De Minister van Justitie,
Overwegende dat bij besluit van 24 augustus 2006, nr. 5438509/06/CBK, maximaal 300 medewerkers van de Inspectie Verkeer en
Waterstaat zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar ter zake van de opsporing van de in voornoemd besluit genoemde
strafbare feiten;
Overwegende dat op 1 april 2010 de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar (met kenmerk 5647961/10) inwerking is getreden
en dat in bijlage A-I van deze circulaire een onderscheid wordt gemaakt in zes domeinen waarbinnen per domein is aangegeven
welke wetten en artikelen de buitengewoon opsporingsambtenaren bevoegd zijn te handhaven en over welke bevoegdheden de buitengewoon
opsporingsambtenaren daarbij beschikken;
Overwegende dat paragraaf 4.2.2 van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar voorziet in een wijziging van de toezichthouder
en de direct toezichthouder op de buitengewoon opsporingsambtenaren in het domein Milieu en Welzijn;
Overwegende dat de Inspectie Verkeer en Waterstaat bij brief van 24 maart 2010 (met kenmerk 5647506/Justis/10) is geïnformeerd
over de domeinindeling en de wijziging van de toezichthouder en de direct toezichthouder;
Overwegende dat de Minister van Justitie op grond van artikel 6, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar
bevoegd is de akte van opsporingsbevoegdheid, de aanwijzing en de aanvullende opsporingsbevoegdheid ambtshalve te wijzigen
of te vervangen;
Gelet op artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering, artikel 17, eerste lid, onder 2°, van de Wet op de economische delicten,
de artikelen 6, tweede lid, en 36, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, laatstelijk gewijzigd op
30 januari 2010, en op de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar, kenmerk 5647961/10;
Besluit:
ARTIKEL I
Artikel 3 komt als volgt te luiden:
Artikel 3
1. De in artikel 2 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten genoemd in domein II Milieu en
Welzijn, van bijlage A-I van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling
van de aan de functie gerelateerde taken.
2. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland en daarbuiten voor zover de
Nederlandse rechtsmacht strekt en voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.
3. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het domein waarin
hij is aangesteld.
ARTIKEL II
Artikel 4 komt te luiden:
Artikel 4
1.
Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de Hoofdofficier van Justitie bij het Functioneel
Parket.
2. Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het Korps Landelijke Politiediensten.
ARTIKEL III
Artikel 7 komt te luiden:
Artikel 7
Aan de buitengewoon opsporingsambtenaar, genoemd in artikel 2, wordt ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 16, eerste
lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, onder de voorwaarden gesteld in het onderdeel semi-permanente ontheffing
van bijlage B-IV van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar.
ARTIKEL IV
Artikel 9 komt te luiden:
Artikel 9
De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis
van het besluit van 24 augustus 2006, nr. 5438509/06/CBK, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van het onderhavige
besluit.
ARTIKEL V
De bijlage van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar IVW 2006 vervalt.
ARTIKEL VI
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Bezwaar maken
U kunt tegen deze beslissing bezwaar maken bij de Minister van Justitie. U doet dit door schriftelijk een gemotiveerd bezwaarschrift
in te dienen binnen zes weken na dagtekening van deze beschikking. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:
Dienst Justis
Team BTR
Postbus 20300
2500 EH Den Haag
U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging
bij uw bezwaarschrift.
Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:
• uw naam en adres;
• de dagtekening;
• een kopie van de beslissing;
• de gronden van uw bezwaar;
• uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.