Beleidsregel van de Minister van Verkeer en Waterstaat inzake de instemming met tarieven van luchtvaartmaatschappijen als bedoeld in het Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer

21 april 2010

Nr. CEND/HDJZ-2010/458 sector LUV

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 2 van het Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer;

Besluit:

Artikel 1

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Niet-communautaire luchtvaartmaatschappij:

een luchtvaartmaatschappij die niet beschikt over een geldige, door een lidstaat van de Europese Unie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1008/2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PbEG L 293/3) afgegeven exploitatievergunning.

Artikel 2

De beleidsregel is van toepassing op het verzoek om instemming met tarieven van niet-communautaire luchtvaartmaatschappijen als bedoeld in het Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer.

Artikel 3

• 1. Onverminderd artikel 5 van het Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer keurt de Minister van Verkeer en Waterstaat tarieven van luchtvaartmaatschappijen goed indien deze in redelijke verhouding staan tot de volledig toegerekende kosten op lange termijn van de aanvragende luchtvaartmaatschappij met inachtneming van andere relevante factoren.

• 2. Als andere relevante factoren, als bedoeld in het eerste lid, gelden in ieder geval:

  • a. de behoefte van de consumenten;

  • b. de noodzaak van een bevredigende opbrengst van de investering;

  • c. de concurrentie op de markt, inclusief de tarieven van de andere luchtvaartmaatschappijen die dezelfde route bedienen; en

  • d. de noodzaak om dumping te voorkomen.

• 3. Het feit dat een voorgesteld tarief lager is dan de tarieven van andere luchtvaartmaatschappijen, is geen voldoende reden om de goedkeuring te weigeren.

Artikel 4

Deze beleidsregel treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I van het Besluit van 5 maart 2009, houdende wijziging van het Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer en enkele andere besluiten in werking treedt.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

TOELICHTING

Algemeen

Het Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer is bij besluit van 5 maart 2009, houdende wijziging van het Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer en enkele andere besluiten (Stb. 2009, 145) gewijzigd om tegemoet te komen aan de beleidsmatige tendens van de laatste jaren om liberalere tarievenregimes af te sluiten in luchtvaartverdragen met derde landen.

Dergelijke liberalere tarievenregimes gaan van Nederlandse zijde niet meer uit van verplichte goedkeuring van de tarieven door de Minister van Verkeer en Waterstaat. In de plaats daarvan staat het onder dergelijke regimes aan elke aangewezen luchtvaartmaatschappij vrij haar tarieven op basis van commerciële marktoverwegingen vast te stellen. De mogelijkheden om te interveniëren door de overeenkomstsluitende Partijen zijn daarbij beperkt tot een aantal specifiek omschreven gevallen. Om dit mogelijk te maken, gaat het gewijzigde Tarievenbesluit niet meer uit van een verplichte goedkeuring door de Minister van Verkeer en Waterstaat van alle tarieven die op vluchten vanuit, naar, of via Nederland door luchtvaartmaatschappijen worden gehanteerd.

De beleidsregel van de Minister van Verkeer en Waterstaat inzake de instemming met tarieven van luchtvaartmaatschappijen als bedoeld in het Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer biedt de noodzakelijke criteria tot goedkeuring van de tarieven aan de minister in alle gevallen waarin dit nog wel verplicht is. Deze criteria zijn oorspronkelijk afkomstig uit EG-richtlijn 87/601, die is ingetrokken bij EG-verordening 2342/90. Deze verordening is op zijn beurt weer vervangen door EG-verordening 2409/92 waarin de criteria tot goedkeuring van tarieven zijn komen te vervallen omdat voor communautaire luchtvaartmaatschappijen de goedkeuring van tarieven werd afgeschaft. EG-verordening 2409/92 is inmiddels weer vervangen door EG-verordening 1008/2008 waarin eveneens geen criteria voor goedkeuring staan. De criteria uit EG-richtlijn 87/601 zijn evenwel nog steeds goed bruikbaar voor de goedkeuring van tarieven van niet-communautaire luchtvaartmaatschappijen.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Artikel 1 definieert het begrip niet-communautaire luchtvaartmaatschappij. Hiermee wordt gedoeld op luchtvaartmaatschappijen uit derde landen aan wie het op grond van aanwijzing of anderszins onder bilaterale of multilaterale luchtvaartverdragen toegestaan is om op Nederland te opereren.

Artikel 2

Artikel 2 bakent het toepassingsbereik van de beleidsregel af tot het verzoek om instemming met de tarieven van niet-communautaire luchtvaartmaatschappijen als bedoeld in het Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer en gedefinieerd in artikel 1 van de beleidsregel.

Artikel 3

Artikel 3 geeft de criteria weer op basis waarvan de Minister van Verkeer en Waterstaat de tarieven van niet-communautaire luchtvaartmaatschappijen goedkeurt.

Het uitgangspunt zoals omschreven in lid 1 is de eis van kostengerelateerdheid van de tarieven. Lid 2 geeft niet limitatief andere factoren aan waarmee rekening wordt gehouden bij de goedkeuring, zoals de behoefte van consumenten, de mate van concurrentie op de desbetreffende markt en de noodzaak om dumping te voorkomen. Zo kan prijsdumping tot het onwenselijke effect van een prijzenoorlog leiden tussen de op de route opererende luchtvaartmaatschappijen. Het kan er ook toe leiden dat de door Nederland aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) besluit(en) om op de desbetreffende route niet meer te opereren omdat dit uit bedrijfseconomisch oogpunt tegen dat lage niveau van tarieven niet meer rendabel is. Dit komt de behoefte tot vervoer van consumenten uiteindelijk niet ten goede.

Bij de toepassing van deze criteria is het bepaalde in artikel 5 van het Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer onverminderd van kracht. Dat betekent dat goedkeuring aan tarieven wordt onthouden indien het tarief in strijd is met het terzake van een eerlijke mededinging geldende recht of indien het in strijd met dit recht tot stand is gekomen.

Artikel 4

De inwerkingtreding van de beleidsregels is gekoppeld aan het moment waarop de wijziging van het Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer in werking treedt. Deze wijziging leidt ertoe dat de verwijzing naar de beoordelingscriteria voor de tarieven van geregeld luchtvervoer in de richtlijn 87/601/EEG betreffende de tarieven voor geregelde luchtdiensten tussen de Lidstaten, zoals vastgesteld door de Raad op 14 december 1987 (PbEG L 374/12) komt te vervallen. De desbetreffende richtlijn is in 1990 ingetrokken.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.