Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 4 juni 2010, nr. BJZ2010014467, houdende wijziging van de Regeling scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen (uitbreiding toepassingsgebied en nieuwe bijlage)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PbEU L 312) en op de artikelen 8.40,10.46, eerste lid, en 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2 wordt ‘Degene die een inrichting ‘drijft voor het opslaan, overslaan of bewerken van gevaarlijke afvalstoffen, houdt’ vervangen door: Degene die een inrichting drijft voor het opslaan, overslaan of bewerken van gevaarlijke afvalstoffen, en inzamelaars en vervoerders van afvalstoffen, houden.

B

De artikelen 5 en 6 vervallen.

C

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

Deze regeling berust op de artikelen 8.40, 8.41, 8.42, 8.42a, 8.45, 10.46, eerste lid, en 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer.

D

De bijlage bij de Regeling scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen, houdende de categorieën van gevaarlijke afvalstoffen, wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 4 juni 2010

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.C. Huizinga-Heringa.

BIJLAGE, HOUDENDE DE CATEGORIEËN VAN GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN

Cat Gevaarlijke stof

  • 1. oliefilters afkomstig uit vaartuigen, voertuigen en machines;

  • 2. zwart/wit-fixeer, zwart-witontwikkelaar en mengsels van deze afvalstoffen met een zilvergehalte groter dan 50 mg/l;

  • 3. bleekfixeer, kleurontwikkelaar en mengsels van deze afvalstoffen met een zilvergehalte groter dan 100 mg/l;

  • 4. zwart-witfixeer, zwart-witontwikkelaar en mengsels van deze afvalstoffen met een zilvergehalte kleiner dan 50 mg/l en bleekfixeer, kleurontwikkelaar en mengsels van deze afvalstoffen met een zilvergehalte kleiner dan 100 mg/l;

  • 5. hardingszouten;

  • 6. afgewerkte olie van minerale of synthetische oorsprong (inclusief mengsels) met de volgende kenmerken:

    • het gehalte aan polychloorbifenylen kleiner is dan of gelijk is aan 0,5 mg/kg per congeneer 28, 52, 101, 118, 138, 153 of 180,

    • het gehalte aan organische halogeenverbindingen, berekend als chloor, kleiner is dan of gelijk is aan 1000 mg/kg,

    • het vlampunt groter is dan of gelijk is aan 55°C, en

    • het sedimentgehalte is maximaal 5 volumeprocent en het watergehalte is maximaal 10 volumeprocent;

  • 7. afgewerkte olie van minerale of synthetische oorsprong (inclusief mengsels) met de volgende kenmerken:

    • het gehalte aan polychloorbifenylen kleiner is dan of gelijk is aan 0,5 mg/kg per congeneer 28, 52, 101, 118, 138, 153 of 180,

    • het gehalte aan organische halogeenverbindingen, berekend als chloor, groter is dan 1000 mg/kg, en

    • het sedimentgehalte maximaal 5 volumeprocent is en het watergehalte maximaal 10 volumeprocent is;

  • 8. verpakkingen van verf, lijm, kit en hars, voor zover verontreinigd met niet volledig uitgeharde restanten;

  • 9. asfalt waarvan het somtotaal van de concentratie aan PAK-10 gelijk is aan dan wel meer bedraagt dan 75 mg/kg;

  • 10. teerhoudend dakafval en composieten van teerhoudend- of bitumineus dakafval voor zover de concentratie aan PAK-10 gelijk is aan dan wel groter is dan 75 mg/kg;

  • 11. oplosmiddelen en glycolen met maximaal 0,5% fluor en maximaal 4% chloor en maximaal 4% broom en maximaal 4% jood, voor zover het gaat om één partij, afkomstig van één ontdoener en waarvan de hoeveelheidsgrens van 1000 liter per partij wordt overschreden;

  • 12. olie/water/slib-mengsels, voorzover niet vallend onder de categorieën 6, 7, 13, 14, 15 en 34 en met een van de volgende kenmerken:

    • een sedimentgehalte gelijk aan of hoger dan 5 volumeprocent, of

    • een watergehalte gelijk aan of hoger dan 10 volumeprocent;

  • 13. niet-gebruikte oliën en partijen olie en brandstof die niet aan de specificaties voldoen (off-spec partijen);

  • 14. boorspoeling op oliebasis (obm), met obm verontreinigd boorgruis en de oliefractie van met obm verontreinigde stoffen;

  • 15. oliehoudende vloeistof die bij de bewerking van metalen en kunststoffen is toegepast, waaronder boor-, snij-, slijp- en walsolie;

  • 16. bodemas die resteert na verbranding in een roosteroven of wervelbedoven binnen een inrichting die uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor het verbranden van huishoudelijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

  • 17. vliegas die resteert na verbranding in een roosteroven of wervelbedoven binnen een inrichting die uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor het verbranden van huishoudelijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

  • 18. arseensulfideslib en arseensulfide-filterkoek;

  • 19. as die resteert na verbranding van afvalstoffen in slibverbrandingsinstallatie (SVI);

  • 20. ijzerhoudende beitsbaden op basis van zoutzuur;

  • 21. zuren, basen en afvalwaterstromen die edelmetalen als goud, zilver, platina, palladium, rhodium, iridium en ruthenium bevatten;

  • 22. metaalhoudende afvalwaters, niet zijnde categorie 20 of 21,met een van de volgende kenmerken:

    • een cadmiumgehalte van meer dan 0,2 mg/l in de waterfractie,

    • een gehalte aan zeswaardig chroom van meer dan 0,1 mg/l in de waterfractie,

    • een cyanidegehalte (vrij cyanide) van meer dan 1,0 mg/l in de waterfractie, of

    • een somgehalte aan de metalen arseen, chroom, cobalt, koper, molybdeen, lood, nikkel, tin, vanadium, zink en ijzer van meer dan 200 mg/l, waarvan meer dan 25 mg/l in de waterfractie;

  • 23. ONO-filterkoek;

  • 24. afgedankte elektrische en elektronische apparatuur die valt onder het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur en voor zover niet vallend onder enige andere categorie van deze regeling;

  • 25. straalgrit dat op grond van de Regeling niet-reinigbaar straalgrit reinigbaar is;

  • 26. loodzuur batterijen en accu’s;

  • 27. batterijen en accu’s als bedoeld in de Regeling beheer batterijen en accu’s 2008 voor zover niet zijnde loodzuur batterijen en accu’s (categorie 26);

  • 28. gasontladingslampen;

  • 29. voorwerpen met een gehalte aan kwik van meer dan 10 mg/kg;

  • 30. amalgaam, sludges, slibben, actief kool, filterkoeken en fluorescentiepoeders met een gehalte aan kwik van meer dan 10 mg/kg;

  • 31. afval met een infectierisico, afkomstig van de gezondheidszorg voor mens of dier of van verwant onderzoek;

  • 32. asbest, asbesthoudende voorwerpen en andere en met asbest verontreinigde afvalstoffen, voor zover de concentratie serpentijnasbest, vermeerderd met tien maal de concentratie amfiboolasbest, bepaald overeenkomstig een in de Productenregeling asbest vastgestelde methode, hoger is dan 100 mg/kg droge stof;

  • 33. reststroom van het shredderen van (onderdelen van) autowrakken of afgedankte elektrische en elektronische apparatuur [shredderafval];

  • 34. PCB-houdende afvalstoffen voor zover niet vallende onder categorie 35 en waarvan het PCB-gehalte groter is dan 0,5 mg/kg per congeneer 28, 52, 101, 118, 138, 153 en 180;

  • 35. apparaten waarvan de in het apparaat aanwezige vloeistof een PCB-gehalte heeft groter dan 0,5 mg/kg per congeneer 28, 52, 101, 118, 138, 153 en 180, betrokken op deze in het apparaat aanwezige vloeistof;

  • 36. metaalafvalstoffen met aanhangende olie of emulsie;

  • 37. verontreinigde grond van verschillende saneringslocaties, tenzij het gaat om partijen waarvoor een verklaring van niet-reinigbaarheid is afgegeven door Agentschap NL;

  • 38. hout dat, teneinde zo de duurzaamheid te verbeteren, is behandeld met middelen die koper en chroom (CC-hout) of koper, chroom en arseen (CCA-hout) bevatten;

  • 39. zwavelzuur;

  • 40. zuurteer en overig afval met een zwavelgehalte van minimaal 5 gewichtsprocent, niet zijnde zwavelzuur (categorie 39);

  • 41. overig gevaarlijk afval met een soortelijk gewicht van meer dan 1100 kg/m3;

  • 42. overig gevaarlijk afval met een soortelijk gewicht van 1100 kg/m3 of minder.

TOELICHTING

1. Aanleiding

De aanleiding voor de onderhavige wijzing van de Regeling scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen (hierna: de regeling) is allereerst de noodzaak om de regeling ten aanzien van de doelgroep in overeenstemming te brengen met de van toepassingzijnde Europese regelgeving.

Daarnaast ligt de aanleiding voor de wijziging van de regeling in de behoefte tot actualisering van de indeling van de verschillende categorieën gevaarlijke afvalstoffen die gescheiden moeten worden gehouden, zoals deze in de bijlage bij de regeling is neergelegd. De indeling van categorieën is gebaseerd op de wijze van verwerking van de verschillende afvalstoffen. Na de inwerkingtreding van de oorspronkelijke regeling zijn er veranderingen opgetreden in de praktijk van de verwerking van gevaarlijke afvalstoffen en mede daardoor zijn de accenten binnen het beleid op afvalverwerking verlegd. De geactualiseerde indeling die deze wijzigingsregeling introduceert sluit aan op de herziene sectorplannen die het Landelijk afvalbeheerplan 2 hanteert en hiermee wordt een grote mate van consistentie bewerkstelligd tussen de beleidsinstrumenten rond afvalverwerking.

2. Inhoud van de regeling

2.1 Normadressaat

Door deze regeling is de groep ondernemingen waar de regeling verplichtingen aan oplegt, uitgebreid. In de oorspronkelijke regeling werden geen verplichtingen aan inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen opgelegd. Artikel 18, eerste lid, van richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PbEU L 312) verplicht lidstaten de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat gevaarlijke afvalstoffen niet worden gemengd met andere categorieën gevaarlijke afvalstoffen, noch met andere afvalstoffen, stoffen of materialen. Om voor de gehele keten te waarborgen dat aan deze bepaling van richtlijn 2008/98/EG wordt voldaan, zijn met de onderhavige wijziging ook inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen onder de reikwijdte van artikel 2 van de regeling gebracht. Daardoor dienen inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen gedurende de gehele tijd dat de vervoerder of de inzamelaar de afvalstoffen onder zich heeft, de verschillende categorieën gevaarlijke afvalstoffen gescheiden te houden van elkaar en van andere afvalstoffen, stoffen, preparaten en producten.

Inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen hoeven niet te voldoen aan de andere verplichtingen die de regeling kent. Zij hebben niet de plicht de verschillende categorieën gevaarlijke afvalstoffen die verkeerd zijn afgegeven, te scheiden. Deze verplichting is niet aan inzamelaars en vervoerders opgelegd, omdat het scheiden van gevaarlijke afvalstoffen een activiteit met afvalstoffen is die binnen een inrichting dient plaats te vinden om voldoende te waarborgen dat het scheidingsproces op een milieuhygiënisch verantwoorde wijze geschiedt.

Door de verwijzing in artikel 2.12 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer naar de bijlage bij deze regeling is de onderhavige wijzigingsregeling tevens relevant voor ondernemingen die onder de werkingssfeer van de algemene regels voor afval van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer vallen. Zij moeten hun gevaarlijke afvalstoffen gescheiden houden volgens de geactualiseerde indeling in categorieën.

2.2 Categorieën gevaarlijke afvalstoffen

Met de onderhavige regeling is de bijlage met categorieën van gevaarlijke afvalstoffen van de regeling vervangen door een nieuwe bijlage met een andere indeling in en omschrijvingen van de categorieën. Bij de actualisering van de indeling is er gekeken naar de milieuhygiënische redenen voor het gescheiden houden van de verschillende categorieën afvalstoffen. De bestaande verwerkingsroutes voor de categorieën vormt het uitgangspunt voor de nieuwe indeling. De omschrijvingen van de categorieën gevaarlijke afvalstoffen die in de bijlage worden gehanteerd, sluiten aan bij de omschrijvingen in de sectorplannen uit het Landelijk afvalbeheerplan 2. Afvalstoffen die wel onder de omschrijving van een categorie vallen, maar niet onder de definitie van gevaarlijke afvalstof, bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zijn niet onderhevig aan de normen uit de regeling. In een aantal omschrijvingen worden grenswaarden voor het gehalte aan (gevaarlijke) stoffen gehanteerd. Deze grenswaarden beogen de categorieën duidelijk af te bakenen. Er wordt niet beoogd nieuwe verplichtingen voor het nemen van monsters te introduceren. Producenten van afvalstoffen moeten reeds kennis hebben van de samenstelling van de afvalstoffen die normaliter ontstaan binnen hun productieproces en waarvan zij zich ontdoen.

De explicitering van de verplichting voor inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen is bedoeld om te verduidelijken voor welke doelgroepen er op grond van de regeling verplichtingen gelden. Inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen waren reeds op grond van het verbod om buiten een inrichting gevaarlijke afvalstoffen nuttig toe te passen of te verwijderen, verplicht om gevaarlijke afvalstoffen gescheiden te houden. Dit verbod houdt namelijk in dat, onder andere, het mengen van gevaarlijke afvalstoffen buiten een inrichting verboden is. In combinatie met de plicht die afvalproducenten hebben om gevaarlijke afvalstoffen gescheiden af te geven, moesten inzamelaars en vervoerders de verschillende gevaarlijke afvalstoffen reeds gescheiden houden.

Onderstaand is een tabel opgenomen die een opsomming van afvalstofcodes afkomstig uit de Europese afvalstoffenlijst (hierna: Eural-codes) bevat om aan te geven welke afvalstofcodes in de regel onder welke categorie vallen. De tabel met Eural-codes is opgenomen om extra handvatten te geven voor de praktijk en is indicatief van aard. De omschrijving van de categorie is leidend bij de beoordeling onder welke categorie een gevaarlijke afvalstof valt. Deze regeling laat de werking van andere regelgeving onverlet. In regelgeving rondom bijvoorbeeld arbeidsveiligheid of transport kunnen eisen zijn gesteld die verdergaande scheiding vereisen.

In de categorieën 11, 13, 37 staat in de omschrijving het begrip ‘partij’. Met het begrip partij wordt gedoeld op een hoeveelheid gevaarlijk afval die afkomstig is van één primaire afvalproducent met een zelfde Eural-codeen uit hetzelfde productieproces of vanaf dezelfde saneringslocatie. Een partij kan bestaan uit meerdere eenheden of vrachten, mits deze vrachten of eenheden qua aard, samenstelling en mate van verontreiniging overeenkomen. Voor bepaalde verwerkingsmethodes van gevaarlijk afval is het belangrijk dat er partijen worden aangeleverd om een hoogwaardige verwerking te realiseren.

In categorie 13 staat in de omschrijving 'niet aan de specificaties voldoen'. De specificaties worden bepaald door andere regelgeving. Het is niet wenselijk om een uitputtend overzicht op te nemen van alle specificaties die van toepassing kunnen zijn, omdat dit reeds wordt geregeld in regelgeving rondom brandstoffen en oliën. Een aantal voorbeelden van specificaties zijn: een maximum gehalte aan halogenen op basis van het Besluit organisch-halogeengehalte van brandstoffen, een maximum gehalte aan zwavel op basis van het Besluit zwavelgehalte brandstoffen of het Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer, de maximale gehalten aan PCB's, en een maximum gehalte aan lood specifiek voor benzine op basis van het Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer.

2.3 Inwerkingtreding

De onderhavige wijzigingsregeling treedt met ingang van 1 oktober 2010 in werking. Vanwege het kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten 1 is voor deze datum gekozen en is er een invoeringstermijn van ten minste twee maanden in acht genomen.

3. Milieueffecten

Deze wijzigingsregeling zorgt voor een verbetering van het doelmatige beheer van gevaarlijke afvalstoffen. De verwerking van gevaarlijke afvalstoffen dient overeenkomstig de minimumstandaarden te geschieden zoals die zijn vastgelegd in het Landelijk afvalbeheerplan. De herziene omschrijvingen van de sectorplannen in het Landelijk afvalbeheerplan 2 sluiten aan bij de indeling van de categorieën in de gewijzigde bijlage van de onderhavige wijzigingsregeling. De wijziging van de categorieën zorgt er voor dat meer categorieën gevaarlijke afvalstoffen gescheiden gehouden dienen te worden. De uitbreiding en de herziening van de afbakening van de categorieën hebben als doel het verhogen van het aanbod van gevaarlijke afvalstoffen voor specifieke verwerkingsprocessen. Het doel van de wijzigingsregeling is tevens om de kwaliteit van de aangeboden gevaarlijke afvalstoffen te verbeteren doordat de afvalstoffen minder verontreinigd zijn met andere gevaarlijke afvalstoffen die niet binnen dezelfde categorie vallen. Dit zal leiden tot een betere en hoogwaardige verwerking van een aantal gevaarlijke afvalstromen. Een (te) laagwaardige verwerking van gevaarlijke afvalstoffen kan risico’s en schade opleveren voor het milieu en de volksgezondheid. Deze wijziging van de regeling waarborgt een hoge mate van bescherming van het milieu door een betere afstemming op de verwerkingsprocessen voor gevaarlijke afvalstoffen ten aanzien van de plichten om gevaarlijke afvalstoffen gescheiden te houden.

4. 4. Bedrijfseffecten en administratieve lasten

4.1 Bedrijfseffecten

De regeling ziet enkel op de actoren binnen de keten van gevaarlijke afvalstoffen. Handelingen met niet-gevaarlijke afvalstoffen vallen niet onder de werkingssfeer van de regeling. Deze wijziging van de regeling heeft enkel gevolgen voor ondernemingen die activiteiten ontplooien waardoor zij zijn te kwalificeren als inzamelaars of vervoerders van gevaarlijk afval, bewerkers of verwerkers van gevaarlijk afval of producenten van gevaarlijk afval. Er ontstaan met de wijzigingsregeling geen nieuwe verplichtingen. De explicitering van de verplichting voor inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen is bedoeld om te verduidelijken voor welke doelgroepen er op grond van de regeling verplichtingen gelden en introduceert daarmee geen nieuwe verplichtingen.

Bedrijven die onder de werkingssfeer van deze regeling vallen, dienen zich ervan te vergewissen dat de indeling van de categorieën gevaarlijke afvalstoffen door deze wijziging verandert. De producenten van gevaarlijke afvalstoffen zullen over het algemeen geen kennis hoeven te hebben van alle categorieën, omdat ze slechts met enkele categorieën te maken hebben. De verandering van de indeling en afbakening van de categorieën heeft als gevolg dat bepaalde gevaarlijke afvalstoffen in een andere categorie zullen vallen. Er is sprake van een sluitende indeling van gevaarlijke afvalstoffen, waardoor elke gevaarlijke afvalstof altijd binnen één van de categorieën valt. Dit is geen verandering ten opzichte van de oorspronkelijke regeling. Er zijn bij deze wijziging nieuwe categorieën gevaarlijke afvalstoffen toegevoegd en er zijn categorieën die voorheen separaat waren, samengevoegd tot één categorie. Door de herziene indeling zullen er zowel bedrijven die gevaarlijke afvalstoffen produceren zijn, die in meer verschillende categorieën vallen dan voorheen het geval was, als bedrijven die gevaarlijke afvalstoffen produceren, die in minder categorieën vallen dan voorheen. Het effect voor bedrijven zal zijn dat er mogelijk extra opslagcapaciteit moet worden gerealiseerd of bestaande opslagcapaciteit in meerdere units moet worden opgesplitst om te kunnen waarborgen dat een categorie gevaarlijke afvalstoffen gescheiden blijft van andere categorieën gevaarlijke afvalstoffen, van andere afvalstoffen en van stoffen, preparaten en andere producten. Het aantal, dat gescheiden moet worden gehouden, verandert niet door deze wijziging. Alle gevaarlijke afvalstoffen vielen reeds binnen een categorie en dienden al gescheiden te worden gehouden.

4.2 Administratieve lasten

De wijziging van de regeling voorziet niet in nieuwe plichten. De reeds bestaande plichten die zien op het scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen blijven gehandhaafd. Er worden met deze wijzigingsregeling geen verplichtingen aan het bedrijfsleven opgelegd om gegevens bij te houden of toe te zenden aan een overheidsinstantie. Deze wijziging van de regeling kent daarom geen toename in administratieve lasten.

5. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Om de uitvoerbaarheid van de regeling te vergroten staat in de onderstaande tabel een indicatief overzicht van de verschillende Eural-codes die kunnen vallen onder de genoemde categorie van gevaarlijke afvalstoffen. In veel gevallen is een Eural-code niet aan één enkele categorie toe te wijzen. Eural-codes zijn in de regel ruimer geformuleerd dan de categorieën in deze regeling. Hierdoor kunnen zij naast de categorie waaronder zij genoemd zijn ook betrekking hebben op afval dat valt onder de omschrijving van een andere categorie. De Eural-codes die staan vermeld vallen binnen de categorie voor zover zij voldoen aan de omschrijving van de categorie. De tabel is indicatief bedoeld en beoogt een nader beeld te geven van het afval dat onder een categorie valt. De omschrijving van de categorie is leidend voor de werkingssfeer van de regeling, niet de onderstaande tabel met Eural-codes.

In de tabel is per categorie een opsomming gegeven van de industrietakken / processen waar het merendeel van de gevaarlijke afvalstoffen uit de genoemde categorieën vrijkomt. Deze gegevens zijn verkregen door meldingen op basis van het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. Dit onderdeel van de tabel is niet uitputtend en enkel bedoeld om extra inzicht te geven uit welke processen normaliter de gevaarlijke afvalstoffen onder de genoemde categorieën vrijkomen. Alleen de meest voorkomende bronnen van het betreffende gevaarlijke afval zijn in de onderstaande tabel opgenomen.

De handhaving van de regeling ligt bij meerdere instanties. De VROM-Inspectie zal toezicht houden op de naleving van de regeling voor zover deze betrekking heeft op inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen. Deze bevoegdheid staat los van de handhaving op basis van artikel 10.54 Wet milieubeheer die door gedeputeerde staten of burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur van een waterschap geschiedt. De handhaving voor de andere normadressanten wordt niet gewijzigd door deze regeling. Bij de handhaving van de regeling kan een handhaver verlangen dat inzichtelijk wordt gemaakt dat er geen overtreding is van de scheidingsplichten en een gevaarlijke afvalstof in de juiste categorie wordt ondergebracht.

Tabel met een overzicht van indicatieve Euralcodes per categorie en industrietakken waar de meeste afvalstoffen uit de categorie ontstaan

Categorienr.

Indicatieve Euralcodes per categorie en

industrietakken waar de meeste afvalstoffen uit de categorie ontstaan

1

160107*

150202* 

 

Handel in en reparatie van auto's en motorfietsen; benzineservicestations

2

090101*

090102*

090103*

090104*

 

Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media

Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen

Gezondheids- en welzijnszorg (röntgenapparatuur)

3

090101*

090102*

090103*

090105*

 

Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media

Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen

Gezondheids- en welzijnszorg (röntgenapparatuur)

4

090101*

090102*

090103*

090104* 

090105* 

 

Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media

Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen

Gezondheids- en welzijnszorg (röntgenapparatuur)

5

060311*

110301*

 

Vervaardigen en bewerken van metaal

6

120107*

120110*

130110*

130111*

130112*

130113*

130205*

130206*

130207*

130208*

130307*

130308*

130309*

130310*

Handel in en reparatie van auto's en motorfietsen; benzineservicestations

Transportsector

Autodemontagebedrijven

7

120106*

120110*

130109*

130111*

130113*

130204*

130206*

130208*

130306*

 

 Diverse bronnen

8

150110*

150111*

 

Chemische industrie

Bouwnijverheid

KCA-depots

9

170301*

170303*

 

Bouwnijverheid

Voorbereiding tot recycling (brekers)

10

170301*

170303*

 

Bouwnijverheid

Voorbereiding tot recycling (brekers)

11

070104*

070204*

070304*

070404*

070504*

070604*

070704*

140603*

160114*

200113*

 

Chemische industrie

Aardolie- en steenkoolverwerkende industrie

12

050102*

050103*

120118*

130501*

130502*

130503*

130506*

130507*

130508*

130801*

160708*

190810*

 

Handel in en reparatie van auto's en motorfietsen; benzineservicestations

KCA-depots

13

050105*

120119*

130701*

130702*

130703*

190207*

200126*

Vervoer over water

Tankreiniging

14

010505*

 

Aardolie- en aardgaswinning en dienstverlening daarbij

15

120106*

120107*

120108*

120109*

120118*

120119*

 

Vervaardigen en bewerken van metaal

16

190111*

 

Afvalverbrandingsinstallaties

17

190113*

 

Afvalverbrandingsinstallaties

18

060403*

 

Diverse bronnen

19

190107*

190113*

190115*

 

Verbranden van zuiveringsslib

20

110105*

 

Vervaardigen en bewerken van metaal

21

110106*

110107*

110111*

 

Bewerken van metaal

Vervaardigen van elektrische en elektronische apparatuur

22

060313*

110106*

110107*

110113*

 

Chemische industrie

Bewerken van metaal

Vervaardigen van elektrische en elektronische apparatuur

23 

190205*

 

Afvalverwerkers (ONO's)

Industrie met eigen ONO-installatie

24

160211*

160213*

160215*

200123*

200135*

 

Organisaties / bedrijven die oude apparatuur innemen,

waaronder detaillisten en kringloopbedrijven

25

120116*

 

Bewerken van metaal

Bouwnijverheid

Vervaardiging van transportmiddelen, niet zijnde auto's

26

160601*

 

Handel in en reparatie van auto's en motorfietsen; benzineservicestations

Accuhandelaars

KCA-depots

27

090111*

    

KCA-depots en bedrijven die batterijen innemen

Kleine hoeveelheden bij elk bedrijf

28

200121*

 

KCA-depots

Kleine hoeveelheden bij elk bedrijf

Bouwnijverheid (onderhoud en sloop kantoorpanden)

29

160108*

   

Bouwnijverheid

Aardolie en aardgaswinning (met kwikverontreinigde apparaten)

Kwikschakelaars, kwikthermometers en kwikbarometers: diverse bronnen

30

050701*

      

Aardolie- en aardgaswinning en dienstverlening daarbij

Tandartsen

31

180103*

  

Gezondheids- en welzijnszorg

32

060701*

      

Bouwnijverheid

33

191003*

  

Shredderinstallaties

34

130101*

     

Diverse bronnen

35

160209*

  

Diverse bronnen

36

170409*

 

Bouwnijverheid

37

170503*

 

Bouwnijverheid (grondsanering en graafwerkzaamheden)

38

191206*

  

Bouwnijverheid (sloop)

Milieustraat

39

060101*

  

Vervaardigen en bewerken van metaal

Chemische industrie

Vervaardigen van elektrische en elektronische apparatuur

40

050107*

    

Petrochemische industrie

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.C. Huizinga-Heringa.


XNoot
1

Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309.

Naar boven