Regeling tot wijziging van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer in verband met de aanpassing van het maximumtarief als gevolg van indexering

2010-04-26

Nr. CEND/HDJZ-2010/657 sector S&W

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 84 van de Wet personenvervoer 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 1a van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘7,50’ vervangen door ‘7,82’ en wordt ‘2,20’ vervangen door ‘2,29’.

2. In het tweede lid wordt ‘12,20’ vervangen door ‘12,72’ en wordt ‘2,52’ vervangen door ‘2,63’.

3. In het derde lid wordt ‘33,–’ vervangen door: 34,42.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling strekt tot aanpassing van de in de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer (hierna te noemen: Tariefregeling) vastgestelde tariefbedragen in verband met de kostenontwikkeling in het jaar 2010.

Indexering tarieven

Het maximumtarief voor een taxirit bestaat op grond van artikel 1a van de Tariefregeling, afhankelijk van de opbouw van de taxirit, uit een combinatie van een vast bedrag (eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, onderdeel a), een bedrag per kilometer, dat in rekening wordt gebracht voor de derde en volgende kilometers na de aanvang van de rit (eerste lid onderdeel b, en tweede lid, onderdeel b), alsmede een tarief voor de wachtperiode bij aanvang van de rit, mits dit vooraf met de consument is overeengekomen (derde lid).

In verband met de kostenontwikkeling in het jaar 2010 worden de bedoelde maximumtarieven thans verhoogd met een percentage van 4,3%. Dit correctiepercentage is gebaseerd op de zogenoemde Samengestelde OV-index, zoals deze jaarlijks wordt berekend. Deze OV-index is samengesteld uit informatie van het Centraal Planbureau (indexen voor loon- en prijsontwikkeling) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (index voor energie voor voertuigen). Voor de loonontwikkeling wordt gebruik gemaakt van de loonvoet marktsector. Voor de prijsontwikkeling wordt gebruik gemaakt van de IMOC (netto materiële consumptie van de overheidssector). Voor de ontwikkeling van de energiekosten voor taxivoertuigen wordt uitsluitend gebruik gemaakt van de CBS-index dieselolie, omdat de CBS-index electriciteit niet relevant is voor taxi’s.

De bijdrage van de drie indexen aan de samengestelde OV-index is respectievelijk: 65% loonvoet marktsector, 27,8% IMOC en 7,2% CBS-index dieselolie.

Gelet op de transparantie, robuustheid en de marktrelevantie van deze index in het kader van vervoer van consumenten, wordt deze index ook voor taxivervoer toegepast. Met de keuze voor de Samengestelde OV-index houdt de prijsontwikkeling gelijke tred met het meest voor de hand liggende alternatief voor de straattaxi, het openbaar vervoer over korte afstanden.

Het voornemen is de maximumtarieven jaarlijks met ingang van 1 januari te indexeren, voor het eerst met ingang van 1 januari 2011. Voor eind 2010 wordt onderzoek uitgevoerd naar de toereikendheid van de hoogte van het maximumtarief.

Administratieve lasten

De regeling heeft betrekking op taxiondernemers die actief zijn op de straattaximarkt (telefonisch bestellen, aanhouden op straat of taxistandplaats).

De onderhavige wijzigingsregeling kan voor deze groep leiden tot administratieve lasten. Indien taxiondernemers op basis van de nieuwe (geïndexeerde) tarieven kiezen voor het aanpassen van hun tarieven, zal dit administratieve lasten tot gevolg hebben. De (administratieve) lasten hangen samen met de volgende handelingen:

  • (laten) aanpassen van de taxameter;

  • bestellen van nieuwe tariefkaarten dan wel

  • downloaden, printen en invullen van nieuwe tariefkaarten;

  • vervangen van tariefkaarten in het taxivoertuig.

De eenmalige (administratieve) lasten die samenhangen met de aanpassing van de taxameters komen overeen met: 10.000 taxi’s x 0,25 uur x € 49 = € 122.500.

De eenmalige (administratieve) lasten die samenhangen met de nieuwe tariefkaarten komen overeen met: 10.000 taxi’s x 0,5 uur x € 28 = € 140.000.

De eenmalige (administratieve) lasten die samenhangen met het kennisnemen van de nieuwe regelgeving komen overeen met: 4.000 ondernemers x 0,2 uur x € 28 = € 22.400.

Indien alle taxiondernemingen deze handelingen verrichten komen de totale (administratieve) lasten overeen met € 284.900 (€ 122.500 + € 140.000 + € 22.400).

Een ontwerp van deze regeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal). Actal heeft over het ontwerp geen opmerkingen gemaakt.

Advies Overlegorgaan Personenvervoer

Een ontwerp van deze regeling is overeenkomstig artikel 106 van de Wet personenvervoer 2000 voorgelegd aan het Overlegorgaan Personenvervoer (OPV). Van reizigersvereniging ROVER en geledingen uit de taxibranche (hierna: de taxibranche) zijn inhoudelijke reacties ontvangen. ROVER heeft aangegeven in dit stadium geen voorstander te zijn van de onderhavige indexering. ROVER acht het nodig dat eerst de taxibranche op orde komt alvorens over te gaan tot indexering van taxitarieven. De taxibranche is positief over het voorstel om de maximumtarieven te laten stijgen. De branche acht de voorgestelde verhoging van het maximumtarief met 4,3% echter te laag om de kostenontwikkelingen in de taxibranche van de afgelopen jaren goed te maken. De maximumtarieven zijn de afgelopen jaren gelijk gebleven, terwijl de kosten flink zijn gestegen. De taxibranche is voorstander van een jaarlijkse indexatie. Het onderwerp wordt daardoor gedepolitiseerd en schept zekerheid voor ondernemers, aldus de branche. Wel is het advies voor de indexering niet de OV-index te gebruiken maar de NEA-index. De taxibranche geeft verder aan dat de administratieve lasten voor de branche geen problemen opleveren.

De ingekomen reacties hebben niet geleid tot aanpassing van het onderhavige voorstel. De onderhavige indexering wordt gelet op bovenaangegeven achtergrond en berekeningswijze thans een passende maatregel geacht, dit mede in het licht van het aangegeven voornemen om vóór eind 2010 nader onderzoek te doen naar de toereikendheid van de hoogte van het maximumtarief. De onderhavige indexering kan voorts worden gezien als een stap in het traject gericht op een brede verbetering van de kwaliteit in taxivervoer, zoals dit is geconcretiseerd in de brieven van 16 juni 2008 en 9 juli 2009 van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat (Kamerstukken II 2007/2008, 31 521, nr. 1 en Kamerstukken II 2008/2009, 31 521, nr. 23).

Het voornemen tot indexering is aangekondigd aan de Tweede Kamer in de brief van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 25 november 2009 (Kamerstukken II 2009/2010, 31521, nr. 42), en is uitvoerig besproken met de Tweede Kamer tijdens het Algemeen Overleg (taxi), gehouden op 25 maart 2010.

Overeenkomstig het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten van regelgeving, wordt de onderhavige wijzigingsregeling begin mei 2010 gepubliceerd en treedt deze met ingang van 1 juli 2010 in werking.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

Naar boven