Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 april 2010, Inspectie SZW i.o., nr. AI/A/EC/2010/8449, tot wijziging van de bijlagen bij de Beleidsregel 33 arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met het Besluit van 1 februari 2010 (Stb. 103) tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit, houdende regels met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico’s van kunstmatige optische straling en technische aanpassingen in verband met onbedoelde effecten in kader inademing stoffen en aanpassing in verband met handhaving in de off-shore sector

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving worden als volgt gewijzigd:

A

In Bijlage 1, behorend bij beleidsregel 33 Arbeidsomstandighedenwet, Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Arbeidsomstandighedenwet, wordt deel 2, Arbeidsomstandighedenbesluit, gewijzigd als volgt:

Afdeling 4a, Kunstmatige optische straling, en de artikelen 6.12e, eerste tot en met vijfde lid, 6.12f en 6.12g, met bijbehorende boetenormbedragen, worden in numerieke volgorde opgenomen:

Afdeling 4a

 

Kunstmatige optische straling

 

6.12e

 

maatregelen ter voorkoming of beperking van de blootstelling

 
 

1

Er worden zodanige technische of organisatorische maatregelen genomen dat de risico’s van blootstelling aan kunstmatige optische straling worden weggenomen of tot een minimum beperkt, waarbij rekening wordt gehouden met de technische vooruitgang en de mogelijkheid om maatregelen te nemen om het risico aan de bron te beheersen

€ 3.600

 

2

Indien uit de beoordeling of berekening, bedoeld in artikel 6.12d, eerste lid, blijkt dat het op enigerlei wijze mogelijk is dat de grenswaarden overschreden worden, worden in het kader van het plan van aanpak, bedoeld in artikel 5 van de wet, technische of organisatorische maatregelen vastgesteld en uitgevoerd om overschrijding van de grenswaarden te voorkomen, met inachtneming van in ieder geval:

€ 900

  

a. alternatieve werkmethoden die het risico van optische straling verminderen;

 
  

b. de keuze van arbeidsmiddelen die minder optische straling uitzenden, rekening houdend met het te verrichten werk;

 
  

c. technische maatregelen om de emissie van optische straling te beperken, waar nodig ook door het gebruik van vergrendeling, afscherming of soortgelijke mechanismen ter bescherming van de gezondheid;

 
  

d. passende onderhoudsprogramma’s voor de arbeidsmiddelen, de arbeidsplaats en de systemen op de arbeidsplaats;

 
  

e. het ontwerp en de indeling van de arbeidsplaats;

 
  

f. de beperking van de duur en het niveau van de blootstelling;

 
  

g. de beschikbaarheid van passende persoonlijke beschermingsmiddelen;

 
  

h. de aanwijzingen van de fabrikant van de arbeidsmiddelen wanneer deze onder een desbetreffende communautaire richtlijn vallen.

 
 

3

Arbeidsplaatsen waar werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan niveaus van optische straling uit kunstmatige bronnen die de grenswaarden overschrijden, worden duidelijk aangegeven door middel van passende signaleringen. Indien dit technisch uitvoerbaar is en indien het risico bestaat dat de grenswaarden worden overschreden, worden de arbeidsplaatsen afgebakend en wordt de toegang ertoe beperkt

€ 540

 

4

Werknemers worden niet blootgesteld aan kunstmatige optische straling boven de grenswaarden. Indien de grenswaarden toch worden overschreden:

€ 3.600

  

a. neemt de werkgever onmiddellijk maatregelen om de blootstelling terug te brengen tot onder de grenswaarden;

 
  

b. gaat de werkgever na waarom de grenswaarden zijn overschreden;

 
  

c. past de werkgever de maatregelen, bedoeld in het eerste en tweede lid, aan om te voorkomen dat de grenswaarden opnieuw worden overschreden

 
 

5

De maatregelen, bedoeld in het eerste tot en met het vierde lid, worden afgestemd op de behoeften van werknemers die tot een bijzonder gevoelige risicogroep behoren

€ 90

6.12f

 

voorlichting en onderricht

 
 

1

Aan werknemers die worden blootgesteld aan risico’s in verband met kunstmatige optische straling, wordt alle in verband met de resultaten van de beoordeling, meting of berekening, bedoeld in artikel 6.12d, eerste lid, noodzakelijke voorlichting en onderricht gegeven

€ 540

 

2

In ieder geval wordt voorlichting en onderricht gegeven over:

€ 540

  

a. maatregelen die ingevolge deze afdeling zijn genomen;

 
  

b. de grenswaarden voor blootstelling en de gerelateerde potentiële gevaren;

 
  

c. de resultaten van de beoordeling, meting of berekening, bedoeld in artikel 6.12d, eerste lid, samen met een toelichting bij de betekenis en de potentiële gevaren ervan;

 
  

d. de wijze waarop schadelijke effecten van de blootstelling voor de gezondheid worden opgespoord en gemeld;

 
  

e. de omstandigheden waarin werknemers recht hebben op arbeidsgezondheidskundig onderzoek;

 
  

f. veilige werkmethoden om de risico's van blootstelling tot een minimum te beperken; en

 
  

g. goed gebruik van passende persoonlijke beschermingsmiddelen

 

6.12g

 

arbeidsgezondheidskundig onderzoek

 
 

1

Indien een werknemer is blootgesteld aan optische straling boven de grenswaarden wordt hij, in aanvulling op artikel 18 van de wet, in de gelegenheid gesteld om een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan. Dit onderzoek wordt ook aangeboden wanneer wordt geconstateerd dat de werknemer aan een herkenbare ziekte lijdt of schadelijke effecten voor zijn gezondheid ondervindt die door een deskundige persoon als bedoeld in artikel 2.14a, tweede lid, of een arbodienst worden aangemerkt als het resultaat van blootstelling aan kunstmatige optische straling op het werk.

In beide gevallen, wanneer de grenswaarden worden overschreden of schadelijke gevolgen voor de gezondheid, met inbegrip van ziekte, worden vastgesteld:

€ 90

  

a. wordt de werknemer door de deskundige persoon, bedoeld in artikel 2.14a, tweede lid, of de arbodienst geïnformeerd over het resultaat dat hem persoonlijk betreft. Hij ontvangt met name informatie en advies over het arbeidsgezondheidskundig onderzoek na het einde van de blootstelling.

 
  

b. wordt de werkgever geïnformeerd over significante bevindingen van het arbeidsgezondheidskundig onderzoek,

 
  

c. is het de taak van de werkgever:

 
  

1°. de beoordeling, meting of berekening, bedoeld in artikel 6.12d, eerste lid, opnieuw uit te voeren;

 
  

2°. de door hem op grond van artikel 6.12e genomen maatregelen opnieuw te bezien;

 
  

3°. het advies van de deskundige persoon, bedoeld in artikel 2.14a, tweede lid, of de arbodienst in aanmerking te nemen bij de uitvoering van de maatregelen die vereist zijn om het risico te elimineren of te verminderen overeenkomstig artikel 6.12e;

 
  

4°. te voorzien in voortgezet arbeidsgezondheidskundig onderzoek en te zorgen voor een evaluatie van de gezondheidstoestand van alle andere werknemers die op overeenkomstige wijze zijn blootgesteld aan optische straling. In die gevallen kan de deskundige persoon, bedoeld in artikel 2.14a, tweede lid, of de arbodienst voorstellen dat de aan optische straling blootgestelde personen aan een medisch onderzoek worden onderworpen

 
 

2

Van iedere werknemer die een arbeidsgezondheidskundig onderzoek als bedoeld in het eerste lid heeft ondergaan, wordt een individueel medisch dossier opgesteld, dat regelmatig wordt bijgewerkt. De medische dossiers bevatten een samenvatting van de resultaten van het uitgevoerde arbeidsgezondheidskundig onderzoek. De medische dossiers worden in geschikte vorm bewaard, zodat zij later kunnen worden geraadpleegd

€ 90

 

3

De werkgever neemt passende maatregelen om te waarborgen dat de deskundige persoon, bedoeld in artikel 2.14a, tweede lid, of de arbodienst toegang heeft tot de resultaten van de beoordeling, meting of berekening, bedoeld in artikel 6.12d, eerste lid

€ 90

 

4

Iedere werknemer heeft recht op inzage in de hem betreffende resultaten

€ 90

B

Bijlage 2, behorend bij beleidsregel 33 Arbeidsomstandighedenwet, Lijst van ernstige overtredingen waarvoor een bestuurlijke boete kan worden gegeven, wordt gewijzigd als volgt:

1. De ernstige overtredingen waarvoor een bestuurlijke boete kan worden gegeven betreffende artikel 4.4, eerste lid, juncto artikel 4.3, derde lid, Arbobesluit en 4.16, derde lid, Arbobesluit komen respectievelijk te luiden:

Het blootstellen van werknemers aan concentraties van stoffen in de inademingslucht van een werknemer van meer dan twee maal de (wettelijke of door de werkgever vastgestelde) grenswaarde of van meer dan de ceilingwaarde.

(artikel 4.4, lid 1, juncto artikel 4.3, lid 3, Arbobesluit)

Het blootstellen van werknemers aan concentraties van kankerverwekkende en mutagene stoffen in de inademingslucht boven de (wettelijke of door de werkgever vastgestelde) grenswaarde.

(artikel 4.16, lid 3, Arbobesluit)

2. De volgende ernstige overtredingen waarvoor een bestuurlijke boete kan worden gegeven worden toegevoegd:

Het blootstellen van werknemers aan kunstmatige optische straling boven de grenswaarde voor blootstelling genoemd in artikel 6.12c van het Arbobesluit.

(artikel 6.12e, lid 4 juncto artikel 6.12c Arbobesluit)

Het niet onverwijld treffen van maatregelen om de blootstelling aan kunstmatige optische straling terug te brengen tot onder de grenswaarde voor blootstelling.

(artikel 6.12e, lid 4 onder a, Arbobesluit)

C

Bijlage 3, behorend bij beleidsregel 33 Arbeidsomstandighedenwet, wordt gewijzigd als volgt:

De volgende overtreding waarvoor direct een boete wordt gegeven wordt toegevoegd:

Het ontbreken van trainingen voor het uitvoeren van noodhandelingen bij winningsindustrieën met behulp van boringen.

(artikel 2.42h Arbobesluit)

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 27 april 2010.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 29 april 2010

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

namens deze:

inspecteur-generaal Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.A. van den Bos.

TOELICHTING

Algemeen

Dit besluit bevat een aantal wijzigingen van de bijlagen bij beleidsregel 33, Boeteoplegging. Deze wijzigingen vloeien voort uit het Besluit van 1 februari 2010 (Stb. 103) tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit, houdende regels met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico’s van kunstmatige optische straling.

Ook is naar aanleiding van voornoemd wijzigingsbesluit en de handhavingspraktijk van de Arbeidsinspectie een aantal wijzigingen aangebracht in bijlage 2 bij beleidsregel 33 in de lijst van ernstige overtredingen waarvoor een bestuurlijke boete kan worden gegeven.

Tenslotte is op verzoek van Staatstoezicht op de Mijnen (verder: SodM) een wijziging aangebracht in bijlage 3 bij beleidsregel 33 in de lijst van overtredingen waarvoor direct een bestuurlijke boete wordt gegeven.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Bij het besluit van 1 februari 2010 (Stb. 103) tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit, houdende regels met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico’s van kunstmatige optische straling is de afdeling 4a, Kunstmatige optische straling, toegevoegd en zijn de daarin opgenomen artikelen 6.12e, eerste tot en met vijfde lid, 6.12f en 6.12g, als overtreding aangemerkt waarvoor een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. Deze artikelen, met boetenormbedrag, zijn daarom opgenomen in bijlage 1 bij beleidsregel 33.

Artikel I, onderdeel B onder 1

Per 1 januari 2007 is in artikel 4.1 de term individuele ademhalingszone ingevoerd, per die datum zijn ook de ernstige overtredingen gebaseerd op het vroegere artikel 4.9, eerste lid. juncto artikel 4.8b, derde lid, Arbobesluit (het huidige artikel 4.4, eerste lid, juncto artikel 4.3, derde lid 3, Arbobesluit en artikel 4.16, derde lid, hierop aangepast.

Voorheen luidden deze respectievelijk:

Het blootstellen van werknemers aan concentraties van stoffen in de inademingslucht van meer dan twee maal de bestuurlijke MAC-waarde of wettelijke grenswaarde (vast te stellen over de blootstellingsperiode(n) waarop deze waarden betrekking hebben) of van meer dan de ceilingwaarde.

Het blootstellen van werknemers aan concentraties van kankerverwekkende en mutagene stoffen in de inademingslucht boven de wettelijke grenswaarde.

Vanaf 1 januari 2007 luiden deze respectievelijk:

Het blootstellen van werknemers aan concentraties van stoffen in de individuele ademhalingszone van een werknemer van meer dan twee maal de (wettelijke of door de werkgever vastgestelde) grenswaarde of van meer dan de ceilingwaarde.

Het blootstellen van werknemers aan concentraties van kankerverwekkende en mutagene stoffen in de individuele ademhalingszone van een werknemer boven de (wettelijke of door de werkgever vastgestelde) grenswaarde.

De wijziging per 1 januari 2007 betekende, naar nu blijkt, ongewild een verzwaring van het handhavingsbeleid van de Arbeidsinspectie. Het gaat om de concentratie van een stof in de lucht in de individuele ademhalingszone. Dat is ongeveer een bolvormige zone op circa 30 centimeter waarbij de mond en neus van de werknemers zich in het centrum van de bol bevindt. In deze beperkte ruimte rondom het gelaat kan de grenswaarde worden overschreden terwijl, bij gebruik van persoonlijke ademhalingsbeschermingsmiddelen, de concentratie in de inademingslucht beneden de grenswaarde kan liggen. Er is in dat geval geen overtreding van de bepaling dat de werknemer niet mag worden blootgesteld aan concentraties van een stof boven de grenswaarde.

Voor sommige werkzaamheden is immers het gebruik van persoonlijke ademhalingsbeschermingsmiddelen tijdelijk of in het geheel niet te voorkomen In dat laatste geval kunnen nog geen bronmaatregelen genomen worden om de concentratie in de individuele ademhalingszone onder de grenswaarde te brengen. Om die reden is in de tekst het begrip ‘individuele ademhalingszone’ weer vervangen door ‘inademingslucht’.

Artikel I, onderdeel B onder 2

Door de invoering van het besluit van 1 februari 2010 (Stb. 103) tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit, houdende regels met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico’s van kunstmatige optische straling is nagegaan of er werkzaamheden en situaties kunnen worden benoemd die ernstig gevaar (kunnen) opleveren voor personen. Deze zijn nu opgenomen in de lijst van ernstige overtredingen waarvoor een bestuurlijke boete kan worden gegeven.

Artikel I, onderdeel C

Van de zijde van SodM is verzocht om artikel 2.42h Arbobesluit (handelingen in noodgevallen) op te nemen in de lijst van overtredingen waarvoor direct een boete wordt gegeven. Dit verzoek is gebaseerd op de handhavingspraktijk van de SodM, waar het gaat om off-shore werk met in het geval van een calamiteit als ontsnappingsmogelijkheid alleen de zee. Gelet op de systematiek van bijlage 3 en de toelichting bij deze lijst past deze overtreding in deze lijst als zijnde een overtreding waarbij een werkgever heeft nagelaten bepaalde risicoverminderende handelingen en/of maatregelen in risicovolle situaties te nemen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

namens deze:

inspecteur-generaal Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.A. van den Bos.

Naar boven