Regeling van de Minister van Justitie van 28 april 2010, nr. 5650242/10/6 tot aanwijzing van aanvullende documenten waarmee ten behoeve van de uitoefening van het kiesrecht kan worden voldaan aan de identificatieplicht bedoeld in de Kieswet

De Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel J 24 van de Kieswet, eerste lid, aanhef en onder a, en artikel 1, tweede lid, van de Wet op de identificatieplicht;

Besluiten:

Artikel 1

Voor het uitoefenen van het kiesrecht kan tevens aan de identificatieplicht op grond van artikel J 24, eerste lid, aanhef en onder a, van de Kieswet worden voldaan met behulp van de in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de identificatieplicht genoemde documenten, voor zover deze op de dag van de stemming, bedoeld in artikel J 1 van de Kieswet, maximaal vijf jaren hun geldigheid hebben verloren.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A.Th.B. Bijleveld-Schouten.

TOELICHTING

Op grond van artikel J 24, eerste lid, aanhef en onder a, van de Kieswet, wordt tot de stemming slechts toegelaten de kiezer die bevoegd is aan de verkiezing deel te nemen, voor zover de voorzitter van het stembureau de identiteit van de kiezer heeft vastgesteld aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht. Dit document dient geldig te zijn op de dag van de stemming. Deze bijzondere identificatieplicht is op 1 januari 2010 landelijk ingevoerd.

In de brief van 9 april 2010 over de evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen is de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingegaan op de identificatieplicht bij het stemmen. Van een aantal kanten is de oproep gedaan om een uitzondering op de identificatieplicht te maken voor een groep oudere personen die niet meer in het bezit is van een geldig paspoort, Nederlandse identiteitskaart of rijbewijs, omdat de geldigheid daarvan is verlopen.

In deze brief is aangekondigd dat een voorziening in een ministeriële regeling op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet op de identificatieplicht zal worden getroffen. Met onderhavige regeling geven wij uitvoering aan dit voornemen.

Identiteitsdocumenten die maximaal vijf jaar hun geldigheid hebben verloren op de dag van de stemming kunnen worden gebruikt bij het stemmen. Dat betekent dat een verlopen identiteitsbewijs kan worden gebruikt bij het stemmen en bij het geven van een onderhandse volmacht.

Deze regeling zal ook gelden voor de verkiezingen van Provinciale Staten in maart 2011.

In de brief aan de Tweede Kamer is aangekondigd dat de voorgestelde regeling een tijdelijke voorziening betreft en dat onderzoek zal plaatsvinden naar een voorziening die een permanent karakter zal hebben. Naar het zich laat aanzien zal daarvoor een wijziging van de Kieswet noodzakelijk zijn. Zodra deze wettelijke regeling tot stand is gekomen en in werking is getreden, zal de onderhavige regeling worden ingetrokken.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A.Th.B. Bijleveld-Schouten.

Naar boven