Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2 juni 2010, nr. Z/F-3005101, houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met het verhogen van de doelmatigheidsgrens voor het verlenen van een voorschot op teveel betaalde inkomensafhankelijke bijdrage Zvw

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;

Gelet op artikel 50, vierde lid, van de Zorgverzekeringswet;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 5.13 van de Regeling zorgverzekering wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 25’ vervangen door: € 100.

2. In het zesde lid wordt de zinsnede ‘het kalenderjaar waarop de’ vervangen door: het kalenderjaar waarop.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2010, met dien verstande dat deze regeling voor het eerst van toepassing is op voorschotten over het jaar 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

TOELICHTING

Als van het inkomen van een burger meer inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) is ingehouden dan hij over zijn bijdrage-inkomen verschuldigd is, stelt de inspecteur het bedrag van de teveel betaalde bijdrage bij beschikking vast. Vooruitlopend op die beschikking verleent de inspecteur, als aan de in artikel 5.13, eerste lid, van de Regeling zorgverzekering genoemde voorwaarden is voldaan, een voorschot ter grootte van het vermoedelijk teveel betaalde bedrag.

Een van de voorwaarden om voor een voorschot in aanmerking te komen is dat het bedrag van de teveel betaalde bijdrage vermoedelijk ten minste € 25 op jaarbasis zal bedragen. Het recht op een voorschot wordt bepaald aan de hand van loongegevens van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop het voorschot betrekking heeft. Dit leidt er toe dat de juistheid van het voorschot met een zekere mate van onzekerheid is omkleed. Zo zijn over 2008 van de ongeveer 235 000 verstrekte voorschotten zo’n 10 000 voorschotten bij de definitieve afrekening geheel teruggevorderd. Van de teruggevorderde voorschotten was ruim 20% onder de € 100. Daarnaast zijn nog eens zo’n 34 000 voorschotten gedeeltelijk teruggevorderd.

Met ingang van 2009 hebben verzekeringsplichtigen die aan de in artikel 5.13, eerste lid, van de Regeling zorgverzekering genoemde voorwaarden voldoen, de mogelijkheid een voorschot aan te vragen als dat niet automatisch door de inspecteur wordt vastgesteld. Vrijwel geen enkele van de bijna 1000 aangevraagde voorschotten was lager dan € 100, terwijl van de automatisch verstrekte voorschotten slechts 12% lager was dan € 100. De voorzichtige conclusie is dan ook dat belanghebbenden niet een groot belang lijken te hechten aan een relatief laag voorschot.

Het voorgaande is aanleiding de ondergrens voor het verstrekken van een voorschot te verhogen naar € 100. Met onderhavige regeling wordt daar uitvoering aan gegeven. Op jaarbasis scheelt dit een kleine 30 000 voorschotten. Voor zover de betrokkenen op grond van hun definitieve loongegevens recht hebben op een teruggaaf, ontvangen zij deze uiteraard alsnog op het moment dat de definitieve afrekening plaatsvindt. Over het bedrag van de definitieve afrekening wordt bovendien heffingsrente vergoed vanaf 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarop de teruggaaf betrekking heeft. De verhoogde doelmatigheidsgrens is van toepassing op de teruggaven over het jaar 2010 en volgende jaren.

Tot slot is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in artikel 5.13 een redactionele aanpassing aan te brengen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

Naar boven