De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Gelet op verordening (EG) nr. 640/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG
van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektromotoren (Pb EU L 191/26), verordening
(EG) nr. 641/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement
en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor stand-alone natloper-circulatiepompen en in producten ingebouwde
natloper-circulatiepompen (Pb EU L 191/35), verordening (EG) nr. 642/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering
van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor televisies
(Pb EU L 191/42), verordening (EG) nr. 643/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG
van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor koelapparaten voor huishoudelijk gebruik
(Pb EU L 191/53) en de artikelen 9.4.4, tweede lid, en 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer;
Besluit:
TOELICHTING
Algemeen
Richtlijn nr. 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging
van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging
van richtlijn 92/42/EEG van de Raad en de richtlijnen 96/57/EG en 2000/55/EG van het Europese Parlement en de Raad (Pb EU
L 191), verder te noemen: richtlijn ecodesign, voorziet in een kader waarbinnen de Europese Commissie, met behulp van een
regelgevend comité, voorschriften inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten kan vaststellen. Die richtlijn
is in Nederland geïmplementeerd in hoofdzakelijk titel 9.4 van hoofdstuk 9 van de Wet milieubeheer.
In de Regeling aanwijzing ecodesign-producten, in werking getreden met ingang van 22 juli 2009, was reeds een vijftal categorieën
van producten aangewezen, waarvoor ingevolge de richtlijn ecodesign uitvoeringsmaatregelen zijn vastgesteld. Op diezelfde
dag heeft de Europese Commissie een viertal nieuwe uitvoeringsmaatregelen vastgesteld. Ook de vier categorieën waarvoor deze
uitvoeringsmaatregelen gelden, dienen in de Regeling aanwijzing ecodesign-producten te worden aangewezen. Daarvoor dient deze
wijziging.
Bij verordening (EG) nr. 640/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van
het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektromotoren (Pb EU L 191/26) is een
zesde uitvoeringsmaatregel op grond van de richtlijn ecodesign vastgesteld. Deze verordening is ingevolge artikel 8 ervan
in werking getreden op 12 augustus 2009. De effectieve inwerkingtreding van het eerste deel van de materiële voorschriften
van deze verordening (artikel 3, onderdeel 1) is gesteld op op 16 juni 2011.
Bij verordening (EG) nr. 641/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het
Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor stand-alone natloper-circulatiepompen en in
producten ingebouwde natloper-circulatiepompen (Pb EU L 191/35) is een zevende uitvoeringsmaatregel vastgesteld. Deze verordening
is ingevolge artikel 8 ervan eveneens in werking getreden op 12 augustus 2009. De effectieve inwerkingtreding van het eerste
deel van de materiële voorschriften van deze verordening (artikel 8, onderdeel 1) is gesteld op 1 januari 2013.
Bij verordening (EG) nr. 642/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het
Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor televisies (Pb EU L 191/42) is een achtste
uitvoeringsmaatregel vastgesteld. Ook deze verordening is ingevolge 8 ervan op 12 augustus 2009 in werking getreden. De effectieve
inwerkingtreding van het eerste deel van de materiële voorschriften van deze verordening (artikel 8, lid 2, derde alinea)
is gesteld op 7 januari 2010.
Bij verordening (EG) nr. 643/2009 van de Europese Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het
Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor koelapparaten voor huishoudelijk gebruik (Pb
EU L 191/53) is ten slotte een negende uitvoeringsmaatregel vastgesteld. Net als de andere nieuwe verordeningen is deze op
12 augustus 2009 in werking getreden (artikel 9). De effectieve inwerkingtreding van het eerste deel van de materiële voorschriften
van deze verordening is gesteld op 1 juli 2010 (artikelen 8 en 9, lid 2, eerste alinea).
De aanwijzing van producten dient ingevolge artikel 9.4.4 van de Wet milieubeheer bij algemene maatregel van bestuur te geschieden.
Artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer bepaalt echter dat hetgeen ingevolge de Wet milieubeheer bij algemene maatregel
van bestuur kan worden geregeld, in afwijking daarvan, bij ministeriële regeling wordt geregeld, indien de regels uitsluitend
strekken ter uitvoering van een voor Nederland verbindend verdrag of een voor Nederland verbindend besluit van een volkenrechtelijke
organisatie, tenzij voor een juiste uitvoering wijziging van een algemene maatregel van bestuur of de wet noodzakelijk is.
In dit geval is derhalve aanwijzing bij ministeriële regeling voorgeschreven.
Overigens wordt binnenkort een wetsvoorstel in procedure gebracht, waarin een kleine wijziging van titel 9.4 van de Wet milieubeheer
is opgenomen. Die wijziging strekt ertoe dat op producten waarvoor – in de vorm van verordeningen – uitvoeringsmaatregelen
op grond van de richtlijn ecodesign worden vastgesteld, titel 9.4 van de Wet milieubeheer rechtstreeks van toepassing is.
Zodra deze wijziging is geëffectueerd, is het dan niet langer nodig om de desbetreffende producten ook nog bij ministeriële
regeling aan te wijzen.
Administratieve lasten
Uit de regeling zelf vloeien geen administratieve lasten voor het bedrijfsleven voort. Wel vloeien uit de verordening administratieve
lasten voort, zoals de comformiteitsverklaring en de CE-markering. De regeling is aan het Adviescollege toetsing administratieve
lasten (Actal) voorgelegd. Het college heeft besloten de regeling niet te selecteren voor advies.
De regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor burgers, omdat de regeling alleen op bedrijven van toepassing
is.
Handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid
Het niet voldoen aan de eisen van de verordeningen is een economisch delict in de zin van de Wet economische delicten. Op
grond daarvan zijn geldboetes en een gevangenisstraf mogelijk, maar ook bijvoorbeeld stillegging van de onderneming of verbeurdverklaring
van goederen.
Naast deze strafrechtelijke handhaving is op grond van artikel 18.2b van de Wet milieubeheer ook bestuursrechtelijke handhaving
mogelijk door de Minister van VROM.
Toezicht op de regeling en de verordeningen wordt uitgevoerd door de VROM-inspectie en door de Voedsel en Waren autoriteit.
Inspraak
De ontwerpregeling is ingevolge artikel 21.6, zesde lid, derde volzin, van de Wet milieubeheer op 16 november 2009 toegezonden
aan de beide kamers der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2009/2010, 31209, nr. 102, bijlage). Voornoemd artikelonderdeel bepaalt dat tussen toezending aan de beide kamers en de vaststelling van de regeling
een periode van ten minste vier weken dient te zitten. Naar aanleiding van de toezending zijn geen reacties binnengekomen.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.M. Cramer.