

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

E.M.H. Hirsch Ballin.

TOELICHTING

De directe aanleiding van het onderzoek is gelegen in de strandrellen in Hoek van Holland op 24 augustus 2009 en eerdere grootschalige ongeregeldheden zoals in de Utrechtse wijk Ondiep (maart 2007), de huldigingsrellen op de Coolsingel bij het kampioenschap van Feyenoord (april 1999) en andere gebeurtenissen. Het fenomeenonderzoek is gericht op instrumentele (welke bestuurlijke maatregelen te kunnen treffen) en bijzondere componenten (sociologische verklaring, verklaring van het gedrag inclusief groepsprocessen) binnen de context van grootschalige ordeverstoringen.

Doel is om een breed onderzoek te doen verrichten naar:

  • de landelijke ontwikkeling van geweld en ernstige openbare ordeverstoringen, die worden gepleegd door groepen bij evenementen en grootschalige gebeurtenissen

  • onderliggende (groeps)dynamische processen van ‘zich massaal tegen de politie en/of andere hulpverleners (en particuliere beveiligingsinstanties) kerende personen en/of groepen

  • de maatregelen die nodig zijn om deze ontwikkelingen het hoofd te bieden en te keren.

Het onderzoek geschiedt in opdracht van het Ministerie van BZK. De gemeente Rotterdam is mede-opdrachtgever.

Naar boven