Regeling van de Minister voor Jeugd en Gezin van 8 juni 2010, DSV/J&G/2999386, houdende een wijziging van de Regeling inkomen kinderbijslag 1997 in verband met wijziging van het vrijgestelde inkomen uit vakantiewerk

De Minister voor Jeugd en Gezin,

Gelet op artikel 41 van de Algemene Kinderbijslagwet;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 3 van de Regeling inkomen kinderbijslag 1997 wordt ‘Netto-inkomen tot een totaal bedrag van € 1200,–’ vervangen door: Netto-inkomen tot een totaalbedrag van € 1250,–.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet.

TOELICHTING

Bij de vaststelling van het recht op en de hoogte van het bedrag aan kinderbijslag voor een kind, wordt bezien in welke mate een kind door een verzekerde wordt onderhouden. Hierbij wordt rekening gehouden met inkomsten uit arbeid van dat kind.

In het Besluit onderhoudsvoorwaarden kinderbijslag is bepaald dat een kind van 16 en 17 jaar per kwartaal een zeker bedrag mag verdienen, waarvan de hoogte afhankelijk is van het feit of hij of zij al dan niet thuiswonend is.

Daarenboven is in artikel 3 van de Regeling inkomen kinderbijslag 1997 bepaald, dat inkomen uit arbeid, verricht tijdens de zomervakantie in de zomermaanden, tot een bepaald bedrag evenmin in het derde kwartaal als inkomen van dat kind in de zin van de AKW wordt aangemerkt.

1.1 Het laatstgenoemde vrijgestelde bedrag komt overeen met het netto-minimumloon (bruto-minimumloon minus loonheffing) voor een alleenstaande van 23 jaar en ouder over de maand januari van het jaar, waarin de desbetreffende inkomsten uit arbeid worden genoten. Om het bedrag van de vrijstelling gemakkelijker hanteerbaar te maken, vindt een rekenkundige afronding plaats op een veelvoud van € 50,–. Dit betekent dat bedragen tot € 25,– naar beneden, en bedragen van € 25,– en meer naar boven worden afgerond.

In 2009 bedroeg de vrijstelling € 1200,–. Het netto-minimumloon voor een alleenstaande van 23 jaar en ouder bedroeg op 1 januari 2010 € 1236,02. Afgerond bedraagt de vrijstelling voor 2010 derhalve € 1250,–.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet.

Naar boven