Besluit van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad van 27 mei 2010 tot intrekking van de instellingsbesluiten van de bedrijfscommissies in de marktsector

De Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad;

Gelet op de artikelen 37, 38 en 43 van de Wet op de ondernemingsraden;

Gelet op artikel 5 van de Instellingsverordening Bestuurskamer;

Gehoord de naar het oordeel van de Bestuurskamer voor het desbetreffende deel van het bedrijfsleven representatieve organisaties van ondernemers en van werknemers;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Het besluit van 24 oktober 2000 tot instelling van een bedrijfscommissie voor Gesubsidieerde Arbeid (RE 11/2000) wordt ingetrokken.

  • 2. Besluit van 22 december 1999 tot instelling van een bedrijfscommissie voor de Welzijnssector (RE 32/1999), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 17 december 2003 tot wijziging van het besluit van de Bestuurskamer van 22 december 1999 tot instelling van een bedrijfscommissie voor de Welzijnssector (RE 10/2003), wordt ingetrokken.

  • 3. Het besluit van 6 juni 2001 tot instelling van een bedrijfscommissie voor de Zorg (RE 15/2001) wordt ingetrokken.

  • 4. Het Besluit tot instelling van een bedrijfscommissie genaamd Algemene Bedrijfscommissie (ABC), besluit van 24 oktober 1986 (RE 7/1986), wordt ingetrokken.

  • 5. Het besluit van 24 oktober 2000 tot instelling van een bedrijfscommissie voor de Dienstverlening (RE 10/2000), gewijzigd bij besluit van de Bestuurskamer van 17 april 2001 (RE 13/2001), wordt ingetrokken.

  • 6. Het besluit van 22 december 1999 tot instelling van een bedrijfscommissie voor de Bouwnijverheid (RE 22/1999) wordt ingetrokken.

  • 7. Het besluit van 22 december 1999 tot instelling van een bedrijfscommissie voor de Financiële Dienstverlening (RE 23/1999) wordt ingetrokken.

  • 8. Het besluit van 22 december 1999 tot instelling van een bedrijfscommissie voor het Grafisch Bedrijf (RE 24/1999) wordt ingetrokken.

  • 9. Het besluit van 22 december 1999 tot instelling van een bedrijfscommissie voor de Groothandel (RE 25/1999), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 21 maart 2008 tot wijziging van het besluit van de Bestuurskamer van 22 december 1999 tot instelling van een Bedrijfscommissie voor de Groothandel (RE 2/2008), wordt ingetrokken.

  • 10. Het besluit van 24 oktober 2000 tot instelling van een bedrijfscommissie voor de Handel in Vee, de Groothandel in Eieren en Eiproducten en de Eiproductenindustrie, en de Pluimveehandel en -industrie (RE 12/2000) wordt ingetrokken.

  • 11. Het besluit van 22 december 1999 tot instelling van een bedrijfscommissie voor de Houtindustrie, de Industriële Groothandel in Hout en de Bosbouw (RE 26/1999) wordt ingetrokken.

  • 12. Het besluit van 22 december 1999 tot instelling van een bedrijfscommissie voor de Industrie (RE 27/1999) wordt ingetrokken.

  • 13. Het besluit van 17 december 2003 tot instelling van een Bedrijfscommissie voor Metaal en Techniek (RE 9/2003) wordt ingetrokken.

  • 14. Het besluit van 2 juli 2004 tot instelling van een Bedrijfscommissie voor de Metalektro (RE 11/2004) wordt ingetrokken.

  • 15. Het besluit van 19 januari 2000 tot instelling van een bedrijfscommissie voor de Reinigingsbedrijven (RE 2/2000) wordt ingetrokken.

  • 16. Het besluit van 19 januari 2000 tot instelling van een bedrijfscommissie voor Vervoer en Logistiek (RE 3/2000) wordt ingetrokken.

  • 17. Het besluit van 22 december 1999 tot instelling van een bedrijfscommissie voor de Voeding (RE 30/1999) wordt ingetrokken.

  • 18. Het besluit van 22 december 1999 tot instelling van een bedrijfscommissie voor het Wegvervoer (RE 31/1999) wordt ingetrokken.

  • 19. Het besluit van 22 december 1999 tot instelling van een bedrijfscommissie voor de Woningcorporaties (RE 33/1999) wordt ingetrokken.

Artikel 2

Het Besluit aanwijzing bedrijfschappen als bedrijfscommissie, besluit van 2 december 2002 (RE 8/2002), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 17 december 2003 (RE 11/2003), wordt ingetrokken.

Artikel 3

Een verzoek om bemiddeling als bedoeld in artikel 36, derde lid, van de Wet op de ondernemingsraden, dat in behandeling is bij één van de bedrijfscommissies ingesteld bij de in artikel 1 of artikel 2 genoemde besluiten, wordt vanaf de datum van intrekking van het instellings- of aanwijzingsbesluit van de desbetreffende bedrijfscommissie behandeld door de Bedrijfscommissie Markt I dan wel de Bedrijfscommissie Markt II, afhankelijk van de sector waartoe de betrokken onderneming behoort.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en de Staatscourant.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2010, met uitzondering van artikel 1, vierde tot en met negentiende lid, en artikel 2, die in werking treden met ingang van 1 september 2010.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als Besluit tot intrekking instellingsbesluiten bedrijfscommissies.

Den Haag, 27 mei 2010

Voorzitter,

A.H.G. Rinnooy Kan.

Secretaris,

D.B. Modderman.

TOELICHTING

Algemeen

De Wet op de ondernemingsraden (WOR) voorziet in de instelling van bedrijfscommissies. Deze zijn paritair samengesteld. Het zijn publiekrechtelijke organen die een bemiddelende en adviserende taak hebben in het kader van de WOR. Daarnaast spelen veel bedrijfscommissies een stimulerende rol ten aanzien van het in het leven roepen van ondernemingsraden en vervullen zij een vraagbaakfunctie op het gebied van de medezeggenschap voor de sectoren waarvoor zij zijn ingesteld.

De Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad (SER) stelt de bedrijfscommissies in. Zij heeft in het kader van de herziening van het stelsel van bedrijfscommissies in 2009 besloten het aantal bedrijfscommissies voor de marktsector terug te brengen van de bestaande 23 naar twee. Een onderneming in de marktsector valt binnen het ressort van één van deze twee bedrijfscommissies. Naast deze twee nieuw in te stellen bedrijfscommissies voor de marktsector blijft de bedrijfscommissie voor de overheid bestaan; deze valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van BZK.

Het onderhavige besluit strekt tot intrekking van de instellingsbesluiten respectievelijk het aanwijzingsbesluit van de bestaande bedrijfscommissies in de marktsector en hangt samen met de instelling van de twee nieuwe bedrijfscommissies. Deze zijn ingesteld bij het Besluit instelling Bedrijfscommissie Markt I en het Besluit instelling Bedrijfscommissie Markt II.

Het secretariaat van beide nieuwe bedrijfscommissies wordt ondergebracht bij de SER. Artikel 3 bevat een bepaling ten behoeve van verzoeken om bemiddeling die aanhangig zijn ten tijde van de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Artikel 43 van de WOR bepaalt dat indien voor een groep van ondernemingen een hoofdbedrijfschap of een bedrijfschap bestaat, de SER het bestuur van dat schap kan aanwijzen als bedrijfscommissie. Bij Besluit aanwijzing bedrijfschappen als bedrijfscommissie is dit gebeurd voor de besturen van het Hoofdbedrijfschap Ambachten, het Hoofdbedrijfschap voor de Detailhandel, het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud en het Bedrijfschap Horeca en Catering.

Artikel 3

Het geval kan zich voordoen dat bij een van de bestaande 23 bedrijfscommissies een verzoek om bemiddeling als bedoeld in artikel 36, derde lid, Wet op de ondernemingsraden is ontvangen, maar nog niet is afgerond op het moment van opheffing van de desbetreffende bedrijfscommissie. In een dergelijk geval zal één van de nieuwe bedrijfscommissies de behandeling van het verzoek om bemiddeling overnemen in de stand waarin het zich bevindt op het moment van inwerkingtreding van dit besluit en voor de verdere behandeling zorg dragen. Het ligt voor de hand dat in de praktijk de betreffende bestaande bedrijfscommissie en het secretariaat van de bevoegde nieuwe bedrijfscommissie reeds contact zullen hebben over een dergelijk verzoek.

Op grond van de WOR en de Verordening op de bedrijfscommissies 2002, heeft ieder van de nieuwe bedrijfscommissies de bevoegdheid commissies in te stellen al dan niet uit haar midden. Ten behoeve van de behandeling van hierboven aangeduide verzoeken om bemiddeling, kunnen de nieuwe bedrijfscommissies van deze bevoegdheid gebruik maken.

Artikel 5

De nieuwe Bedrijfscommissie Markt II wordt ingesteld per 1 juli 2010. Haar ressort strekt zich met name uit over de werkgebieden van de bestaande bedrijfscommissies voor de Gesubsidieerde Arbeid, de Welzijnssector en de Zorg. Deze bedrijfscommissies worden om die reden per 1 juli 2010 opgeheven. Daarnaast omvat het ressort van de Bedrijfscommissie Markt II gedeelten van de werkgebieden van de Algemene Bedrijfscommissie en de Bedrijfscommissie voor de Dienstverlening. Laatstgenoemde bedrijfscommissies blijven tot 1 september 2010 bestaan ten behoeve van hun werkgebieden die vallen onder het ressort van de Bedrijfscommissie Markt I.

De nieuwe bedrijfscommissie Markt I wordt ingesteld per 1 september 2010. Met ingang van die datum worden de bedrijfscommissies opgeheven die zijn ingesteld met de in artikel 1, leden 4 tot en met 19, genoemde instellingsbesluiten, respectievelijk het in artikel 2 genoemde aanwijzingsbesluit.

Voorzitter,

A.H.G. Rinnooy Kan.

Secretaris,

D.B. Modderman.

Naar boven