Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 21 april 2010, nr. 126255, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling visserij

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 6, derde lid, en 8 van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 en artikel 32 van de Uitvoeringsregeling visserij;

Besluit:

Artikel 1

Als periode waarin het verboden is te vissen op grond van artikel 32, eerste lid, Uitvoeringsregeling visserij wordt voor het kalenderjaar 2010 de periode van 1 september tot en met 12 oktober vastgesteld.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2010 en vervalt op 1 januari 2011.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 april 2010

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

TOELICHTING

Met onderhavig besluit wordt de periode vastgesteld waarin het op grond van artikel 32 van de Uitvoeringsregeling visserij verboden is op het IJsselmeer te vissen met alle vistuigen, behalve de hengel en de peur.

Het doel van deze maatregel is het verminderen van de visserijinspanning op het IJsselmeer. In 2005 is voor de visserij op het IJsselmeer nieuw beleid vastgesteld, waarin is bepaald dat de maximale vangstcapaciteit 17.000 vangsteenheden bedraagt. De reductie van de capaciteit is deels gerealiseerd door twee saneringsrondes. Om de maximale vangstcapaciteit van 17.000 vangsteenheden niet te overschrijden is echter een aanvullende reductie van 32% nodig.

Deze reductie wordt met onderhavig besluit gerealiseerd.

Op grond van de artikelen 67, 68 en 69 van de Uitvoeringsregeling visserij geldt de gesloten periode slechts voor vergunninghouders die niet bij de Producentenorganisatie IJsselmeer (PO IJsselmeer) zijn aangesloten. Leden van de PO IJsselmeer realiseren de reductie van de visserijinspanning door tenuitvoerlegging van een door de PO IJsselmeer opgesteld visplan dat is goedgekeurd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

De gekozen periode van 1 september tot en met 12 oktober overlapt met de periode van 1 september tot en met 30 november waarin het op grond van artikel 32a van de Uitvoeringsregeling visserij verboden is te vissen met aalvistuigen. Ik heb voor deze overlap gekozen vanwege de grote impact die alleen het aalvisverbod reeds heeft op de visserijinspanning en de maximale vangstcapaciteit op het IJsselmeer.

Wel betekent onderhavig verbod dat niet alleen de aalvistuigen, maar ook de andere grote vistuigen, zoals staand want, verboden zijn in de periode van 1 september tot en met 12 oktober.

Dit besluit brengt geen toename van de administratieve of uitvoeringslasten met zich. Publicatie en inwerkingtreding van dit besluit vinden plaats overeenkomstig de vaste verandermomenten voor regelgeving.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven