Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 21 mei 2010, nr. 134009, houdende wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten in verband met afbouw van de maatregelen (laagpathogene Aviaire Influenza 2010)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224);

Gelet op Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40 (PbEU L 10);

Gelet op de artikelen 17, 18, eerste en tweede lid, 30, eerste en derde lid, 31 en 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.1.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt als volgt te luiden:

  • 1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg zonder vervoermiddel, van

    • a. pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels;

    • b. gebruikte mest of drijfmest afkomstig van bedrijven;

    • c. broed- en consumptie-eieren;

    uit, naar of binnen het gebied, is verboden.

2. Het derde lid komt als volgt te luiden:

  • 3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing ten aanzien van doorvoer door het gebied over de weg of over het spoor zonder dat er in het gebied gelost of halt gehouden wordt.

B

De artikelen 2.1.4 tot en met 2.1.8 worden vervangen door:

Artikel 2.1.4

In afwijking van artikel 2.1.3, eerste lid, is het toegestaan:

  • a. pluimvee bestemd voor de slacht rechtstreeks te vervoeren naar een slachthuis in Nederland;

  • b. na voorafgaande melding aan de VWA, pluimvee rechtstreeks te vervoeren naar een bedrijf of en stal in Nederland waar geen ander pluimvee aanwezig is en waar het pluimvee ten minste 21 dagen blijft;

  • c. na voorafgaande melding aan de VWA, eendagskuikens rechtstreeks te vervoeren naar een bedrijf in Nederland, waar de eendagskuikens ten minste 21 dagen blijven;

  • d. eendagskuikens afkomstig uit broedeieren van buiten het gebied gelegen bedrijven rechtstreeks te vervoeren naar een ander bedrijf, mits de broederij op basis van haar bedrijfsvoering kan waarborgen dat de eieren waaruit de eendagskuikens afkomstig zijn, niet in aanraking zijn gekomen met andere broedeieren of met eendagskuikens, afkomstig van pluimveekoppels in het gebied;

  • e. broedeieren rechtstreeks te vervoeren naar een buiten het gebied gelegen broederij in Nederland, mits de eieren en de verpakking ervan vóór verzending worden ontsmet en de herkomst van de broedeieren kan worden getraceerd;

  • f. consumptie-eieren rechtstreeks te vervoeren naar een pakstation, mits zij in wegwerpverpakkingen zijn verpakt en het door de VWA goedgekeurde hygiëneprotocol ter zake wordt nageleefd;

  • g. eieren rechtstreeks te vervoeren naar een inrichting voor de bereiding van eiproducten overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk II, sectie X, van bijlage III bij verordening (EG) nr. 853/2004, die worden gehanteerd en behandeld in overeenstemming met hoofdstuk XI van bijlage II bij verordening (EG) nr. 853/2004;

  • h. eieren bestemd voor verwijdering in de zin van artikel 2, onderdeel 24, van richtlijn nr. 2005/90/EG, vanuit het gebied rechtstreeks te vervoeren naar de desbetreffende bestemming.

Artikel 2.1.5

  • 1. Het is verboden vervoermiddelen, gebruikt of kennelijk bestemd voor het vervoer van:

    • a. pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels,

    • b. gebruikte mest of drijfmest afkomstig van bedrijven,

    • c. broed- en comsumptie-eieren,

    te verplaatsen binnen het gebied.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien:

    • a. de bestuurder van het vervoermiddel kan aantonen dat het vervoer betreft anders dan het vervoer als bedoeld in het eerste lid, of

    • b. de vervoermiddelen bij het verlaten van het bedrijf worden gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de VWA goedgekeurd hygiëneprotocol dat in overeenstemming is met de eisen voor reiniging en ontsmetting vermeld in bijlage VI bij richtlijn nr. 2005/94/EG.

Artikel 2.1.6

Op een bedrijf zorgt de houder van het op dit bedrijf aanwezige pluimvee ervoor dat een bezoeker voordat deze een bedrijfsgebouw betreedt, of voordat hij het bezochte bedrijfsgebouw verlaat, de nodige hygiënemaatregelen in acht neemt om elk risico van verspreiding van LPAI zo veel mogelijk te beperken.

Artikel 2.1.7

Het is verboden pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels die bestemd zijn om in het wild te worden uitgezet, vrij te laten.

Artikel 2.1.8

Deze paragraaf laat het bepaalde op grond van artikel 25 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en het bepaalde in paragraaf 2 van deze regeling onverlet.

F

De artikelen 2.1.9 tot en met 2.1.11 vervallen.

G

Bijlage I bij de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten wordt vervangen door de bijlage bij onderhavige regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling wordt aan de media bekend gemaakt en treedt op 21 mei 2010, om 19.00 uur in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 mei 2010

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

overeenkomstig het door de Minister genomen besluit:

de Directeur-Generaal,

A.M. Burger.

BIJLAGE I

Beperkingsgebied Deurne

  • 1. De artikelen 2.1.1 tot en met 2.1.8 zijn op dit gebied van toepassing.

  • 2. Het gebied is begrensd als volgt:

  • 1. Vanaf de kruising van de Randweg en de Langstraat (N270), de Langstraat (N270) volgend in noordoostelijke richting tot aan de Nachtegaalweg.

  • 2. De Nachtegaalweg volgend in zuidelijke richting overgaand in de Paardekopweg tot aan de Halvemaanweg.

  • 3. De Halvemaanweg volgend in westelijke richting tot aan de Bosweg.

  • 4. De Bosweg volgend in noordwestelijke richting tot aan de Ommezwanksedijk.

  • 5. De Ommezwanksedijk volgend in zuidelijke richting tot aan de Merlenbergseweg.

  • 6. De Merlenbergseweg volgend in noordelijke richting tot aan de Timmerweg.

  • 7. De Timmerweg volgend in westelijke richting tot aan de Hazenveldweg.

  • 8. De Hazenveldweg volgend in noordelijke richting tot aan de Wittedijk.

  • 9. De Wittedijk volgend in westelijke richting tot aan de Randweg.

  • 10. De Randweg volgend in noordelijke richting tot aan de Langstraat (N270).

TOELICHTING

In verband met de uitbraak van laagpathogene Aviaire Influenza (hierna: LPAI) op een bedrijf in Deurne is op zondag 16 mei 2010 een beperkingsgebied ingesteld. Binnen dit gebied zijn vervoersbeperkingen en andere maatregelen van kracht om het risico van verspreiding van het LPAI-virus te voorkomen. Deze maatregelen worden thans versoepeld door wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten. De afgelopen week zijn er geen signalen geweest dat het virus zich binnen het gebied verder verspreid heeft. Niettemin is de in artikel 45 van richtlijn nr. 2005/94/EG bedoelde minimumtermijn waarbinnen de maatregelen binnen een beperkingsgebied moeten blijven gelden, nog niet verstreken. Hierdoor dienen de op grond van richtlijn nr. 2005/94/EG minimaal vereiste beperkende maatregelen vooralsnog in stand te worden gehouden. Dit leidt tot het volgende.

De straal van het beperkingsgebied rond het besmette bedrijf wordt teruggebracht van 3 km tot 1 km. In de gewijzigde bijlage bij de bovengenoemde regeling is de afbakening van het gewijzigde beperkingsgebied opgenomen. Met de wijziging van artikel 2.1.3, eerste lid, komt het vervoers-verbod ten aanzien van gebruikt strooisel te vervallen. Voorts is door middel van artikel 2.1.3, derde lid (nieuw) een corridor gecreëerd voor doorvoer van pluimvee, andere in gevangenschap levende vogels, legrijp pluimvee, eendagskuikens en eieren door het beperkingsgebied. Het verbod tot vervoer van gedomesticeerde zoogdieren is geheel komen te vervallen.

Daarnaast wordt het in artikel 2.1.3 opgenomen vervoersverbod betreffende pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels en broed- en consumptie-eieren, versoepeld. Het vervoer van dergelijke dieren en producten is voortaan onder voorwaarden mogelijk. Het nieuwe artikel 2.1.4 benoemt deze voorwaarden, welke voorwaarden rechtstreeks voortvloeien uit artikel 44 van de bovengenoemde richtlijn. Het verbod tot vervoer van mest en drijfmest blijft in stand. Wel is het mogelijk om ontheffing van dit verbod aan te vragen. Ontheffing wordt verleend indien het gaat om verplaatsing van mest of drijfmest van een in het beperkingsgebied gelegen bedrijf, onder de volgende voorwaarden: bioveiligheidsmaatregelen zijn in acht genomen, en de mest wordt met het oog op behandeling of voorlopige opslag met aansluitende behandeling ter vernietiging van eventuele aviaire influenzavirussen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1774/2002 naar een daartoe door de VWA aangewezen bedrijf vervoerd.

Artikel 2.1.5 heeft betrekking op de verplaatsing van vervoermiddelen waarin de eerdergenoemde dieren en producten worden vervoerd. Het verbod tot verplaatsing van een vervoermiddel dat is gebruikt of bestemd voor vervoer van gedomesticeerde zoogdieren, afkomstig van een pluimvee-bedrijf, komt te vervallen. Dit geldt eveneens voor de voorwaarde dat een vervoermiddel dat een dubbele reiniging en ontsmetting heeft ondergaan, drie dagen stil moet hebben gestaan voordat het vervoermiddel verplaatst wordt binnen het gebied. Vervoermiddelen gebruikt of bestemd voor vogels, mest of eieren moeten voor verplaatsing binnen het gebied worden gereinigd.

De afschermplicht voor pluimvee wordt geheel afgeschaft. Ook de tot op heden in artikel 2.1.7 opgenomen bezoekersregeling die van kracht was voor bedrijven waar voor commerciële doeleinden pluimvee wordt gehouden, komt te vervallen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

overeenkomstig het door de Minister genomen besluit:

de Directeur-Generaal,

A.M. Burger.

Naar boven