Besluit mandaat en machtiging havenmeester Rotterdam

26 april 2010

Nr. CEND/HDJZ-2010/262 sector SCH

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 5, tweede lid, en artikel 7, vijfde lid, van de Scheepvaartverkeerswet;

Besluit:

Artikel 1

Aan de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., wordt mandaat en machtiging verleend om voor zover het scheepvaartwegen betreft in beheer bij het Rijk, benedenstrooms kilometerraai 991.7 van de Nieuwe Maas of benedenstrooms kilometerraai 998 van de Oude Maas:

  • a. beslissingen te nemen met betrekking tot en zorg te dragen voor het aanbrengen of verwijderen van een verkeersteken als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet,

  • b. vrijstelling of ontheffing te verlenen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet van een gebod of verbod, aangegeven met een verkeersteken als bedoeld onder a, en

  • c. besluiten te nemen met betrekking tot bekendmakingen als bedoeld in artikel 8 van de Scheepvaartverkeerswet.

Artikel 2

De havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., is bevoegd ten aanzien van de aan hem bij dit besluit verleende bevoegdheden ondermandaat te verlenen of de machtiging door te geven.

Artikel 3

De havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V. verschaft de minister op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de aan hem bij dit besluit verleende bevoegdheden.

Artikel 4

De ondertekening van documenten op grond van artikel 1 van dit besluit luidt:

‘De Minister van Verkeer en Waterstaat,

namens deze,

De havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V. ’,

gevolgd door de handtekening en de naam van de havenmeester.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging havenmeester Rotterdam.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat, ter attentie van de Hoofddirectie Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum, nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

Naar boven