Regeling van de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie van 27 april 2010, nr. 2010-0000233628, DCB/CZW/WVOB, tot wijziging van de Bewapeningsregeling politie in verband met de aanpassing van de bewapening van enkele categorieën ambtenaren van politie alsmede enkele andere wijzigingen

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie,

Gelet op artikel 49, tweede lid, van de Politiewet 1993 en artikel 3a, tweede lid, van de Wet wapens en munitie;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Bewapeningsregeling politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De bewapening van de ambtenaar van politie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, van de Politiewet 1993 bestaat tijdens de uitoefening van de dienst uit:

    • a. een korte wapenstok van een door de Ministers goedgekeurd merk en type;

    • b. de pepperspray.

2. In het tweede en derde lid vervalt telkens ‘met de pepperspray of’.

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 8, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. CS-traangasgranaten en traangasverspreidende middelen van een door de Ministers goedgekeurd merk en type;

2. Onder lettering van de onderdelen b en c tot onderdelen c en d, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • b. rook- en lawaaigranaten van een door de Ministers goedgekeurd merk en type;

C

Artikel 9, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. rook- en lawaaigranaten van een door de Ministers goedgekeurd merk en type.

D

Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. munitie van het merk RUAG Ammotec GmbH, type Action, model NP, kaliber 9 millimeter maal 19 millimeter, of.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Het repeteervuurwapen, bedoeld in artikel 9, onderdeel g, wordt geladen met:

    • a. munitie van het merk Defence Technology, type 23 DS, kaliber 12 (Ø18,2 mm), of

    • b. munitie van het merk ALS Technologies, type Triton 1212T.

E

In artikel 17a wordt ‘bij Politie Nederland,’ vervangen door: bij Politie Nederland of bij het Landelijk selectie- en opleidingsinstituut politie, Politie onderwijs- en kenniscentrum, bedoeld in artikel 2 van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs,.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

de Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

TOELICHTING

Deze regeling bevat de volgende wijzigingen van de Bewapeningsregeling politie:

A. Bewapening vrijwillige ambtenaren van politie (artikel 4)

Krachtens artikel 4 is het nu (abusievelijk) mogelijk om vrijwilligers met een pistool maar zonder pepperspray uit te rusten. Dit is gezien de eisen van proportioneel en subsidiair optreden onwenselijk. Door middel van deze wijziging behoort de pepperspray samen met de korte wapenstok tot de standaardbewaping van de vrijwillige politieambtenaar, evenals dat het geval is voor de aspirant en de surveillant.

B. Bewapening Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (artikel 8)

Ten behoeve van de persoonsbeveiliging kan thans beschikt worden over CS-traangasspuitbussen. Deze bussen blijken in de praktijk echter niet altijd goed bruikbaar. Met de introductie van de beter werkende pepperspray bij de Nederlandse politie, is er geen behoefte meer aan de traangasspuitbussen. Deze worden dan ook al geruime tijd niet meer gedragen of aangekocht. Derhalve worden de CS-traangasspuitbussen uit de Bewapeningsregeling politie geschrapt.

Gezien de nieuwe dreigingen en voortschrijdende procedureontwikkelingen, heeft de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (DKDB) van het KLPD verzocht om te mogen beschikken over een lawaaigranaat ter afleiding, zoals momenteel al in gebruik bij de aanhoudings- en ondersteuningseenheden. Tevens acht de Dienst het wenselijk te kunnen beschikken over een rookgranaat ter afscherming. Een dergelijke rookgranaat is al bij de persoonsbeveiligers van de Koninklijke Marechaussee (BSB) in gebruik. De Adviescommissie bewapening en uitrusting heeft over beide granaten positief geadviseerd. De Bewapeningsregeling politie wordt overeenkomstig het voorgaande aangepast.

C. Bewapening aanhoudings- en ondersteuningseenheden (artikel 9)

Gelet op de taken van de aanhoudings- en ondersteuningseenheden, genoemd in artikel 8 van het Besluit beheer regionale politiekorpsen, de samenwerking met de DKDB en de beoogde uitwisselbaarheid van personeel binnen het stelsel van speciale eenheden is het van belang dat de procedures, uitrusting en bewapening waar mogelijk zoveel mogelijk overeenkomen dan wel op elkaar zijn afgestemd. Derhalve wordt, net als bij de DKDB, de rookgranaat ook toegevoegd aan de bewapening van de aanhoudings- en ondersteuningseenheden.

D. Nieuwe politiemunitie (artikel 14)

Naar aanleiding van ervaringen in het binnen- en buitenland alsmede van recente wondballistische, munitietechnische en forensische inzichten zijn de criteria die ten grondslag liggen aan de keuze voor de politiemunitie in Nederland in 2008 geactualiseerd. De Tweede Kamer is hierover in juni 2008 geïnformeerd (Kamerstukken II 2007/08, 29 628, nr. 93).

Op basis van de geactualiseerde criteria heeft een Europese aanbesteding plaatsgehad. Deze heeft medio 2009 geleid tot de keuze voor munitie van het merk RUAG Ammotec, type Action, model NP. Deze munitie zal vanaf het einde van 2009 worden uitgeleverd en op termijn de munitie van het type Action, model Effect, vervangen. De munitie van het type Action, model 3, is bij de Nederlandse politie intussen geheel vervangen. Daarom wordt dit model munitie uit de Bewapeningsregeling munitie geschrapt.

De aanhoudings- en ondersteuningseenheden van de politie beschikken over het repeteervuurwapen Mossberg 590 A1. Hiermee wordt de niet-penetrerende (less lethal) stunbag-munitie verschoten. Momenteel is slechts één merk en type van deze munitie toegestaan. De levering van deze munitie is echter niet continu gegarandeerd. Om minder afhankelijk te worden van één leverancier, is besloten om aan de hand van dezelfde criteria als die ten grondslag hebben gelegen aan de keuze van de thans gebruikte munitie, alternatieven te zoeken. Deze is gevonden in stunbag-munitie van het merk ALS Technologies, type Triton 1212T. Deze munitie is wat betreft schotbaan en doelballistiek vrijwel gelijk aan de thans gebruikte munitie en functioneert goed in het repeteervuurwapen. Ook deze munitie wordt derhalve toegestaan voor gebruik door de aanhoudings- en ondersteuningseenheden.

E. Politieacademie (artikel 17a)

Ten behoeve van het onderwijs is het noodzakelijk dat het personeel dat werkzaam is voor het LSOP (de Politieacademie) over wapens en munitie kan beschikken. De Politieacademie is geen onderdeel van de politie. Maar het personeel van het LSOP wordt geacht werkzaam te zijn voor de politie. De voor de politie geldende vrijstellingen zijn daarom niet van toepassing. Deze vrijstelling wordt daarom alsnog verleend. Het betreft hier een vrijstelling van de verboden van de eerste leden van de artikelen 9, 14, 22 en 26 van de Wet wapens en munitie. Omdat de betreffende onderdelen van het onderwijs niet plaatsvinden op de openbare weg noch op een voor het publiek toegankelijke plaats bestaat er geen noodzaak voor het toekennen van de bevoegdheid aan het personeel dat werkzaam is voor de Politieacademie tot het ‘dragen’ van wapens als bedoeld in de Wet wapens en munitie.

De vrijstelling betreft de wapens en munitie genoemd in de Bewapeningsregeling politie en andere wapens en munitie voor zover hiervoor door de ministers toestemming is verleend ten behoeve van opleiding- en trainingsdoeleinden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

de Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

Naar boven