Wijziging vrijstellingsregeling LVR

21 mei 2010

Nr: BS2010014772

Directie Juridische Zaken/Afdeling wet- en regelgeving

De Minister van Defensie en de Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 44, vierde lid, van het Luchtverkeersreglement;

Besluiten:

ARTIKEL I

Artikel 8 van de Vrijstellingsregeling LVR komt te luiden:

Artikel 8

Voor het uitvoeren van een VFR-vlucht met een militair luchtvaartuig in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A, als bedoeld in artikel 44, eerste lid, onderdeel b, van het Luchtverkeersreglement, gelden als eisen:

  • a. het luchtverkeersdienstverleningsgebied valt op basis van artikel 13 dan wel artikel 17 van de Regeling luchtverkeersdienstverlening onder de verantwoordelijkheid van AOCS Nieuw Milligen, en

  • b. de vluchten worden gecontroleerd uitgevoerd.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 mei 2010

De Minister van Defensie,

E. van Middelkoop.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

TOELICHTING

In het AMRUFRA (Amsterdam-Ruhr-Frankfurt) project werken de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL), Eurocontrol Maastricht (MUAC), Deutsche Flugsicherung (DFS) en de Koninklijke Luchtmacht (KLu) samen om de verwachte toename in het civiele en militaire verkeer af te handelen en de luchtruimstructuur hierop aan te passen. Dit AMRUFRA project is een eerste stap in het Functional Airspace Block Europe Central (FABEC) project. Ter implementatie van AMUFRA is per 11 maart 2010 een aantal wijzigingen in het luchtruim doorgevoerd.

Door wijziging van de luchtruimindeling zijn de huidige classificaties van de luchtverkeers-dienstverleningsgebieden ‘verschoven’, waardoor de uitbreiding van de CTA East een vermindering van het op die positie beschikbare luchtruim voor militair en recreatief luchtruimgebruik als gevolg heeft. Op basis van het Luchtverkeersreglement is het uitvoeren van vluchten op basis van zichtvliegvoorschriften (VFR-vluchten) in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A luchtruim echter verboden. Binnen het AMRUFRA-project is het noodzakelijk dat in de nieuwe CTA East ook door militaire luchtvaartuigen VFR in klasse A luchtruim mag worden gevlogen. Om deze reden wordt de Vrijstellingsregeling LVR uitgebreid met vluchten met militaire luchtvaartuigen die plaatsvinden in de op basis van artikel 13 van de Regeling luchtverkeersdienstverlening aan de Minister van Defensie toegewezen luchtverkeersdienstverleningsgebieden die worden gecontroleerd door AOCS Nieuw Milligen.

In het kader van Europese initiatieven zoals ‘functional airspace blocks’ is het van belang dat delen van het luchtruim voor een bepaalde tijd kunnen worden overgedragen aan een andere luchtverkeersdienstverleningsinstantie. De bevoegdheid hiervoor is neergelegd in artikel 17 van de Regeling luchtverkeersdienstverlening. Ook voor deze gebieden geldt dat, indien zij (tijdelijk) onder de verantwoordelijkheid van AOCS Nieuw Milligen vallen, VFR-vluchten met militaire luchtvaartuigen in klasse A luchtruim zijn toegestaan.

De Minister van Defensie,

E. van Middelkoop.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

Naar boven