Regeling van de Minister van Justitie van 5 januari 2010, nr. 5636246/10, houdende vaststelling van de hoogte van de onkostenvergoeding als bedoeld in het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak (Regeling indexering onkostenvergoeding leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak)

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 9b van het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak;

Besluit:

Artikel 1

De bedragen van de onkostenvergoeding als bedoeld in artikel 9 van het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumentenprijsindex over het voorgaande kalenderjaar.

Artikel 2

De indexering van de onkostenvergoeding wordt met terugwerkende kracht tot en met 1 januari van het betreffende kalenderjaar toegepast.

Artikel 3

  • 1. Het bedrag van de onkostenvergoeding voor het jaar 2003 wordt met 2,25% verhoogd en vastgesteld op het in bij deze regeling behorende bijlage 1 genoemd bedrag.

  • 2. Het bedrag van de onkostenvergoeding voor het jaar 2004 wordt met 1,25% verhoogd en vastgesteld op het in bij deze regeling behorende bijlage 2 genoemd bedrag.

  • 3. Het bedrag van de onkostenvergoeding voor het jaar 2005 wordt met 0,75% verhoogd en vastgesteld op het in bij deze regeling behorende bijlage 3 genoemd bedrag

  • 4. Het bedrag van de onkostenvergoeding voor het jaar 2006 wordt met 1,25% verhoogd en vastgesteld op het in bij deze regeling behorende bijlage 4 genoemd bedrag.

  • 5. Het bedrag van de onkostenvergoeding voor het jaar 2007 wordt met 1,25% verhoogd en vastgesteld op het in bij deze regeling behorende bijlage 5 genoemd bedrag.

  • 6. Het bedrag van de onkostenvergoeding voor het jaar 2008 wordt met 2,50% verhoogd en vastgesteld op het in bij deze regeling behorende bijlage 6 genoemd bedrag.

  • 7. Het bedrag van de onkostenvergoeding voor het jaar 2009 wordt met 2,20% verhoogd en vastgesteld op het in bij deze regeling behorende bijlage 7 genoemd bedrag.

Artikel 4

De artikelen in deze regeling treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat:

  • a. artikel 3, eerste lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2003;

  • b. artikel 3, tweede lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2004;

  • c. artikel 3, derde lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2005;

  • d. artikel 3, vierde lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2006;

  • e. artikel 3, vijfde lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2007;

  • f. artikel 3, zesde lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2008;

  • g. artikel 3, zevende lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2009.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling indexering onkostenvergoeding leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 januari 2010

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

TOELICHTING

De ministeriële regeling strekt tot het vaststellen van de indexering van de onkostenvergoeding voor de leden van de gerechtsbesturen en de Raad voor de rechtspraak. De indexering van de onkostenvergoeding is eerder bij circulaire reeds bekendgemaakt.

In artikel 1 van de regeling wordt met verwijzing naar artikel 9 van het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak de toekenning van de onkostenvergoeding bepaald. Verder is in artikel 9b van het Besluit bepaald dat de onkostenvergoeding wordt aangepast door middel van toepassing van het geldende prijsindexcijfer. Het geldende prijsindexcijfer is de consumentenprijsindex (CPI) over het voorgaande kalenderjaar.

De CPI wordt pas in de loop van het kalenderjaar bekendgemaakt waarover deze dient te worden toegepast. Dat leidt ertoe dat de indexering altijd voor een bepaalde periode met terugwerkende kracht tot en met 1 januari van het betreffende jaar dient plaats te vinden. Dit wordt in artikel 2 duidelijk gemaakt.

In artikel 3 worden de percentages genoemd waarmee de onkostenvergoeding in de jaren 2003 tot en met 2009 wordt verhoogd. De indexering op basis van deze percentages resulteert in de bedragen zoals deze in de bijlagen bij deze regeling zijn opgenomen.

In de bijlagen behorend bij deze regeling worden de bedragen geformaliseerd. Hieronder een overzicht van de bijlagen:

  • bijlage 1: de bedragen geldend voor 2003,

  • bijlage 2: de bedragen geldend voor 2004,

  • bijlage 3: de bedragen geldend voor 2005,

  • bijlage 4: de bedragen geldend voor 2006,

  • bijlage 5: de bedragen geldend voor 2007,

  • bijlage 6: de bedragen geldend voor 2008,

  • bijlage 7: de bedragen geldend voor 2009.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

Naar boven