De Minister van Justitie,
Overwegende dat bij besluit van 18 mei 2006, nr. 5421882/506/CBK, maximaal 350 medewerkers van het regionale politiekorps
Limburg-Zuid zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar van politie ter zake van de opsporing van de in voornoemd
besluit genoemde strafbare feiten;
Overwegende dat op 1 april 2010 de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar (met kenmerk 5647961/10) inwerking is getreden
en dat in bijlage A-I van deze circulaire een onderscheid wordt gemaakt in zes domeinen waarbinnen per domein is aangegeven
welke wetten en artikelen de buitengewoon opsporingsambtenaren bevoegd zijn te handhaven en over welke bevoegdheden de buitengewoon
opsporingsambtenaren daarbij beschikken;
Overwegende dat de aangewezen buitengewoon opsporingsambtenaren van het regionale politiekorps Limburg-Zuid zijn ingedeeld
in het domein Generieke Opsporing;
Overwegende dat het regionale politiekorps Limburg-Zuid bij brief van 24 maart 2010 (met kenmerk 5647506/Justis/10) is geïnformeerd
over de domeinindeling;
Overwegende dat de Minister van Justitie op grond van artikel 6, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar
bevoegd is de akte van opsporingsbevoegdheid, de aanwijzing en de aanvullende opsporingsbevoegdheid ambtshalve te wijzigen
of te vervangen;
Gelet op het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, laatstelijk gewijzigd op 30 januari 2010, en de Circulaire Buitengewoon
opsporingsambtenaar, kenmerk 5647961/10;
Besluit:
ARTIKEL I
Artikel 3 komt als volgt te luiden:
Artikel 3
1. De in artikel 2 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten genoemd in domein VI Generieke
Opsporing, van bijlage A-I van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling
van de aan de functie gerelateerde taken.
2. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor
een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.
3. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het domein waarin
hij is aangesteld.
ARTIKEL II
Artikel 8 komt te luiden:
Artikel 8
De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis
van het besluit van 18 mei 2006, nr. 5421882/506/CBK, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van het onderhavige besluit.
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Bezwaar maken
U kunt tegen deze beslissing bezwaar maken bij de Minister van Justitie. U doet dit door schriftelijk een gemotiveerd bezwaarschrift
in te dienen binnen zes weken na dagtekening van deze beschikking. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:
Dienst Justis
Team BTR
Postbus 20300
2500 EH Den Haag
U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging
bij uw bezwaarschrift.
Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:
uw naam en adres;
• de dagtekening;
• een kopie van de beslissing;
• de gronden van uw bezwaar;
• uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.