1. oliefilters afkomstig uit vaartuigen, voertuigen en machines;
2. zwart/wit-fixeer, zwart-witontwikkelaar en mengsels van deze afvalstoffen met een zilvergehalte groter dan 50 mg/l;
3. bleekfixeer, kleurontwikkelaar en mengsels van deze afvalstoffen met een zilvergehalte groter dan 100 mg/l;
4. zwart-witfixeer, zwart-witontwikkelaar en mengsels van deze afvalstoffen met een zilvergehalte kleiner dan 50 mg/l en bleekfixeer,
kleurontwikkelaar en mengsels van deze afvalstoffen met een zilvergehalte kleiner dan 100 mg/l;
5. hardingszouten;
6. afgewerkte olie van minerale of synthetische oorsprong (inclusief mengsels) met de volgende kenmerken:
– het gehalte aan polychloorbifenylen kleiner is dan of gelijk is aan 0,5 mg/kg per congeneer 28, 52, 101, 118, 138, 153 of
180,
– het gehalte aan organische halogeenverbindingen, berekend als chloor, kleiner is dan of gelijk is aan 1000 mg/kg,
– het vlampunt groter is dan of gelijk is aan 55°C, en
– het sedimentgehalte is maximaal 5 volumeprocent en het watergehalte is maximaal 10 volumeprocent;
7. afgewerkte olie van minerale of synthetische oorsprong (inclusief mengsels) met de volgende kenmerken:
– het gehalte aan polychloorbifenylen kleiner is dan of gelijk is aan 0,5 mg/kg per congeneer 28, 52, 101, 118, 138, 153 of
180,
– het gehalte aan organische halogeenverbindingen, berekend als chloor, groter is dan 1000 mg/kg, en
– het sedimentgehalte maximaal 5 volumeprocent is en het watergehalte maximaal 10 volumeprocent is;
8. verpakkingen van verf, lijm, kit en hars, voor zover verontreinigd met niet volledig uitgeharde restanten;
9. asfalt waarvan het somtotaal van de concentratie aan PAK-10 gelijk is aan dan wel meer bedraagt dan 75 mg/kg;
10. teerhoudend dakafval en composieten van teerhoudend- of bitumineus dakafval voor zover de concentratie aan PAK-10 gelijk is
aan dan wel groter is dan 75 mg/kg;
11. oplosmiddelen en glycolen met maximaal 0,5% fluor en maximaal 4% chloor en maximaal 4% broom en maximaal 4% jood, voor zover
het gaat om één partij, afkomstig van één ontdoener en waarvan de hoeveelheidsgrens van 1000 liter per partij wordt overschreden;
12. olie/water/slib-mengsels, voorzover niet vallend onder de categorieën 6, 7, 13, 14, 15 en 34 en met een van de volgende kenmerken:
– een sedimentgehalte gelijk aan of hoger dan 5 volumeprocent, of
– een watergehalte gelijk aan of hoger dan 10 volumeprocent;
13. niet-gebruikte oliën en partijen olie en brandstof die niet aan de specificaties voldoen (off-spec partijen);
14. boorspoeling op oliebasis (obm), met obm verontreinigd boorgruis en de oliefractie van met obm verontreinigde stoffen;
15. oliehoudende vloeistof die bij de bewerking van metalen en kunststoffen is toegepast, waaronder boor-, snij-, slijp- en walsolie;
16. bodemas die resteert na verbranding in een roosteroven of wervelbedoven binnen een inrichting die uitsluitend of in hoofdzaak
is bestemd voor het verbranden van huishoudelijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste
lid, van de Wet milieubeheer;
17. vliegas die resteert na verbranding in een roosteroven of wervelbedoven binnen een inrichting die uitsluitend of in hoofdzaak
is bestemd voor het verbranden van huishoudelijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste
lid, van de Wet milieubeheer;
18. arseensulfideslib en arseensulfide-filterkoek;
19. as die resteert na verbranding van afvalstoffen in slibverbrandingsinstallatie (SVI);
20. ijzerhoudende beitsbaden op basis van zoutzuur;
21. zuren, basen en afvalwaterstromen die edelmetalen als goud, zilver, platina, palladium, rhodium, iridium en ruthenium bevatten;
22. metaalhoudende afvalwaters, niet zijnde categorie 20 of 21,met een van de volgende kenmerken:
– een cadmiumgehalte van meer dan 0,2 mg/l in de waterfractie,
– een gehalte aan zeswaardig chroom van meer dan 0,1 mg/l in de waterfractie,
– een cyanidegehalte (vrij cyanide) van meer dan 1,0 mg/l in de waterfractie, of
– een somgehalte aan de metalen arseen, chroom, cobalt, koper, molybdeen, lood, nikkel, tin, vanadium, zink en ijzer van meer
dan 200 mg/l, waarvan meer dan 25 mg/l in de waterfractie;
23. ONO-filterkoek;
24. afgedankte elektrische en elektronische apparatuur die valt onder het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur
en voor zover niet vallend onder enige andere categorie van deze regeling;
25. straalgrit dat op grond van de Regeling niet-reinigbaar straalgrit reinigbaar is;
26. loodzuur batterijen en accu’s;
27. batterijen en accu’s als bedoeld in de Regeling beheer batterijen en accu’s 2008 voor zover niet zijnde loodzuur batterijen
en accu’s (categorie 26);
28. gasontladingslampen;
29. voorwerpen met een gehalte aan kwik van meer dan 10 mg/kg;
30. amalgaam, sludges, slibben, actief kool, filterkoeken en fluorescentiepoeders met een gehalte aan kwik van meer dan 10 mg/kg;
31. afval met een infectierisico, afkomstig van de gezondheidszorg voor mens of dier of van verwant onderzoek;
32. asbest, asbesthoudende voorwerpen en andere en met asbest verontreinigde afvalstoffen, voor zover de concentratie serpentijnasbest,
vermeerderd met tien maal de concentratie amfiboolasbest, bepaald overeenkomstig een in de Productenregeling asbest vastgestelde
methode, hoger is dan 100 mg/kg droge stof;
33. reststroom van het shredderen van (onderdelen van) autowrakken of afgedankte elektrische en elektronische apparatuur [shredderafval];
34. PCB-houdende afvalstoffen voor zover niet vallende onder categorie 35 en waarvan het PCB-gehalte groter is dan 0,5 mg/kg per
congeneer 28, 52, 101, 118, 138, 153 en 180;
35. apparaten waarvan de in het apparaat aanwezige vloeistof een PCB-gehalte heeft groter dan 0,5 mg/kg per congeneer 28, 52,
101, 118, 138, 153 en 180, betrokken op deze in het apparaat aanwezige vloeistof;
36. metaalafvalstoffen met aanhangende olie of emulsie;
37. verontreinigde grond van verschillende saneringslocaties, tenzij het gaat om partijen waarvoor een verklaring van niet-reinigbaarheid
is afgegeven door Agentschap NL;
38. hout dat, teneinde zo de duurzaamheid te verbeteren, is behandeld met middelen die koper en chroom (CC-hout) of koper, chroom
en arseen (CCA-hout) bevatten;
39. zwavelzuur;
40. zuurteer en overig afval met een zwavelgehalte van minimaal 5 gewichtsprocent, niet zijnde zwavelzuur (categorie 39);
41. overig gevaarlijk afval met een soortelijk gewicht van meer dan 1100 kg/m3;
42. overig gevaarlijk afval met een soortelijk gewicht van 1100 kg/m3 of minder.
TOELICHTING
1. Aanleiding
De aanleiding voor de onderhavige wijzing van de Regeling scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen (hierna:
de regeling) is allereerst de noodzaak om de regeling ten aanzien van de doelgroep in overeenstemming te brengen met de van
toepassingzijnde Europese regelgeving.
Daarnaast ligt de aanleiding voor de wijziging van de regeling in de behoefte tot actualisering van de indeling van de verschillende
categorieën gevaarlijke afvalstoffen die gescheiden moeten worden gehouden, zoals deze in de bijlage bij de regeling is neergelegd.
De indeling van categorieën is gebaseerd op de wijze van verwerking van de verschillende afvalstoffen. Na de inwerkingtreding
van de oorspronkelijke regeling zijn er veranderingen opgetreden in de praktijk van de verwerking van gevaarlijke afvalstoffen
en mede daardoor zijn de accenten binnen het beleid op afvalverwerking verlegd. De geactualiseerde indeling die deze wijzigingsregeling
introduceert sluit aan op de herziene sectorplannen die het Landelijk afvalbeheerplan 2 hanteert en hiermee wordt een grote
mate van consistentie bewerkstelligd tussen de beleidsinstrumenten rond afvalverwerking.
2. Inhoud van de regeling
2.1 Normadressaat
Door deze regeling is de groep ondernemingen waar de regeling verplichtingen aan oplegt, uitgebreid. In de oorspronkelijke
regeling werden geen verplichtingen aan inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen opgelegd. Artikel 18, eerste
lid, van richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008 betreffende
afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PbEU L 312) verplicht lidstaten de nodige maatregelen te nemen
om ervoor te zorgen dat gevaarlijke afvalstoffen niet worden gemengd met andere categorieën gevaarlijke afvalstoffen, noch
met andere afvalstoffen, stoffen of materialen. Om voor de gehele keten te waarborgen dat aan deze bepaling van richtlijn
2008/98/EG wordt voldaan, zijn met de onderhavige wijziging ook inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen onder
de reikwijdte van artikel 2 van de regeling gebracht. Daardoor dienen inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen
gedurende de gehele tijd dat de vervoerder of de inzamelaar de afvalstoffen onder zich heeft, de verschillende categorieën
gevaarlijke afvalstoffen gescheiden te houden van elkaar en van andere afvalstoffen, stoffen, preparaten en producten.
Inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen hoeven niet te voldoen aan de andere verplichtingen die de regeling
kent. Zij hebben niet de plicht de verschillende categorieën gevaarlijke afvalstoffen die verkeerd zijn afgegeven, te scheiden.
Deze verplichting is niet aan inzamelaars en vervoerders opgelegd, omdat het scheiden van gevaarlijke afvalstoffen een activiteit
met afvalstoffen is die binnen een inrichting dient plaats te vinden om voldoende te waarborgen dat het scheidingsproces op
een milieuhygiënisch verantwoorde wijze geschiedt.
Door de verwijzing in artikel 2.12 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer naar de bijlage bij deze
regeling is de onderhavige wijzigingsregeling tevens relevant voor ondernemingen die onder de werkingssfeer van de algemene
regels voor afval van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer vallen. Zij moeten hun gevaarlijke afvalstoffen
gescheiden houden volgens de geactualiseerde indeling in categorieën.
2.2 Categorieën gevaarlijke afvalstoffen
Met de onderhavige regeling is de bijlage met categorieën van gevaarlijke afvalstoffen van de regeling vervangen door een
nieuwe bijlage met een andere indeling in en omschrijvingen van de categorieën. Bij de actualisering van de indeling is er
gekeken naar de milieuhygiënische redenen voor het gescheiden houden van de verschillende categorieën afvalstoffen. De bestaande
verwerkingsroutes voor de categorieën vormt het uitgangspunt voor de nieuwe indeling. De omschrijvingen van de categorieën
gevaarlijke afvalstoffen die in de bijlage worden gehanteerd, sluiten aan bij de omschrijvingen in de sectorplannen uit het
Landelijk afvalbeheerplan 2. Afvalstoffen die wel onder de omschrijving van een categorie vallen, maar niet onder de definitie
van gevaarlijke afvalstof, bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zijn niet onderhevig aan de normen uit de regeling.
In een aantal omschrijvingen worden grenswaarden voor het gehalte aan (gevaarlijke) stoffen gehanteerd. Deze grenswaarden
beogen de categorieën duidelijk af te bakenen. Er wordt niet beoogd nieuwe verplichtingen voor het nemen van monsters te introduceren.
Producenten van afvalstoffen moeten reeds kennis hebben van de samenstelling van de afvalstoffen die normaliter ontstaan binnen
hun productieproces en waarvan zij zich ontdoen.
De explicitering van de verplichting voor inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen is bedoeld om te verduidelijken
voor welke doelgroepen er op grond van de regeling verplichtingen gelden. Inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen
waren reeds op grond van het verbod om buiten een inrichting gevaarlijke afvalstoffen nuttig toe te passen of te verwijderen,
verplicht om gevaarlijke afvalstoffen gescheiden te houden. Dit verbod houdt namelijk in dat, onder andere, het mengen van
gevaarlijke afvalstoffen buiten een inrichting verboden is. In combinatie met de plicht die afvalproducenten hebben om gevaarlijke
afvalstoffen gescheiden af te geven, moesten inzamelaars en vervoerders de verschillende gevaarlijke afvalstoffen reeds gescheiden
houden.
Onderstaand is een tabel opgenomen die een opsomming van afvalstofcodes afkomstig uit de Europese afvalstoffenlijst (hierna:
Eural-codes) bevat om aan te geven welke afvalstofcodes in de regel onder welke categorie vallen. De tabel met Eural-codes
is opgenomen om extra handvatten te geven voor de praktijk en is indicatief van aard. De omschrijving van de categorie is
leidend bij de beoordeling onder welke categorie een gevaarlijke afvalstof valt. Deze regeling laat de werking van andere
regelgeving onverlet. In regelgeving rondom bijvoorbeeld arbeidsveiligheid of transport kunnen eisen zijn gesteld die verdergaande
scheiding vereisen.
In de categorieën 11, 13, 37 staat in de omschrijving het begrip ‘partij’. Met het begrip partij wordt gedoeld op een hoeveelheid
gevaarlijk afval die afkomstig is van één primaire afvalproducent met een zelfde Eural-codeen uit hetzelfde productieproces
of vanaf dezelfde saneringslocatie. Een partij kan bestaan uit meerdere eenheden of vrachten, mits deze vrachten of eenheden
qua aard, samenstelling en mate van verontreiniging overeenkomen. Voor bepaalde verwerkingsmethodes van gevaarlijk afval is
het belangrijk dat er partijen worden aangeleverd om een hoogwaardige verwerking te realiseren.
In categorie 13 staat in de omschrijving 'niet aan de specificaties voldoen'. De specificaties worden bepaald door andere
regelgeving. Het is niet wenselijk om een uitputtend overzicht op te nemen van alle specificaties die van toepassing kunnen
zijn, omdat dit reeds wordt geregeld in regelgeving rondom brandstoffen en oliën. Een aantal voorbeelden van specificaties
zijn: een maximum gehalte aan halogenen op basis van het Besluit organisch-halogeengehalte van brandstoffen, een maximum gehalte
aan zwavel op basis van het Besluit zwavelgehalte brandstoffen of het Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer, de
maximale gehalten aan PCB's, en een maximum gehalte aan lood specifiek voor benzine op basis van het Besluit kwaliteitseisen
brandstoffen wegverkeer.
2.3 Inwerkingtreding
De onderhavige wijzigingsregeling treedt met ingang van 1 oktober 2010 in werking. Vanwege het kabinetsstandpunt inzake Vaste
Verandermomenten 1 is voor deze datum gekozen en is er een invoeringstermijn van ten minste twee maanden in acht genomen.
3. Milieueffecten
Deze wijzigingsregeling zorgt voor een verbetering van het doelmatige beheer van gevaarlijke afvalstoffen. De verwerking van
gevaarlijke afvalstoffen dient overeenkomstig de minimumstandaarden te geschieden zoals die zijn vastgelegd in het Landelijk
afvalbeheerplan. De herziene omschrijvingen van de sectorplannen in het Landelijk afvalbeheerplan 2 sluiten aan bij de indeling
van de categorieën in de gewijzigde bijlage van de onderhavige wijzigingsregeling. De wijziging van de categorieën zorgt er
voor dat meer categorieën gevaarlijke afvalstoffen gescheiden gehouden dienen te worden. De uitbreiding en de herziening van
de afbakening van de categorieën hebben als doel het verhogen van het aanbod van gevaarlijke afvalstoffen voor specifieke
verwerkingsprocessen. Het doel van de wijzigingsregeling is tevens om de kwaliteit van de aangeboden gevaarlijke afvalstoffen
te verbeteren doordat de afvalstoffen minder verontreinigd zijn met andere gevaarlijke afvalstoffen die niet binnen dezelfde
categorie vallen. Dit zal leiden tot een betere en hoogwaardige verwerking van een aantal gevaarlijke afvalstromen. Een (te)
laagwaardige verwerking van gevaarlijke afvalstoffen kan risico’s en schade opleveren voor het milieu en de volksgezondheid.
Deze wijziging van de regeling waarborgt een hoge mate van bescherming van het milieu door een betere afstemming op de verwerkingsprocessen
voor gevaarlijke afvalstoffen ten aanzien van de plichten om gevaarlijke afvalstoffen gescheiden te houden.
4. 4. Bedrijfseffecten en administratieve lasten
4.1 Bedrijfseffecten
De regeling ziet enkel op de actoren binnen de keten van gevaarlijke afvalstoffen. Handelingen met niet-gevaarlijke afvalstoffen
vallen niet onder de werkingssfeer van de regeling. Deze wijziging van de regeling heeft enkel gevolgen voor ondernemingen
die activiteiten ontplooien waardoor zij zijn te kwalificeren als inzamelaars of vervoerders van gevaarlijk afval, bewerkers
of verwerkers van gevaarlijk afval of producenten van gevaarlijk afval. Er ontstaan met de wijzigingsregeling geen nieuwe
verplichtingen. De explicitering van de verplichting voor inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen is bedoeld
om te verduidelijken voor welke doelgroepen er op grond van de regeling verplichtingen gelden en introduceert daarmee geen
nieuwe verplichtingen.
Bedrijven die onder de werkingssfeer van deze regeling vallen, dienen zich ervan te vergewissen dat de indeling van de categorieën
gevaarlijke afvalstoffen door deze wijziging verandert. De producenten van gevaarlijke afvalstoffen zullen over het algemeen
geen kennis hoeven te hebben van alle categorieën, omdat ze slechts met enkele categorieën te maken hebben. De verandering
van de indeling en afbakening van de categorieën heeft als gevolg dat bepaalde gevaarlijke afvalstoffen in een andere categorie
zullen vallen. Er is sprake van een sluitende indeling van gevaarlijke afvalstoffen, waardoor elke gevaarlijke afvalstof altijd
binnen één van de categorieën valt. Dit is geen verandering ten opzichte van de oorspronkelijke regeling. Er zijn bij deze
wijziging nieuwe categorieën gevaarlijke afvalstoffen toegevoegd en er zijn categorieën die voorheen separaat waren, samengevoegd
tot één categorie. Door de herziene indeling zullen er zowel bedrijven die gevaarlijke afvalstoffen produceren zijn, die in
meer verschillende categorieën vallen dan voorheen het geval was, als bedrijven die gevaarlijke afvalstoffen produceren, die
in minder categorieën vallen dan voorheen. Het effect voor bedrijven zal zijn dat er mogelijk extra opslagcapaciteit moet
worden gerealiseerd of bestaande opslagcapaciteit in meerdere units moet worden opgesplitst om te kunnen waarborgen dat een
categorie gevaarlijke afvalstoffen gescheiden blijft van andere categorieën gevaarlijke afvalstoffen, van andere afvalstoffen
en van stoffen, preparaten en andere producten. Het aantal, dat gescheiden moet worden gehouden, verandert niet door deze
wijziging. Alle gevaarlijke afvalstoffen vielen reeds binnen een categorie en dienden al gescheiden te worden gehouden.
4.2 Administratieve lasten
De wijziging van de regeling voorziet niet in nieuwe plichten. De reeds bestaande plichten die zien op het scheiden en gescheiden
houden van gevaarlijke afvalstoffen blijven gehandhaafd. Er worden met deze wijzigingsregeling geen verplichtingen aan het
bedrijfsleven opgelegd om gegevens bij te houden of toe te zenden aan een overheidsinstantie. Deze wijziging van de regeling
kent daarom geen toename in administratieve lasten.
5. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid
Om de uitvoerbaarheid van de regeling te vergroten staat in de onderstaande tabel een indicatief overzicht van de verschillende
Eural-codes die kunnen vallen onder de genoemde categorie van gevaarlijke afvalstoffen. In veel gevallen is een Eural-code
niet aan één enkele categorie toe te wijzen. Eural-codes zijn in de regel ruimer geformuleerd dan de categorieën in deze regeling.
Hierdoor kunnen zij naast de categorie waaronder zij genoemd zijn ook betrekking hebben op afval dat valt onder de omschrijving
van een andere categorie. De Eural-codes die staan vermeld vallen binnen de categorie voor zover zij voldoen aan de omschrijving
van de categorie. De tabel is indicatief bedoeld en beoogt een nader beeld te geven van het afval dat onder een categorie
valt. De omschrijving van de categorie is leidend voor de werkingssfeer van de regeling, niet de onderstaande tabel met Eural-codes.
In de tabel is per categorie een opsomming gegeven van de industrietakken / processen waar het merendeel van de gevaarlijke
afvalstoffen uit de genoemde categorieën vrijkomt. Deze gegevens zijn verkregen door meldingen op basis van het Besluit melden
bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. Dit onderdeel van de tabel is niet uitputtend en enkel bedoeld om extra
inzicht te geven uit welke processen normaliter de gevaarlijke afvalstoffen onder de genoemde categorieën vrijkomen. Alleen
de meest voorkomende bronnen van het betreffende gevaarlijke afval zijn in de onderstaande tabel opgenomen.
De handhaving van de regeling ligt bij meerdere instanties. De VROM-Inspectie zal toezicht houden op de naleving van de regeling
voor zover deze betrekking heeft op inzamelaars en vervoerders van gevaarlijke afvalstoffen. Deze bevoegdheid staat los van
de handhaving op basis van artikel 10.54 Wet milieubeheer die door gedeputeerde staten of burgemeester en wethouders of het
dagelijks bestuur van een waterschap geschiedt. De handhaving voor de andere normadressanten wordt niet gewijzigd door deze
regeling. Bij de handhaving van de regeling kan een handhaver verlangen dat inzichtelijk wordt gemaakt dat er geen overtreding
is van de scheidingsplichten en een gevaarlijke afvalstof in de juiste categorie wordt ondergebracht.
Tabel met een overzicht van indicatieve Euralcodes per categorie en industrietakken waar de meeste afvalstoffen uit de categorie
ontstaan
Categorienr. | Indicatieve Euralcodes per categorie en industrietakken waar de meeste afvalstoffen uit de categorie ontstaan |
---|
1 | 160107* | 150202* | |
Handel in en reparatie van auto's en motorfietsen; benzineservicestations |
2 | 090101* | 090102* | 090103* | 090104* | |
Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media |
Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen |
Gezondheids- en welzijnszorg (röntgenapparatuur) |
3 | 090101* | 090102* | 090103* | 090105* | |
Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media |
Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen |
Gezondheids- en welzijnszorg (röntgenapparatuur) |
4 | 090101* | 090102* | 090103* | 090104* | 090105* | |
Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media |
Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen |
Gezondheids- en welzijnszorg (röntgenapparatuur) |
5 | 060311* | 110301* | |
Vervaardigen en bewerken van metaal |
6 | 120107* | 120110* | 130110* | 130111* | 130112* | 130113* | 130205* |
130206* | 130207* | 130208* | 130307* | 130308* | 130309* | 130310* |
Handel in en reparatie van auto's en motorfietsen; benzineservicestations |
Transportsector |
Autodemontagebedrijven |
7 | 120106* | 120110* | 130109* | 130111* | 130113* | 130204* | 130206* |
130208* | 130306* | |
Diverse bronnen |
8 | 150110* | 150111* | |
Chemische industrie |
Bouwnijverheid |
KCA-depots |
9 | 170301* | 170303* | |
Bouwnijverheid |
Voorbereiding tot recycling (brekers) |
10 | 170301* | 170303* | |
Bouwnijverheid |
Voorbereiding tot recycling (brekers) |
11 | 070104* | 070204* | 070304* | 070404* | 070504* | 070604* | 070704* |
140603* | 160114* | 200113* | |
Chemische industrie |
Aardolie- en steenkoolverwerkende industrie |
12 | 050102* | 050103* | 120118* | 130501* | 130502* | 130503* | 130506* |
130507* | 130508* | 130801* | 160708* | 190810* | |
Handel in en reparatie van auto's en motorfietsen; benzineservicestations |
KCA-depots |
13 | 050105* | 120119* | 130701* | 130702* | 130703* | 190207* | 200126* |
Vervoer over water |
Tankreiniging |
14 | 010505* | |
Aardolie- en aardgaswinning en dienstverlening daarbij |
15 | 120106* | 120107* | 120108* | 120109* | 120118* | 120119* | |
Vervaardigen en bewerken van metaal |
16 | 190111* | |
Afvalverbrandingsinstallaties |
17 | 190113* | |
Afvalverbrandingsinstallaties |
18 | 060403* | |
Diverse bronnen |
19 | 190107* | 190113* | 190115* | |
Verbranden van zuiveringsslib |
20 | 110105* | |
Vervaardigen en bewerken van metaal |
21 | 110106* | 110107* | 110111* | |
Bewerken van metaal |
Vervaardigen van elektrische en elektronische apparatuur |
22 | 060313* | 110106* | 110107* | 110113* | |
Chemische industrie |
Bewerken van metaal |
Vervaardigen van elektrische en elektronische apparatuur |
23 | 190205* | |
Afvalverwerkers (ONO's) |
Industrie met eigen ONO-installatie |
24 | 160211* | 160213* | 160215* | 200123* | 200135* | |
Organisaties / bedrijven die oude apparatuur innemen, |
waaronder detaillisten en kringloopbedrijven |
25 | 120116* | |
Bewerken van metaal |
Bouwnijverheid |
Vervaardiging van transportmiddelen, niet zijnde auto's |
26 | 160601* | |
Handel in en reparatie van auto's en motorfietsen; benzineservicestations |
Accuhandelaars |
KCA-depots |
27 | 090111* | | | | |
KCA-depots en bedrijven die batterijen innemen |
Kleine hoeveelheden bij elk bedrijf |
28 | 200121* | |
KCA-depots |
Kleine hoeveelheden bij elk bedrijf |
Bouwnijverheid (onderhoud en sloop kantoorpanden) |
29 | 160108* | | | |
Bouwnijverheid |
Aardolie en aardgaswinning (met kwikverontreinigde apparaten) |
Kwikschakelaars, kwikthermometers en kwikbarometers: diverse bronnen |
30 | 050701* | | | | | | |
Aardolie- en aardgaswinning en dienstverlening daarbij |
Tandartsen |
31 | 180103* | | |
Gezondheids- en welzijnszorg |
32 | 060701* | | | | | | |
Bouwnijverheid |
33 | 191003* | | |
Shredderinstallaties |
34 | 130101* | | | | | |
Diverse bronnen |
35 | 160209* | | |
Diverse bronnen |
36 | 170409* | |
Bouwnijverheid |
37 | 170503* | |
Bouwnijverheid (grondsanering en graafwerkzaamheden) |
38 | 191206* | | |
Bouwnijverheid (sloop) |
Milieustraat |
39 | 060101* | | |
Vervaardigen en bewerken van metaal |
Chemische industrie |
Vervaardigen van elektrische en elektronische apparatuur |
40 | 050107* | | | | |
Petrochemische industrie |
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.C. Huizinga-Heringa.