Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 18 januari 2010, nr. 109525, houdende wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten in verband met Q-koorts (vrijstelling Euthasol, monitoring tankmelk en vaccinatie opfokbedrijven)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 45 van de Diergeneesmiddelenwet en artikel 17 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5.1.3, tweede lid, komt als volgt te luiden:

  • 2. De monsters, bedoeld in het eerste lid, worden door Qlip N.V., onderscheidenlijk de GD uit de tankmelk genomen en bij het laboratorium, bedoeld in het eerste lid, aangeleverd.

B

Na artikel 5.1.11 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 5.1.3 Vrijstelling Diergeneesmiddelenwet

Artikel 5.1.12

Van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Diergeneesmiddelenwet, wordt vrijstelling verleend voor het toepassen van het diergeneesmiddel Euthasol 40% (REG NL 10341) door op grond van artikel 10, eerste lid, van de Wet op de uitoefening van de Diergeneeskunde 1990 geregistreerde dierenartsen, evenals voor het met het oog daarop bereiden, voorhanden of in voorraad hebben en afleveren van dit diergeneesmiddel.

Artikel 5.1.13

Artikel 5.1.12 is uitsluitend van toepassing indien het in artikel 5.1.12 bedoelde diergeneesmiddel bestemd is om te worden toegepast voor het doden van schapen of geiten overeenkomstig een door de Minister op grond van artikel 22 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren genomen besluit ten behoeve van de bestrijding van Q-koorts.

Artikel 5.1.14

De vrijstelling, bedoeld in artikel 5.1.12, wordt verleend tot 1 juni 2010.

C

Artikel 5.2.5, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel f wordt ‘, of’ vervangen door een puntkomma.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • h. op een opfokbedrijf, voor zover de dieren worden opgefokt ten behoeve van de melkproductie.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 13 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

TOELICHTING

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten. De wijzigingen houden verband met de preventie en bestrijding van Q-koorts en zullen hieronder waar nodig worden toegelicht.

Artikel I, onderdelen A en C

Tankmelkmonitoring

Met ingang van 1 oktober 2009 is een systeem van tankmelkmonitoring geïntroduceerd. Deze tankmelkmonsters worden onderzocht door de Gezondheidsdienst voor Dieren (hierna GD). Deze monsters worden ofwel via Qlip N.V. aangeleverd, ofwel door de GD verzameld. Ter verduidelijking wordt thans expliciet in artikel 5.1.3 opgenomen dat de monsters door Qlip N.V., respectievelijk de GD uit de tankmelk worden genomen en voor onderzoek worden meegenomen.

Uitbreiding vaccinatieplicht

Met ingang van 1 januari 2010 is de verplichte vaccinatie ter bestrijding van Q-koorts uitgebreid. In heel Nederland is vaccinatie van bepaalde categorieën schapen en geiten verplicht. Dit betreft schapen en geiten die worden gehouden ten behoeve van de melkproductie, op zorgboerderijen, op kinderboerderijen, in dierentuinen, op locaties waar lammetjesaaidagen worden gehouden, in rondtrekkende schaapskuddes en in natuurgebieden.

Tot op heden gold er geen vaccinatieplicht voor schapen en geiten op opfokbedrijven. Op deze bedrijven staan echter dieren die worden opgefokt en gedekt zullen worden zodat zij uiteindelijk kunnen worden ingezet op melkleverende bedrijven. Het is van belang dat deze dieren gevaccineerd zijn voordat zij gedekt worden zodat zij bij het aflammeren geen risico voor de volksgezondheid opleveren.

Met onderhavige wijziging wordt de verplichte vaccinatie daarom uitgebreid tot schapen en geiten die worden gehouden op een opfokbedrijf, voor zover deze dieren worden opgefokt voor de melkproductie.

Artikel I, onderdeel B

Op grond van artikel 22 van de Gezondheids- en welzijnswet van dieren is de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ter bestrijding van bepaalde dierziekten, waaronder Q-koorts, bevoegd te besluiten tot het doden van dieren. Op basis hiervan is in verband met de Q-koorts besloten om op bepaalde bedrijven schapen en geiten te doden. In beginsel worden schapen en geiten gedood met het geregistreerde diergeneesmiddel T61. Gelet op de beperkte beschikbaarheid van dat middel, wordt vrijstelling verleend van het verbod in artikel 2 Diergeneesmiddelenwet om niet-geregistreerde diergeneesmiddelen toe te passen of te bereiden, voorhanden of in voorraad te hebben en af te leveren voor het diergeneesmiddel Euthasol 40%. Dit als alternatief voor T61. Vrijstelling is nodig omdat dit middel niet is geregistreerd voor toepassing bij schapen en geiten. Op basis van deze vrijstelling mag Euthasol 40% eveneens ingezet worden voor het doden van schapen en geiten in het kader van de bestrijding van Q-koorts.

Artikel 5.1.13 beschrijft de reikwijdte van de vrijstelling. De vrijstelling is van kracht tot 1 juni 2010 en werkt terug tot en met 13 januari 2010.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven