De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gelet op verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van de Europese Unie van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie-
en registratieregeling voor schapen en geiten en tot wijziging van verordening (EG) nr. 1782/2003 en de richtlijnen 92/102/EEG
en 64/432/EEG (PbEU L 5);
Gelet op beschikking nr. 2006/968/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 tot uitvoering van
verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad wat betreft richtsnoeren en procedures voor de elektronische identificatie van schapen
en geiten (PbEU L 401);
Gelet op artikel 105 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
Besluit:
ARTIKEL I
In artikel 44c, achtste tot en met elfde lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren wordt ‘1 april 2010’
telkens vervangen door: 1 juli 2010.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst
en werkt terug tot en met 1 april 2010.
TOELICHTING
Per 1 januari 2010 is een nieuw identificatie- en registratiesysteem voor schapen en geiten ingevoerd. Daartoe is op genoemde
datum een wijziging van de Regeling identificatie en registratie van dieren (hierna: Regeling I&R) in werking getreden. Doel
van het systeem is dat alle geïdentificeerde schapen en geiten individueel in dit systeem geregistreerd zijn. Het Productschap
Vee en Vlees (PVV) en de Nederlandse Bond van Handelaren in Vee (NBHV) gaven bij de consultatie over genoemde wijziging van
de Regeling I&R aan dat het voor verzamelcentra en slachthuizen niet mogelijk was om met ingang van 1 januari 2010 aan alle
verplichtingen te voldoen. Om aan de bezwaren van PVV en NBHV tegemoet te komen is een overgangsregeling gecreëerd in artikel
44c, achtste tot en met elfde lid, van de Regeling I&R. Verzamelcentra en slachthuizen kregen tot 1 april 2010 de tijd om
aan de nieuwe Regeling I&R te voldoen.
Inmiddels is de overgangstermijn tot 1 april te kort gebleken. Het aantal schapen en geiten met conventionele merken is thans
nog hoog. Verzamelcentra moeten deze dieren individueel registreren om aan de verplichtingen per 1 april 2010 te voldoen,
terwijl de elektronisch gemerkte dieren via geautomatiseerde systemen kunnen worden geregistreerd. Hierdoor leidt de overgangstermijn
tot 1 april tot onbedoeld verhoogde administratieve lasten. Na juni 2010 zal het aandeel conventioneel gemerkte dieren sterk
zijn afgenomen. Deze dieren zijn dan naar verwachting afgevoerd. Daardoor kunnen de verzamelcentra en slachthuizen alsnog
gemakkelijker aan de verplichtingen van de Regeling I&R voldoen. Met deze regeling wordt de overgangsregeling in artikel 44c
van de Regeling I&R verlengd tot 1 juli 2010. De wijzigingsregeling werkt na inwerkingtreding terug tot en met 1 april 2010.
Administratieve lasten
De veranderingen in de administratieve lasten voor verzamelcentra en slachthuizen in de Regeling I&R, zoals gewijzigd per
1 januari 2010, worden veroorzaakt door:
– de individuele registratie van meldingen in het I&R-systeem;
– het vervallen van de verplichting tot het bijhouden van het bedrijfsregister;
– de introductie van een alternatief voor een vervoerdocument;
– het voor 1 juli 2010 eenmalig registreren van de op een bedrijf aanwezige dieren.
Bij de berekening van de administratieve lasten bij bedoelde wijziging is uitgegaan van registratie van elektronisch gemerkte
dieren. Doordat nu nog veel dieren conventioneel worden gemerkt en verzamelcentra en slachthuizen deze individueel zouden
moeten registreren, leidt de overgangstermijn tot 1 april onbedoeld tot extra administratieve lasten.
Als gevolg van onderhavige wijziging zal de verplichting om schapen en geiten individueel te registreren voor schapen- en
geitenverzamelcentra en slachthuizen pas per 1 juli 2010 ingaan. Tot 1 juli 2010 geldt de verplichting tot het bijhouden van
het bedrijfsregister. Tot 1 juli worden schapen en geiten nog voorzien van slachtmerken om de traceerbaarheid en administratie
uitvoerbaar te houden. Tot 1 juli wordt voor afvoer naar een schapen- of geitenverzamelcentrum of slachthuis gebruik gemaakt
van het verplaatsingsdocument, bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren,
zoals deze luidde voorafgaand aan de wijziging per 1 januari 2010 (artikel 44c, tiende lid). De administratieve lasten die
de Regeling I&R zoals deze luidde voorafgaand aan bedoelde wijziging, met zich bracht, gelden tot 1 juli voor geiten- en schapenverzamelcentra
en slachthuizen.
De administratieve lasten die de Regeling I&R, zoals gewijzigd per 1 januari 2010, met zich zal brengen, worden door deze
regeling niet gewijzigd. Deze lasten zullen op geiten- en schapenverzamelcentra en slachthuizen pas per 1 juli 2010 van toepassing
zijn. Voor een gedetailleerde toelichting op deze administratieve lasten zij verwezen naar de toelichting bij de regeling
van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 26 november 2009, nr. 88144, houdende wijziging van de Regeling
identificatie en registratie van dieren en de Regeling tarieven I&R in verband met de individuele registratie van schapen
en geiten (Stcrt. 2009, 18241).
Vaste verandermomenten (VVM)
De regeling werkt na inwerkingtreding terug tot en met 1 april 2010. Daarmee wordt afgeweken van het LNV-beleid van vaste
verandermomenten voor regelgeving. Deze verandermomenten houden in dat nieuwe regelingen slechts op 1 januari of 1 juli in
werking treden en publicatie minimaal drie maanden voorafgaand aan inwerkingtreding van de regeling plaatsvindt. Dit om het
bedrijfsleven zekerheid te bieden over de inwerkingtreding van regelgeving die op het bedrijfsleven van toepassing is. Zo
krijgt het bedrijfsleven tijd om zich op de nieuwe regelgeving voor te bereiden. De afwijking van het vaste verandermoment
1 juli valt te beschouwen als een reparatie om de schapen- en geitenverzamelcentra en slachthuizen meer tijd te geven, zodat
zij kunnen voldoen aan de gewijzigde Regeling I&R. Daarmee worden onbedoeld verhoogde administratieve lasten voor bedoelde
bedrijven voorkomen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg.