Regeling van de Minister van Economische Zaken van 16 april 2010, nr. WJZ/10033192, houdende de wijziging van de Subsidieregeling sterktes in innovatie

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikelen 4, 5, 16, 17, eerste lid, 25 en 44 van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling sterktes in innovatie wordt gewijzigd als volgt:

A

In hoofdstuk 9 wordt ‘Point One’ telkens vervangen door: Point-One.

B

a. In artikel 9.1 worden in de alfabetische rangschikking ingevoegd:

Point-One haalbaarheidsproject:

een samenstel van activiteiten, dat leidt tot een schriftelijk rapport met een inschatting van de technische en economische mogelijkheden van een Point-One R&D-project of een Point-One MKB-innovatieproject;

Point-One MKB-innovatieproject:

een samenhangend geheel van activiteiten, uitgevoerd door een Point-One MKB-samenwerkingsverband, bestaande uit industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling of een combinatie hiervan, dat leidt tot een nieuw product of proces of tot een nieuwe dienst;.

b. In artikel 9.1 vervalt het begrip en de hierbij behorende omschrijving van een Point-One MKB-project.

c. In artikel 9.1 wordt het begrip en de hierbij behorende omschrijving van een Point-One MKB-samenwerkingsverband vervangen door:

Point-One MKB-samenwerkingsverband: een samenwerkingsverband waaraan tenminste twee in Nederland gevestigde MKB-ondernemers deelnemen;.

C

Paragraaf 2. Point-One MKB-projecten wordt vervangen door de volgende twee paragrafen:

§ 2 Point-One haalbaarheidsprojecten

Artikel 9.1a

De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een MKB-ondernemer voor het uitvoeren van een Point-One haalbaarheidsproject dat past binnen de technologische gebieden als genoemd in bijlage 9.1.

Artikel 9.1b
  • 1. In afwijking van de Regeling steunintensiteit bedraagt de subsidie 50 procent van de subsidiabele kosten.

  • 2. Het maximum subsidiebedrag bedraagt € 50.000 per haalbaarheidsproject.

Artikel 9.1c

De minister verdeelt het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 9.1d

De termijn, bedoeld in artikel 23, onderdeel c, van het Kaderbesluit EZ-subsidies is één jaar.

Artikel 9.1e

De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien:

  • a. het Point-One haalbaarheidsproject onvoldoende bijdraagt aan de doelstellingen opgenomen in bijlage 9.1;

  • b. het onderzoeks- en ontwikkelingstraject waarop het Point-One haalbaarheidsproject betrekking heeft onvoldoende technisch risico bevat of onvoldoende economisch ambitieus is;

  • c. het Point-One haalbaarheidsproject onvoldoende inzicht zal geven in economisch perspectief, toepassingsmogelijkheden en R&D-kansen van het onderzoeks- en ontwikkelingstraject.

Artikel 9.1f
  • 1. De subsidie-ontvanger verleent medewerking aan een evaluatie van de effecten van het door hem uitgevoerde project, voor zover deze medewerking redelijkerwijs van hem kan worden verlangd.

  • 2. De verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt gedurende vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling.

§ 2a Point-One MKB-innovatieprojecten

Artikel 9.2

De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een MKB-ondernemer in een Point-One MKB-samenwerkingsverband voor het uitvoeren van een Point-One MKB-innovatieproject dat past binnen de technologische gebieden, genoemd in bijlage 9.1.

Artikel 9.2a

De penvoerder is een MKB-ondernemer.

Artikel 9.3
  • 1. In afwijking van de Regeling steunintensiteit bedraagt de subsidie:

    • a. 45 procent van de subsidiabele kosten voor zover deze betrekking hebben op industrieel onderzoek;

    • b. 35 procent van de subsidiabele kosten, voor zover deze betrekking hebben op experimentele ontwikkeling.

  • 2. Indien het totale subsidiebedrag voor de deelnemers van een Point-One MKB-samenwerkingsverband meer bedraagt dan € 300.000, wordt het meerdere naar rato in mindering gebracht op de aan de betrokken aanvragers te verstrekken subsidie.

Artikel 9.4

De minister verdeelt het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 9.5

De termijn, bedoeld in artikel 23, onderdeel c, van het Kaderbesluit EZ-subsidies, is twee jaar.

Artikel 9.6

De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien:

  • a. het Point-One MKB-innovatieproject onvoldoende bijdraagt aan de doelstellingen opgenomen in bijlage 9.1;

  • b. het Point MKB-innovatieproject onvoldoende technisch risico bevat;

  • c. het Point-One MKB-innovatieproject onvoldoende economisch perspectief bevat;

  • d. de samenwerking van het Point-One MKB-samenwerkingsverband niet complementair en evenwichtig is.

Artikel 9.7
  • 1. De subsidie-ontvanger verleent medewerking aan een evaluatie van de effecten van het door hem uitgevoerde project, voor zover deze medewerking redelijkerwijs van hem kan worden verlangd.

  • 2. De verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt gedurende vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling.

D

Artikel 9.32, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. de kwaliteit van de samenwerking en het efficiënt gebruik van de subsidiemiddelen;.

E

Bijlage 9.1 wordt vervangen door de bijlage behorende bij deze regeling.

ARTIKEL II

A

In de tabel in artikel 1 van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2010 wordt regel 3.18 vervangen door de volgende twee regels:

3.18

Subsidieregeling sterktes in innovatie (Point-One haalbaarheidsprojecten)

9.1a

 

1-7 t/m 1-10

500.000

3.18a

Subsidieregeling sterktes in innovatie (Point-One MKB-innovatieprojecten)

9.2

 

1-7 t/m 8-10

3.000.000

B

In de tabel in artikel 1 van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2010 wordt bij regel 3.21, Subsidieregeling sterktes in innovatie (Point-One University-Industry Interaction projecten), in kolom 5 ingevoegd ‘1-7 t/m 1-10’ en in kolom 6 ingevoegd: 4.000.000.

C

In de tabel in artikel 1 van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2010 wordt ‘Point One’ telkens vervangen door: Point-One.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 16 april 2010

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

BIJLAGE 9.1 BEHORENDE BIJ DE ARTIKELEN 9.1A, 9.1E, 9.2, 9.6, 9.7, 9.13 EN 9.21

Innovatieprogramma Point-One

1. Achtergrond

In het innovatieprogramma Point-One werken toonaangevende industrie, kennisinstellingen, (MKB)- ondernemingen en de overheid intensief samen aan de ontwikkeling van nieuwe toepassingen op basis van nano-elektronica, embedded systemen en mechatronica technologieën.

Point-One is ontstaan uit een gezamenlijk initiatief van de Nederlandse hightech industrie, kennisinstellingen en het ministerie van Economische Zaken. Het programma is gestart op 28 april 2006 als programma voor embedded systemen en nano-elektronica. In 2009 is de tweede fase gestart met een looptijd tot en met 2012. Nano-elektronica, embedded systemen en mechatronica leveren gezamenlijk essentiële bouwstenen voor de high-tech samenleving van de toekomst.

2. Doelstelling

'From Good to Great in Dutch Technologies' - een Nederlandse 'Silicon Valley': dit is de ambitie van het strategisch innovatieprogramma Point-One. Het doel van Point-One is het creëren van een toonaangevend ecosysteem, leidend op wereldniveau, met betrekking tot nano-elektronica, mechatronica en embedded systemen in Nederland, vergelijkbaar met dat van Sillicon Valley en complementair aan de grote clusters in Crolles, Dresden en Parijs. Daarvoor richt het programma zich actief op het samenbrengen van publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties en het high-tech bedrijfsleven (groot bedrijf en MKB). Point-One richt zich in de kern op het opbouwen van een hecht en dynamisch netwerk van grote en kleine bedrijven en publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties (hierna: Point-One ecosysteem). Een beter gebruik van elkaars kwaliteiten en expertise levert op termijn veel meer rendement en slagkracht op. Hetzelfde geldt voor het opereren vanuit een internationaal onderscheidende focus en een heldere strategie.

Uitgangspunt van het programma is de strategie die in het programmadocument Point-One Phase 2, ‘From good to great in Dutch Technologies’ is beschreven en nader is uitgewerkt in de Point-One Phase 2 meerjarenroadmap. Deze roadmap is opgesteld door de Point-One vereniging, op basis van bijdragen partijen uit het veld.

In de meerjarenroadmap en het jaarplan (of Annual Plan) van Point-One staat een integrale richtlijn voor onderzoek- en ontwikkelingsactiviteiten die gezamenlijk worden ondernomen door grote bedrijven, MKB’s, overheid, universiteiten en andere publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties. De meerjarenroadmap en het jaarplan zijn te vinden op www.point-one.nl en www.agentschapnl.nl/pointone.

3. Strategisch hoofddoel en focus

Het hoofdstuk Point-One in de Subsidieregeling sterktes in innovatie heeft tot doel om op basis van de meerjarenroadmap en het jaarplan gevormde excellente projecten waarmee Nederlandse spelers zich internationaal kunnen onderscheiden, met subsidie te ondersteunen.

Een tweede belangrijke doelstelling is dat de projecten een bijdrage leveren aan standaardisatie en bredere toepassing van de ontwikkelde technologie. Als inhoudelijke uitgangspunten voor de R&D-projecten en innovatieprojecten geldt dat het moet gaan om projecten van hoge kwaliteit en met een aansprekend karakter. Een zwaartepunt binnen de regeling is het beter benutten van het innovatief potentieel van het MKB en het beter betrekken van het MKB in nationale en internationale netwerken.

4. Technologische gebieden en Point-One businesscases

In de meerjarenroadmap en het jaarplan is gekozen om onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten te definiëren op een beperkt aantal technologische gebieden en businesscases.

Onderzoeksprojecten zullen dus niet alleen moeten voldoen aan de technologische kwalificatie, embedded systems, mechatronica of nanoelektronica, ook zullen ze moeten refereren aan een van de onderstaande Point-One businesscases.

  • 1. Healthcare and well-being;

  • 2. Energy and power;

  • 3. ICT;

    • 3.1. Halfgeleider front-end equipment

    • 3.2. Halfgeleider back-end equipment

    • 3.3. Industrial printing

    • 3.4. Halfgeleider ontwerp en architectuur

  • 4. Lifestyle and leisure;

  • 5. Transport, logistics and security;

De meerjaren roadmap en het jaarplan waarin het bovenstaande is uitgewerkt zijn te vinden op www.point-one.nl en www.agentschapnl.nl/pointone.

5. Instrumenten

Deze subsidieregeling die bedoeld is voor onderzoek en ontwikkeling in het kader van het Point-One programma bestaat uit vijf onderdelen:

a. Haalbaarheidsprojecten

Het doel is om bureauonderzoek en kleine praktische onderzoeken van MKB ondernemingen naar de economische en technische haalbaarheid van een R&D project te ondersteunen. Haalbaarheidsprojecten voor MKB ondernemingen zijn bedoeld als opstap naar de start van een R&D project. In haalbaarheidsprojecten kunnen potentiële samenwerkingspartners (groot bedrijf, kennisinstellingen of andere MKB ondernemers) worden gezocht en kleine praktische onderzoeken worden uitgevoerd. De projectresultaten worden neergelegd in een schriftelijk rapport dat de basis kan vormen voor het opstarten van een R&D project.

b. MKB-innovatieprojecten

Het doel is om aansprekende en kortdurende innovatieve projecten van MKB-ondernemers te ondersteunen met een hoog risico en een grote economische meerwaarde. Point-One MKB-innovatieprojecten kunnen bestaan uit industrieel onderzoek, uit experimentele ontwikkeling of een combinatie hiervan. Het doel is om Point-One MKB bedrijven de kans te geven zelf hun onderzoeksprojecten te formuleren en uit te voeren, zonder daarbij afhankelijk te zijn van een grotere partij.

c. R&D-projecten

Het doel is verbreding en versterking van de technologische basis van het Point-One ecosysteem op het gebied van nano-elektronica mechatronica en embedded systemen zoals beschreven in de meerjarenroadmap en Annual Plan 2009 van Point-One. Een belangrijk aspect hierbij is het stimuleren en vergroten van de betrokkenheid van het innovatieve MKB in het Point-One Ecosysteem. De subsidie moet een impuls geven aan een meer structurele en strategische samenwerking. De opzet van brede consortia waarin op gemeenschappelijke basis R&D wordt uitgevoerd is hier de basis voor. De R&D-projecten moeten leiden tot concepten die uiteindelijk industrieel toepasbaar zijn. De projecten moeten breed van opzet zijn, waarin de industriële waardeketen, van publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties, MKB-clusters tot aan Original Equipment Manufacturers (verder OEMers), zo goed mogelijk is vertegenwoordigd. De samenwerkingsverbanden hebben een duidelijke inbreng van het MKB. Aanvragen worden afgewezen als onaannemelijk is dat ten minste 20 procent van de werkzaamheden wordt uitgevoerd door MKB-ondernemers in het Point-One R&D samenwerkingsverband. In het Annual Plan zijn streefwaarden opgenomen voor toe te kennen subsidie aan ondernemingen die een jaarlijkse omzet hebben van minder dan € 500.000.000, waaronder MKB ondernemingen.

d. Internationale R&D-projecten

Het innovatieprogramma Point-One kent een zeer internationale oriëntatie. Omdat nano-elektronica en embedded systems wereldwijde markten zijn, is ook de kennis veelal over onze landsgrenzen te vinden. Om internationaal onze koppositie te behouden, op industrieel- en kennisgebied, is het daarom van groot belang om vanuit een sterk Nederlands ecosysteem R&D-projecten uit te voeren met buitenlandse partners. Binnen Point-One vindt de internationale R&D-samenwerking voornamelijk plaats met Europese partners.

In de internationale R&D projecten wordt niet alleen technologische excellentie nagestreefd, maar ook wordt aangestuurd op de versterking van het Point-One ecosysteem en de introductie van innovatieve MKBs in internationale netwerken. In het Annual Plan zijn voor internationale R&D-projecten streefwaarden opgenomen voor toe te kennen subsidie aan ondernemingen die een jaarlijkse omzet hebben van minder dan € 500.000.000, waaronder MKB ondernemingen.

e. University-Industry Interaction projecten

Het doel is versterking van de kennisopbouw voor de middellange en lange termijn op het gebied van nano-elektronica, mechatronica en embedded systemen, als ook het bouwen aan een gestructureerd strategisch partnerschap tussen publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties en ondernemers in het Point-One domein. Projecten zullen bijdragen aan de implementatie van de Point-One meerjarenroadmap, en in het bijzonder de ‘Emerging Technology Agenda’. Projecten bestaan uit fundamenteel en/of industrieel onderzoek waarvoor een promovendus of postdoc wordt aangesteld. Deze projecten resulteren in proefschriften, wetenschappelijke publicaties, conferentiepresentaties en kennisopbouw voor de middellange tot lange termijn. De nadruk ligt dus op kennisopbouw waarbij de projecten een hoog risicogehalte hebben; echter wel vanuit een industriële vraagstelling. De ondernemer of de ondernemers in het samenwerkingsverband draagt of dragen daarvoor met tenminste 75% bij aan de projectkosten.

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Aanleiding

Naar aanleiding van een analyse van de projectportefeuille en van geluiden uit het veld bleek dat meerdere midden- en kleinbedrijven niet goed uit de voeten kunnen met de nationale stimuleringsinstrumenten voor onderzoek en ontwikkeling zoals die in 2009 en daarvoor voor Point-One vorm zijn gegeven. De Point-One R&D-projecten bleken een te hoge drempel te bevatten en de Point-One MKB-projecten bleken niet goed te voldoen als haalbaarheidsproject. Deze wijzigingsregeling vervangt de Point-One MKB-projecten door twee op MKB-bedrijven toegesneden projecten. Eerder is ook de drempel voor de Point-One R&D-projecten verlaagd.

2. Wijziging voor MKB-instrumentarium van Point-One

De wijziging is met name gericht op midden- en kleinbedrijven die actief zijn binnen het Point-One domein, maar die geen natuurlijke partners of niet actief zijn in de toeleveringsketen van grotere Original Equipment Manufacturers. Het gaat vooral om midden- en kleinbedrijven met een eigen onderzoeksagenda en die een eigen product ontwikkelen. Hiermee hebben ze de potentie om in de toekomst zelf een Original Equipment Manufacturer te kunnen worden en mogelijk ook snel te groeien. Veelal zijn de projecten van beperkte omvang waardoor deelname aan de Point-One R&D tenders niet mogelijk is.

Het wordt voor Point-One en voor de Nederlandse economie van belang geacht dat deze categorie bedrijven, met een grote groeipotentie, ondersteund worden. Daarom worden met deze wijzigingsregeling een instrument ingetrokken (de Point-One MKB-projecten) en vervangen door twee nieuwe instrumenten Point-One haalbaarheidsprojecten en Point-One MKB-innovatieprojecten.

In 2010 zijn er voor Point-One dan vijf subsidieinstrumenten:

  • 1. Point-One haalbaarheidsprojecten

  • 2. Point-One MKB-innovatieprojecten

  • 3. Point-One R&D-projecten

  • 4. Internationale Point-One R&D-projecten

  • 5. Point-One University-Industry Interaction projecten

3. Wijziging van de University-Industry Interaction

Naast de bovengenoemde wijziging is in deze wijzigingsregeling ook een kleine aanpassing van de University-Industry Interaction voorzien. Het rangschikkingscriterium ‘kwaliteit van de samenwerking’ wordt uitgebreid en gaat mede het efficiënt gebruik van de subsidiemiddelen omvatten.

4. Point-One-haalbaarheidsprojecten

In verband met de kosten en risico’s die gemoeid zijn met industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling is het veelal raadzaam eerst de haalbaarheid van een Point-One R&D-project of MKB-innovatieproject te bestuderen. Met dit subsidieinstrument kan een MKB-onderneming een studie naar de technische en economische haalbaarheid van een Point-One R&D-project of Point-One MKB-innovatieproject uitvoeren. Het doel van het subsidiëren van Point-One-haalbaarheidsprojecten is het verhogen van het aantal en van de effectiviteit van innovatietrajecten in het MKB.

Point-One-haalbaarheidsprojecten betreffen bureauonderzoek en kleine praktische onderzoeken die leiden tot een schriftelijk rapport.

Haalbaarheidsonderzoeken moeten betrekking hebben op de Point-One technologiegebieden (embedded systemen, mechatronica of nano-electronica) en passen binnen de Point-One thema’s die beschreven zijn in bijlage 9.1, zoals deze uitgewerkt zijn in de businesscases van de meerjarenroadmap en het jaarplan van Point-One.

De doelgroep voor dit haalbaarheidsinstrument is het midden- en kleinbedrijf. Alleen MKB ondernemers kunnen op deze subsidie aanspraak maken.

Subsidies zullen worden toegekend door middel van open indiening, volgens het principe 'wie het eerst komt, wie het eerst maalt' op grond van artikel 9.1c. Het maximale subsidiebedrag per project is € 50.000.

5. Point-One MKB-innovatieprojecten

Point-One MKB-innovatieprojecten worden uitgevoerd door consortia, bestaande uit ten minste twee MKB-ondernemers en hebben een looptijd van maximaal 2 jaar. Andere partijen, zoals grote bedrijven en kennisinstellingen kunnen aan het project deelnemen voor eigen kosten of als uitbestedingspartner. Alleen midden- en kleinbedrijven kunnen aanspraak maken op de subsidie en met name zij geven richting aan het onderzoeksproject.

Dit instrument beoogt innovatieve Point-One midden- en klein-bedrijven de kans te geven zelf hun onderzoeksprojecten te formuleren en uit te voeren, zonder daarbij afhankelijk te zijn van de onderzoeks- en ontwikkelingsplannen (roadmap) van een grotere partij. Door in deze regeling een open indieningstermijn te hanteren en geen minimum projectkosten te stellen, wordt de drempel zo laag mogelijk gehouden voor het gebruik van deze faciliteit.

Het doel van het subsidiëren van Point-One MKB-innovatieprojecten, uitgevoerd door Point-One MKB-samenwerkingsverbanden, is om aansprekende en kortdurende innovatieve projecten van MKB-ondernemers te ondersteunen met een hoog risico en een grote economische meerwaarde.

Point-One MKB-innovatieprojecten kunnen bestaan uit industrieel onderzoek, uit experimentele ontwikkeling of een combinatie hiervan. In de (door deze regeling gewijzigde) bijlage 9.1 bij hoofdstuk 9 van de Subsidieregeling sterktes in innovatie is aangegeven binnen welke kaders de projecten moeten passen. Deze kaders zijn verder uitgewerkt in de meerjarenroadmap en het jaarplan van Point-One. Point-One MKB-innovatieprojecten kunnen aan de basis staan van nieuwe producten of ontwikkelingen in de markt.

Voor Point-One MKB-innovatieprojecten geldt een doorlopende indiening tussen 1 juli 2010 en 8 oktober 2010. De beschikbare middelen worden verdeeld volgens het principe ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’ op grond van artikel 9.4. Met het maximale subsidiebedrag van € 300.000 per project, zonder minimum projectgrootte, wordt de mogelijkheid geboden om laagdrempelig MKB-innovatieprojecten te ondersteunen.

6. Administratieve Lasten

In de Subsidieregeling sterktes in innovatie worden in hoofdstuk 9 Point One enkele onderdelen gewijzigd en aangevuld. In 2010 zijn er voor Point-One vijf subsidieinstrumenten: 1. Point-One haalbaarheidsprojecten, 2. Point-One MKB-innovatieprojecten, 3. Point-One R&D-projecten, 4. Internationale Point-One R&D-projecten en 5. Point-One University-Industry Interaction projecten. De haalbaarheidsprojecten vormen een studie naar de technische en economische haalbaarheid van een Point-One R&D-project of Point-One MKB-innovatieproject. Point-One R&D en Point-One Internationaal zijn in 2009 reeds gewijzigd (Staatscourant 2009, nr. 11345) en worden met deze regeling niet aangepast, de administratieve lasten wijzigen daarom ook niet. De regeling Point-One MKB-projecten wordt vervangen door de nieuwe instrumenten Point-One haalbaarheidsprojecten en Point-One MKB-innovatieprojecten.

De in de Subsidieregeling sterktes in innovatie gebruikte systematiek, gericht op het zo laag mogelijk houden van administratieve lasten voor ondernemers, wordt in deze modules ook toegepast. Er is hierbij voor 2010 uitgegaan van in totaal 43 ingediende aanvragen, waarvan naar verwachting 32 gehonoreerd kunnen worden. Agentschap NL biedt ondernemers de mogelijkheid om in een vroeg stadium hun voornemen voor een subsidieaanvraag te laten toetsen. Naar aanleiding van dit preadvies dienen ondernemers in die een gerede kans maken op subsidiering. Verder zijn deze tenders in het kader van het programmatische innovatiebeleid voorafgaand aan de publicatie uitgebreid afgestemd met de doelgroep. Met deze maatregelen worden de lasten beperkt.

De administratieve lasten voor de Point-One haalbaarheidsprojecten bedragen € 24.270 op een subsidieplafond van € 0,5 mln. Dat is 4,85%. In 2009 bedroegen de administratieve lasten van Point-One MKB-projecten 4,26% op een subsidieplafond van € 1 mln. Deze geringe percentuele stijging komt doordat de maximum subsidie per project voor haalbaarheidsprojecten verlaagd is van

€ 100.000 naar € 50.000. De administratieve lasten voor de MKB Innovatieprojecten tender bedragen € 148.290 op een subsidieplafond van

€ 3 mln. Dat is 4,94%. In 2009 bestond deze subsidiemogelijkheid nog niet. De administratieve lasten van de University-Industry Interaction tender bedragen

€ 131.280 op een subsidieplafond van € 4 mln. Dat is 3,28%. In 2009 bedroegen de administratieve lasten 3,81% op een subsidieplafond van € 3 mln. Dit komt doordat het subsidieplafond in 2010 € 1 mln hoger is dan in 2009.

7. Staatssteun

De subsidiëring op grond van deze regeling valt binnen de grenzen van het Europese steunkader voor Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (2006/C 323/01). Deze regeling hoeft niet vooraf gemeld te worden, aangezien de reikwijdte blijft binnen de grenzen van de zogenoemde Omnibusmelding die door de Europese Commissie is goedgekeurd bij beschikkingen van 22 mei 2007 (N56/2007) en van 12 december 2008 (N312/2008).

II. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel B

Door middel van onderdeel B worden in artikel 9.1 een aantal definities ingevoegd.

De definitie van een Point-One MKB-samenwerkingsverband is gewijzigd. In een samenwerkingsverband zitten nu tenminste twee MKB-ondernemers.

Artikel I, onderdeel C

In onderdeel C worden 7 nieuwe artikelen ingevoegd in de nieuwe paragraaf 2.2, te weten artikelen 9.1a tot en met 9.1f, en worden de artikelen 9.2 tot en met 9.7 gewijzigd.

Artikel 9.1a

Het doel van het subsidiëren van Point-One haalbaarheidsprojecten is het verhogen van het aantal en van de effectiviteit van innovatietrajecten in het MKB. Door een haalbaarheidproject kan een MKB-ondernemer inzicht verkrijgen in de technologische en economische haalbaarheid van een innovatieproject en in bepaalde aspecten van het project. Daarbij valt te denken aan de optimale samenstelling van het samenwerkingsverband en de duurzaamheid van het onderzoeks- en ontwikkeltraject waar het Point-One haalbaarheidsproject over gaat. Haalbaarheidsprojecten betreffen bureau-onderzoek en kleine praktische onderzoeken. Alleen haalbaarheidsprojecten die door een MKB-ondernemer worden aangevraagd, komen voor subsidie in aanmerking.

Artikel 9.1d

De Point-One haalbaarheidsprojecten moeten snel tot resultaten en duidelijkheid leiden, vandaar dat de termijn in dit artikel gesteld wordt op een jaar. Deze termijn is ook gebruikelijk bij andere haalbaarheidsprojectsubsidies.

Artikel 9.1e

In dit artikel zijn, in aanvulling op de artikelen 22 en 23 van het Kaderbesluit EZ-subsidies, extra afwijzingsgronden opgenomen.

  • ad. a) De doelstellingen van Point-One zijn beschreven in bijlage 9.1.

  • ad. b) Het vervolgproject moet een aantoonbare technologische stap maken ten opzichte van de state of the art. Daarnaast moet er een significant technisch risico kleven aan de te nemen stap. Een haalbaarheidsproject dat ziet op een vervolgtraject dat slechts een incrementele verbetering van de huidige stand der techniek bewerkstelligt, wordt afgewezen. Haalbaarheidsprojecten worden ook afgewezen indien de verwachting is dat het vervolgtraject waarop het onderzoek betrekking heeft slechts beperkt economisch perspectief of beperkte economische groei zal laten zien.

  • ad. c) In het Point-One haalbaarheidsproject wordt de mogelijkheid gegeven te onderzoeken of het vervolgproject economisch haalbaar is. Uit de haalbaarheidsstudie moet duidelijk naar voren komen welke economische perspectieven en groeikansen er zijn, wat de toepassingsmogelijkheden zullen zijn en welke R&D-kansen er zijn met betrekking tot het vervolg traject. Haalbaarheidsprojecten die niet tot doel hebben dat inzicht te bieden worden afgewezen.

Artikel 9.2

Het doel van het subsidiëren van Point-One MKB-innovatieprojecten, uitgevoerd door een Point-One MKB-samenwerkingsverband, is om aansprekende en kortdurende innovatieve projecten met een hoog risico en een grote economische meerwaarde van MKB-ondernemers te ondersteunen. Daarmee wordt aan andere MKB-ondernemers gedemonstreerd hoe belangrijk innovatie voor hen kan zijn. De projecten moeten een voorbeeldfunctie vervullen en een uitstralend effect hebben. Point-One MKB-innovatieprojecten kunnen bestaan uit industrieel onderzoek, uit de eerste fase van experimentele ontwikkeling of uit een combinatie hiervan. In de bijlage bij dit hoofdstuk is aangegeven binnen welke kaders de projecten moeten passen. Een Point-One MKB-samenwerkingsverband omvat minimaal twee MKB-ondernemers. Daarnaast kunnen onderzoeksorganisaties en grotere ondernemingen bij de projecten betrokken zijn en deel uitmaken van het samenwerkingsverband.

Artikel 9.2a

Het is de bedoeling dat MKB-ondernemers een leidende rol spelen binnen de Point-One MKB-innovatieprojecten. Om deze leidende rol van MKB-ondernemers tot uitdrukking te brengen, is bepaald de penvoerder van het Point-One MKB-innovatieproject een MKB-ondernemer is.

Artikel 9.3

De Point-One-MKB-innovatieprojecten zijn gericht op het stimuleren van risicovolle innovatietrajecten ten behoeve van nieuwe producten en processen waarmee bedrijven nieuwe innovatieve producten in de markt kunnen zetten. De basis van trajecten is gelegen in beschikbare wetenschappelijke of industriële kennis. De projecten omvatten alleen industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling en liggen dus relatief dichter bij de markt dan projecten met betrekking tot fundamenteel onderzoek.

Omdat in deze projecten de aanvrager altijd MKB-ondernemer is, is het subsidiepercentage voor Point-One-innovatieprojecten vastgesteld op de daarvoor gebruikelijke 35 procent vermeerderd met 10 procentpunt, indien het industrieel onderzoek betreft en vastgesteld op 25 procent vermeerderd met 10 procentpunt indien het experimentele ontwikkeling betreft.

Artikel 9.6

Projecten worden beoordeeld op 4 criteria. Indien de projecten op een of meerdere criteria onvoldoende kwaliteit bezitten, zal het project worden afgewezen.

  • Ad a. De doelstellingen van Point-One zijn beschreven in bijlage 9.1.

  • Ad b. Een MKB-innovatieproject moet een aantoonbare technologische stap maken ten opzichte van de state of the art in Nederland. Daarnaast moet er een significant technisch risico kleven aan de te nemen stap. Een project dat slechts een incrementele verbetering van de huidige stand der techniek beoogt wordt afgewezen.

  • Ad c. Het Point-One MKB-innovatieproject moet voor de betrokken deelnemers aantoonbaar een aanzienlijke bijdrage kunnen leveren aan de toekomstige omzet en winst. Als de beoogde omzet en winst als gevolg van het project te laag zijn, of als er onvoldoende vertrouwen bestaat dat de betrokken partijen uit het MKB-innovatiesamenwerkingsverband de beoogde omzet en winst kunnen verwezenlijken, dan zal het project worden afgewezen.

  • Ad d. De samenwerking en kennisuitwisseling tussen de partijen in het MKB-innovatieproject moet van hoog niveau zijn. De partijen moeten elkaar aantoonbaar aanvullen.Indien de samenwerking en kennisuitwisseling onvoldoende is of als de samenwerking onevenwichtig is, dan wordt het project afgewezen.

Artikel I, onderdeel D

Ten aanzien van onderdeel c van artikel 9.32 (de kwaliteit van de samenwerking) geldt dat de kwaliteit wordt beoordeeld aan de hand van de samenstelling van het samenwerkingsverband, de bijdrage van de ondernemers aan het project, de betrokkenheid van ondernemers en onderzoekers bij de begeleiding van de promovendus en/of postdoc en de mate waarin subsidiemiddelen efficiënt worden ingezet in relatie tot de beoogde projectresultaten.

Artikel I, onderdeel E

Bijlage 9.1 is aangepast in verband met de bredere doelstellingen van de Point-One MKB-innovatieprojecten.

Artikel II, onderdelen A en B

Artikel II van deze regeling wijzigt de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2010 voor Point-One haalbaarheidsprojecten, Point-One MKB-innovatieprojecten en Point-One University Industry interaction-projecten.

De indieningstermijn voor de Point-One haalbaarheidsprojecten start op 1 juli 2010 en loopt tot en met 1 oktober 2010. De indieningstermijn voor Point-One MKB-innovatieprojecten start op 1 juli 2010 en loopt tot en met 8 oktober 2010.

De indieningstermijn voor Point-One University Industry interaction-projecten start ook op 1 juli 2010 en loopt tot en met 1 oktober 2010.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven