Beschikking van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende ontheffing van het verbod VFR-vluchten uit te voeren in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A en het verbod VFR-vluchten uit te voeren beneden de minimum VFR-vlieghoogte boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel boven mensenverzamelingen

19 mei 2010

Nr. IVW art. 44.1.b + 45.1.a – 2010 – 033 – Aviodrome Luchtfotografie

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gezien het verzoek om ontheffing d.d. 8 april 2010, ontvangen op 27 april 2010 van Aviodrome Luchtfotografie, adres: Pelikaanweg 50, 8218 PG Lelystad. Contactpersoon: mevrouw E.M.L. Wijsman, telefoon: 0320-28 98 56; e-mail: luchtfotografie@aviodrome.nl;

Overwegende dat de vereiste maatschappelijke relevantie blijkt uit de opdracht van de gemeente Den Haag voor het uitvoeren van VFR-vluchten boven de gemeente Den Haag ten behoeve van het maken van luchtfoto’s van woonwagencentra te Den Haag;

Gelet op artikel 44, vijfde lid, alsmede artikel 45, vijfde lid, van het Luchtverkeersreglement;

Besluit:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op het vliegtuig van het type Cessna C172N, met registratie PH-OTK, in gebruik bij Aviodrome Luchtfotografie, waarmee de VFR-vluchten boven de gemeente Den Haag, met uitzondering van het gebied EHP 26, worden uitgevoerd ten behoeve van het maken van fotovluchten.

Artikel 2

VFR-VLUCHTEN IN LUCHTVERKEERSDIENSTVERLENINGSGEBIEDEN MET KLASSE A

Aan de gezagvoerder van het in artikel 1 genoemde vliegtuig wordt van 19 mei 2010 tot en met 31 december 2010 ontheffing verleend van het verbod tot het uitvoeren van een VFR-vlucht in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A, genoemd in artikel 44, eerste lid, onder b, van het Luchtverkeersreglement, met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

  • a. de vlucht wordt uitgevoerd als een gecontroleerde VFR-vlucht;

  • b. de vlucht blijft vrij van het gebied EHP 26;

  • c. de vlucht wordt slechts uitgevoerd indien het vliegzicht minimaal 8 km bedraagt en de afstand tot de wolken horizontaal 1500 m en verticaal 300 m bedraagt;

  • d. ten minste 5 werkdagen van tevoren worden vluchtgegevens, de te vliegen route en andere relevante informatie aangeleverd bij de Operationele Helpdesk LVNL, tel.: 020-406 22 01 (0700-1700 LT); fax: 020-406 36 72; e-mail: ops_helpdesk@lvnl.nl;

  • e. vóór aanvang van de vlucht wordt gecoördineerd met de Operationele Helpdesk LVNL, tel.: 020-406 22 01 (0700-1700 LT); fax: 020-406 36 72; e-mail: ops_helpdesk@lvnl.nl.

Artikel 3

VFR-VLIEGEN BENEDEN DE MINIMUM VFR-VLIEGHOOGTE

Aan de gezagvoerder van het in artikel 1 genoemde vliegtuig wordt, met uitzondering van het gebied EHP 26, van 19 mei 2010 tot en met 31 december 2010 ontheffing verleend van het verbod, genoemd in artikel 45, eerste lid, onder a, van het Luchtverkeersreglement, om VFR-vluchten uit te voeren beneden de minimum VFR-vlieghoogte, boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel boven mensenverzamelingen, gedurende de daglichtperiode, zoals gepubliceerd in de in artikel 60, onder a, bedoelde luchtvaartgids, met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

  • a. de gezagvoerder is in het bezit van een geldig CPL of ATPL;

  • b. de minimum toegestane vlieghoogte boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel boven mensenverzamelingen, bedraagt 500 ft doch ten minste 100 ft boven de hoogste hindernis gelegen binnen een afstand van 600 m van het luchtvaartuig;

  • c. de vliegroute, vlieghoogte en vliegsnelheid worden zodanig gekozen dat:

    • 1. overlast aan derden zoveel mogelijk wordt vermeden;

    • 2. vee niet wordt verstoord;

    • 3. ingeval van een noodlanding het risico voor inzittenden en derden zoveel mogelijk wordt beperkt;

    • 4. met inachtneming van artikel 19 van de Regeling Luchtverkeersdienstverlening de volgende adviessnelheden in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse G in acht worden genomen:

      Vliegzicht (m)

      Adviessnelheid (kts)

      800–1500

      < 50

      1500–2000

      < 100

      2000–5000

      < 120

  • d. de gezagvoerder stelt zich van tevoren op de hoogte met betrekking tot plaatsen die geschikt zijn voor het uitvoeren van een noodlanding;

  • e. te allen tijde worden de vluchten zo uitgevoerd met een zodanige combinatie van hoogte en snelheid dat de vlieger in staat is om, in geval van een motorstoring, de bebouwing te verlaten;

  • f. er wordt niet bij voortduring laaggevlogen, doch slechts gedurende de periode dat dit voor het daadwerkelijk maken van opnamen noodzakelijk is en slechts op het traject zoals dat van tevoren aan de Luchtvaartpolitie is doorgegeven;

  • g. vóór de aanvang van de vlucht wordt ingelicht:

    de meldkamer van het Korps Landelijke Politiediensten Afdeling Luchtvaartpolitie (tel. 020-502 56 93 of fax: 020-502 56 99) en worden de volgende gegevens verstrekt:

    • naam gezagvoerder(s), registratie en model/type

    • route en periode van de voorgenomen vlucht;

  • h. een uur vóór aanvang van de vlucht wordt gecoördineerd met de operationele helpdesk; tel.: 020-406 22 01; fax: 020-406 36 72; e-mail: ops_helpdesk@lvnl.nl; aan de voorwaarden door hen gesteld wordt strikt de hand gehouden;

  • i. voor het maken van de opnamen dient de cameraman in het bezit te zijn van een op zijn/haar naam gestelde luchtopnamevergunning, verkregen bij het Ministerie van Defensie, MIVD/ACIV/BIV, Sectie Luchtfotografie, Postbus 20701, 2500 ES Den Haag, e-mailadres: indussec@mindef.nl; faxnr.: 070-441 92 04.

Artikel 4

  • 1. De aanvrager draagt er zorg voor dat de gezagvoerder en de cameraman bekend zijn met de inhoud van deze beschikking.

  • 2. Voorafgaand aan de vlucht is er op initiatief van de aanvrager/opdrachtgever in de plaatselijke media aandacht besteed aan de uit te voeren vlucht.

  • 3. Het niet of niet volledig nakomen van de voorwaarden, genoemd in de artikelen 2 en 3, kan aanleiding zijn deze ontheffing in te trekken.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 19 mei 2010 en vervalt met ingang van 1 januari 2011.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

namens deze:

lid van het Managementteam Ivw/Luchtvaart,

M. Steenhuisen-Kuipers.

Bezwaarmogelijkheid

Indien u het niet eens bent met deze beslissing kunt u hiertegen, op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de datum waarop deze beslissing is verzonden schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Verkeer en Waterstaat

Team Juridische Zaken

Postbus 90653

2509 LR DEN HAAG

Naar boven