Besluit van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad van 27 mei 2010 tot instelling van de Bedrijfscommissie Markt II

De Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad;

Gelet op de artikelen 37 en 38 van de Wet op de ondernemingsraden;

Gelet op artikel 5 van de Instellingsverordening Bestuurskamer 2008;

Gehoord de naar het oordeel van de Bestuurskamer voor het desbetreffende deel van het bedrijfsleven representatieve organisaties van ondernemers en van werknemers;

Besluit:

Artikel 1

Er is een Bedrijfscommissie Markt II. Deze is ingesteld voor de ondernemingen in de marktsector waarin in hoofdzaak activiteiten worden uitgevoerd op het gebied van zorg, welzijn, cultuur, onderwijs, sport dan wel in het kader van overige sociale, culturele en maatschappelijke voorzieningen en belangen.

Artikel 2

  • 1. De bedrijfscommissie bestaat uit 12 leden en 12 plaatsvervangende leden.

  • 2. Van deze leden en plaatsvervangende leden worden de volgende aantallen benoemd door de daarbij vermelde organisaties:

    • a. organisaties van ondernemers

      • 3 leden en 3 plaatsvervangende leden door: ActiZ organisatie van zorgondernemers, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), Geestelijke Gezondheidszorg Nederland (GGZ Nederland) en Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) gezamenlijk;

      • 1 lid en 1 plaatsvervangend lid door: Maatschappelijk Ondernemers Groep (MOgroep) en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gezamenlijk;

      • 1 lid en 1 plaatsvervangend lid door: Werkgeversvereniging Openbare Bibliotheken (WOB), Kunstconnectie en Algemene Werkgeversvereniging VNO-NCW (AWVN) gezamenlijk;

      • 1 lid en 1 plaatsvervangend lid door: MBO-Raad, HBO-Raad, Vereniging van Universiteiten (VSNU) en Werkgeversorganisatie in de Sport (WOS) gezamenlijk.

    • b. organisaties van werknemers

      • 2 leden en 2 plaatsvervangende leden door: ABVAKABO FNV;

      • 1 lid en 1 plaatsvervangend lid door: FNV KIEM en Algemene Onderwijsbond (Aob) gezamenlijk;

      • 1 lid en 1 plaatsvervangend lid door: CNV Publieke Zaak, CNV Kunstenbond en CNV Onderwijs gezamenlijk;

      • 1 lid en 1 plaatsvervangend lid door: De Unie en Federatie Onderwijsbonden CMHF gezamenlijk;

      • 1 lid en 1 plaatsvervangend lid door: Federatie van beroepsorganisaties in de zorg (FBZ), Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) en Nieuwe Unie ’91 (NU ’91) gezamenlijk.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en de Staatscourant.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als Besluit instelling Bedrijfscommissie Markt II.

Den Haag, 27 mei 2010

Voorzitter,

A.H.G. Rinnooy Kan.

Secretaris,

D.B. Modderman.

Indien een organisatie zich met het op haar betrekking hebbende besluit als bedoeld in artikel 2 niet wil verenigen, kan zij tegen dit besluit binnen zes weken na de bekendmaking daarvan in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Bestuurskamer.

TOELICHTING

Algemeen

De Wet op de ondernemingsraden (WOR) voorziet in de instelling van bedrijfscommissies. Deze zijn paritair samengesteld. Het zijn publiekrechtelijke organen die een bemiddelende en adviserende taak hebben in het kader van de WOR. Daarnaast spelen veel bedrijfscommissies een stimulerende rol ten aanzien van het in het leven roepen van ondernemingsraden en vervullen zij een vraagbaakfunctie op het gebied van de medezeggenschap voor de sectoren waarvoor zij zijn ingesteld.

De Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad (SER) stelt de bedrijfscommissies in. Zij heeft in het kader van de herziening van het stelsel van bedrijfscommissies in 2009 besloten het aantal bedrijfscommissies voor de marktsector terug te brengen van de bestaande 23 naar twee. Een onderneming in de marktsector valt binnen de werkingssfeer van één van deze twee bedrijfscommissies. Naast deze twee nieuw in te stellen bedrijfscommissies voor de marktsector blijft de bedrijfscommissie voor de overheid bestaan; deze valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van BZK.

Het onderhavige besluit strekt tot instelling van de Bedrijfscommissie Markt II. Binnen de werkingssfeer van deze bedrijfscommissie vallen de sectoren van het bedrijfsleven die primair gericht zijn op het voortbrengen van collectieve goederen en diensten in het kader van een maatschappelijke functie waarbij het winstoogmerk niet voorop staat. Meer concreet zijn dit de sectoren die evident noch tot de overheid noch tot de commerciële marktsector behoren. Het betreft in algemene termen:

  • de sector zorg;

  • de sector welzijn;

  • de (overige) sectoren die primair gericht zijn op het realiseren of behartigen van sociale, culturele en maatschappelijke voorzieningen en belangen.

Binnen de werkingssfeer van de Bedrijfscommissie Markt I vallen de overige sectoren van het bedrijfsleven. Dit zijn de sectoren die over het algemeen primair zijn gericht op het produceren en leveren van commerciële goederen en diensten.

De leden van de Bedrijfscommissie Markt II worden paritair benoemd door organisaties van ondernemers en van werknemers die representatief zijn voor de sectoren binnen het werkterrein van de bedrijfscommissie. Gezien de diversiteit van de sectoren binnen dit werkterrein zijn bij de verdeling van de zetels als uitgangspunten gehanteerd enerzijds de omvang van de betreffende sectoren en anderzijds de wens dat elk van de hoofdcategorieën van sectoren (zorg, welzijn en cultuur, onderwijs en sport) herkenbaar terugkomt.

De bedrijfscommissie regelt zelf haar werkwijze met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving, waaronder de SER-Verordening op de Bedrijfscommissies. Daarbij bestaat de mogelijkheid ex artikel 39, tweede lid, WOR om een voorzitter buiten de leden van de bedrijfscommissie te kiezen, al dan niet met stemrecht, en de mogelijkheid om een of meer kamers en/of (sub)commissies voor bepaalde sectoren in te stellen. Gelet op het brede werkterrein van de nieuwe bedrijfscommissie is het van belang dat deze waar nodig bij haar bemiddelende taak en overige activiteiten, rekening houdt met sectorspecifieke omstandigheden.

Gelijktijdig met dit besluit treden het Besluit instelling Bedrijfscommissie Markt I en het Besluit tot intrekking instellingsbesluiten bedrijfscommissies, in werking.

Artikelsgewijs

Artikel 1

De werkingssfeer van de Bedrijfscommissie Markt II is vrij uitgebreid. De genoemde activiteiten dienen in brede zin opgevat te worden. Gedacht moet worden aan onder meer:

zorg:

gezondheidszorg, ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen, bejaardenzorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, thuiszorg, huisartsenzorg, apothekers, privé-klinieken, paramedische zorg, dierenklinieken;

welzijn:

welzijn en maatschappelijke dienstverlening, jeugdzorg, jeugdhulpverlening, kinderopvang, gezondheidscentra, arbeid op grond van de Wet sociale werkvoorziening en de Wet inschakeling werkzoekenden, reclassering;

cultuur:

openbare bibliotheken, musea, orkesten, podiumkunsten, kunsteducatie;

onderwijs:

beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, hogescholen, onderzoeksinstituten, universiteiten, internaten voor kinderen van binnenschippers en/of kermisexploitanten;

sport:

lichamelijke opvoeding, sportbeoefening;

overig:

organisaties en instellingen van ideële aard, van religieuze aard, op het terrein van werk en inkomen, brancheverenigingen, belangenorganisaties, publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, zelfstandige bestuursorganen.

Voorzitter,

A.H.G. Rinnooy Kan.

Secretaris,

D.B. Modderman.

Naar boven