Besluit tot vaststelling van de bedragen per eenheid voor de uitkering uit het gemeentefonds over het uitkeringsjaar 2008

15 februari 2010

Nr. 2010-0000097121

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;

Gelet op artikel 9 van de Financiële-verhoudingswet en artikel 6 van de invoeringswet Financiële verhoudingswet;

Besluit:

Artikel 1

Voor het uitkeringsjaar 2008 worden de bedragen per eenheid, bedoeld in artikel 9 van de Financiële-verhoudingswet, vastgesteld overeenkomstig bijlage 1.

Artikel 2

Voor het uitkeringsjaar 2008 worden de bedragen, bedoeld in artikel 6 van de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet, vastgesteld overeenkomstig bijlage 2.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

voor deze:

de directeur Openbaar Bestuur en Democratie,

G.J. Buitendijk.

BIJLAGE 1

De bedragen per eenheid, bedoeld in artikel 9 van de Financiële-verhoudingswet, over het uitkeringsjaar 2008.

Nr.	Maatstaven	Bedragen €
1	OZB (won. eig. eenheid € 2500)	–2.25
1	OZB (niet won. gebr. eenheid € 2500)	–2,40
1	OZB (niet won. eig. eenheid € 2500)	–2,98
2	Inwoners	128,50
3	Eénouder huishoudens	141,27
4	Inwoners Jongeren < 20 jaar	221,13
5	Inwoners Ouderen > 64 jaar	80,37
5-a	Inwoners Ouderen 75–85 jaar	26,67
6-a	Waddengemeenten t/m 2500 inwoners	189,02
6-b	Waddengemeenten van 2501 t/m 7500 inwoners	147,72
6-c	Waddengemeenten vanaf 7501 inwoners	32,56
7	Lage inkomens	87,52
7-a	Lage inkomens (drempel)	355,95
8	Bijstandsontvangers	1.453,86
9	Schaalnadeel uitvoering WWB	113.374,14
10	Schaalvoordeel uitvoering WWB	3.746,39
11	Uitkeringsontvangers	106,98
12	Minderheden	304,15
13	Klantenpotentieel lokaal	51,19
14	Klantenpotentieel regionaal	15,21
15	Leerlingen VO	420,97
15-a	Leerling (V)SO	315,82
15-b	Extra groei leerlingen VO	221,81
15-c	Extra groei jongeren	169,94
16	Land	31,50
17	Land *percentage slechte grond	–2,20
18	Land *bodemfactor gemeente	26,10
19	Binnenwater	36,78
20	Buitenwater	22,93
21	Oppervlak bebouwing	498,06
22	Oppervlak bebouwing woonkern *bodemfactor woonkern	3.257,03
23	Oppervlak bebouwing buitengebied *bodemfactor buitengebied	1.619,57
24	Woonruimten	167,16
25	Woonruimten *bodemfactor woonkern	26,46
26	Woonruimten *percentage slechte grond	24,26
27a	Historische kernen eerste groep	3.167,51
27b	Historische kernen tweede groep	6.845,46
27c	Historische kernen derde groep	15.381,17
28	Historische waterweg	14,71
29	Bewoonde oorden 1930	30,80
30	Bewoonde oorden met historische kernen	87,70
31	ISV, onderdeel a	17.656.399,71
31 a	ISV, onderdeel b	11.059.052,24
32	Omgevingsadressendichtheid	62,65
33	Omgevingsadressendichtheid *percentage slechte grond	0,41
34	Oeverlengte *bodemfactor gemeente	6,76
35	Oeverlengte *bodemfactor gemeente *dichtheidsfactor	3,46
36	Meerkernigheid	8.890,17
36a	Kernen met 500 of meer adressen	28.180,76
37	Meerkernigheid *bodemfactor buitengebied	14.688,30
38	Bedrijfsvestigingen	109,34
38a	OZB-waarde van de niet-woningen gedeeld door 1.000.000	312,00
39	Vast bedrag	248.230,43
40	Vast bedrag voor Amsterdam	188.395.121,65
41	Vast bedrag voor Rotterdam	108.265.724,75
42	Vast bedrag voor Den Haag	81.246.040,22
43	Vast bedrag voor Utrecht	45.288.800,71
44	Vast bedrag voor de Waddengemeenten	149.950,63
44a	Vast bedrag Baarle Naussau[1]	248.230,43
45a	Herindeling (per gemeente)	1.585.065,00
45b	Herindeling (per inwoner)	53,29

1 De gemeente Baarle Nassau ontvangt een vast bedrag gelijk aan 2 maal het vast bedrag voor iedere gemeente.

BIJLAGE 2

De bedragen per eenheid, bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet over het uitkeringsjaar 2008 (bijlage bij artikel 2)

Omschrijving	Bedragen €
De letter D, opgenomen in de formule in artikel 3.15.1 van het Besluit verfijningen algemene uitkering 1984 (indien aansluitingen gemaakt in of na 1983)	36,76

TOELICHTING

I Toelichting algemeen

De onderhavige regeling bevat de bedragen per eenheid voor de verdeelmaatstaven van de algemene uitkering en de bedragen per eenheid die behoren bij het onderdeel ‘verfijningen riolering’ van het besluit verfijningen algemene uitkering 1984 over het uitkeringsjaar 2008. Met dit besluit wordt uitvoering gegeven aan artikel 9 van de Financiële-verhoudingswet (Fvw) en artikel 6, derde lid, van de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet.

De thans definitief vast te stellen bedragen per eenheid voor de verdeelmaatstaven van de algemene uitkering komen overeen met de bedragen die aan de gemeenten zijn kenbaar gemaakt in tabel 1 van de bijlage van de circulaire gemeentefonds van maart 2009 (kenmerk: 2009-118661). Het bedrag per eenheid dat behoort bij het onderdeel ‘verfijning riolering’ van het Besluit verfijningen algemene uitkering 1984, is ongewijzigd gebleven ten opzichte van het bedrag dat voorheen bij deze verfijning gold; dit betreft een bedrag dat niet behoort bij de algemene uitkering in de formele zin van de Financiële-verhoudingswet.

De onderstaande tabel vermeldt de toedeling van de bedragen per eenheid voor de verdeelmaatstaven naar de inkomsten- en uitgavenclusters, waarop het verdeelstelsel is gebaseerd.

Cluster	Bedragen €	Verdeelmaatstaven
Eigen inkomsten	–2,25	OZB (woningen eigenaar)
	–2,40	OZB (niet-woningen gebruiker)
	–2,98	OZB (niet-woningen eigenaar)
	–36,56	Woonruimten
Werk en inkomen	40,06	Huishoudens met laag inkomen
	54,32	Huishoudens met laag inkomen (drempel)
	1.307,88	Bijstandsontvangers
	113.374,14	ABW Schaalnadeel
	3.746,39	ABW Schaalvoordeel
	1,61	Klantenpotentieel regionaal
	16,91	Uitkeringsontvangers
	0,20	Inwoners
	6.952,91	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
	679.562,19	Vast bedrag Amsterdam
	679.562,19	Vast bedrag Rotterdam
	679.562,19	Vast bedrag Den Haag
	679.562,19	Vast bedrag Utrecht
Maatschappelijke zorg	30,44	Inwoners
	33,77	Jongeren
	80,37	Ouderen
	26,67	Ouderen 75–85 jaar
	3,36	Huishoudens met laag inkomen
	216,36	Huishoudens met laag inkomen (drempel)
	145,98	Bijstandsontvangers
	90,07	Uitkeringsontvangers
	152,48	Minderheden
	2,36	Klantenpotentieel lokaal
	5,69	Klantenpotentieel regionaal
	2,28	Leerlingen VO
	1,41	Land
	1,41	Binnenwater
	19,15	Woonruimten
	13,31	Omgevingsadressendichtheid
	141,27	Eenouderhuishoudens
	1.475,22	Kernen
	–177.567,75	Vast bedrag voor Amsterdam
	–177.258,66	Vast bedrag voor Rotterdam
	–127.918,63	Vast bedrag voor Den Haag
	–59.512,80	Vast bedrag voor Utrecht
Educatie	1,63	Inwoners
	187,36	Jongeren
	81,28	Huishoudens met laag inkomen (drempel)
	109,49	Minderheden
	315,82	Leerlingen (v)so
	418,69	Leerlingen vo
	221,81	Extra groei leerlingen vo
	169,94	Extra groei jongeren
	1,67	Klantenpotentieel regionaal
	5,03	Land
	5,03	Binnenwater
	4,91	Omgevingsadressendichtheid
	5.301,39	Kernen
Kunst en ontspanning	21,76	Inwoners
	36,09	Klantenpotentieel lokaal
	8,94	Klantenpotentieel regionaal
	0,82	Woonruimten
	67.956,22	Vaste bedrag Amsterdam
Groen	23,97	Inwoners
	58,93	Woonruimten
	679.562,19	Vast bedrag Rotterdam
VHROSV	44,10	Huishoudens met lage inkomens
	21,49	Minderheden
	2,70	Land
	2,70	Binnenwater
	32,14	Woonruimten
	17.656.399,71	ISV, onderdeel a
	11.059.052,24	ISV, onderdeel b
	10,67	Omgevingsadressendichtheid
	16.532,20	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
	31.215.284,21	Vast bedrag Amsterdam
	22.234.352,83	Vast bedrag Rotterdam
	18.562.450,12	Vast bedrag Den Haag
	8.623.455,13	Vast bedrag Utrecht
Oudheid	3.167,51	Opp. Historische kernen (alle groepen)
	30,80	Bewoonde oorden 1930
	87,70	Historische woningen in bewoonde oorden
	0,69	Woonruimten
Riolering	–2,82	Land
	–22,20	Land *percentage slechte grond
	–22,69	Woonruimten
	24,26	Woonruimten *percentage slechte grond
	3,36	Omgevingsadressendichtheid
	0,41	OAD *percentage slechte grond
Reiniging	–6,23	Inwoners
	–13,48	Woonruimten
Wegen en water	16,75	Inwoners
	5,58	Klantenpotentieel lokaal
	16,61	Land
	26,10	Land *bodemfactor gemeente
	26,20	Binnenwater
	15,16	Buitenwater
	3.257,03	Opp.beb. woonkern *bodemf.woonkern
	1.619,57	Opp.beb.buitengebied *bodemf.buitengebied
	8,20	Woonruimten
	26,46	Woonruimten *bodemfactor woonkern
	3.677,95	Historische kernen, groep 2
	12.213,66	Historische kernen, groep 3
	14,71	Historische waterweg
	18,10	Omgevingsadressendichtheid
	6,76	Oeverlengte *bodemfactor gemeente
	3,46	Oeverlengte *bodemf.gemeente *dichtheid
	14.688,30	Meerkernigheid *bodemfactor buitengebied
	14,98	Bedrijfsvestigingen
	–5.457,58	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
	1.796.082,08	Vast bedrag Rotterdam
Openbare orde en veiligheid	–0,30	Inwoners
	28.180,76	Kernen met minstens 500 adressen
	312,00	Woz waarde niet woningen (in milj)
	3,99	Huishoudens met laag inkomen(drempel)
	6,43	Minderheden
	1,06	Klantenpotentieel lokaal
	2,52	Klantenpotentieel regionaal
	2,04	Land
	2,04	Binnenwater
	7,77	Buitenwater
	104,27	Oppervlak bebouwing
	41,85	Woonruimten
	15,46	Omgevingsadressendichtheid
	2.113,56	Kernen
	7,05	Bedrijfsvestigingen
	43.873,08	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
	135.730,37	Vast bedrag Amsterdam
	135.730,37	Vast bedrag Rotterdam
	135.730,37	Vast bedrag Den Haag
	135.730,37	Vast bedrag Utrecht
Fysiek milieu	5,01	Inwoners
	–0,87	Klantenpotentieel regionaal
	6,53	Land
	–0,60	Binnenwater
	393,79	Oppervlak bebouwing
	18,34	Woonruimten
	1,83	Omgevingsadressendichtheid
	87,31	Bedrijfsvestigingen
	6.523,27	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
Bevolkingszaken	8,43	Inwoners
	14,26	Minderheden
	10.426,31	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
	842.498,75	Vast bedrag voor Den Haag
Bestuursorganen	11,46	Inwoners
	6,10	Klantenpotentieel lokaal
	–4,35	Klantenpotentieel regionaal
	16,85	Woonruimten
	–4,99	Omgevingsadressendichtheid
	125.792,97	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
	–124.451,24	Vast bedrag voor Amsterdam
	–241.901,53	Vast bedrag voor Rotterdam
	–168.544,45	Vast bedrag voor Den Haag
	–83.119,98	Vast bedrag voor Utrecht
Overig/algemene ondersteuning	15,38	Inwoners
	189,02	Wadden t/m 2500 inwoners
	147,72	Wadden 2500–7500 inwoners
	32,56	Wadden > 7500 inwoners
	42,92	Woonruimten
	43.587,27	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
	156.598.607,65	Vast bedrag voor Amsterdam
	83.159.595,28	Vast bedrag voor Rotterdam
	61.322.261,87	Vast bedrag voor Den Haag
	35.992.685,80	Vast bedrag voor Utrecht
	149.950,63	Vast bedrag Waddengemeenten
	1.585.065,00	Herindeling (per gemeente)
	53,29	Herindeling (per inwoner)

1 De gemeente Baarle Nassau ontvangt een vast bedrag gelijk aan 2 maal het vast bedrag voor iedere gemeente.

Ingevolge artikel 9, tweede lid, van de Fvw is bij de voorbereiding van de vaststelling van de bedragen van bijlage 1 de procedure gevolgd, die is opgenomen in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De ontwerp-regeling is gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd bij de directie Openbaar Bestuur en Democratie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

voor deze:

de directeur Openbaar Bestuur en Democratie,

G.J. Buitendijk.