In artikel 9.1 van de Telecommunicatiewet zijn de diensten en de daarmee samenhangende voorzieningen aangewezen die de universele
dienst vormen. Deze diensten en voorzieningen moeten voor eenieder beschikbaar zijn tegen een bepaalde kwaliteit en een betaalbare
prijs. De kern van de universele dienst wordt gevormd door de telefoondienst, d.w.z. de aansluiting op het openbare telefoonnetwerk
op een vaste locatie en het bieden van toegang tot de vaste openbare telefoondienst.
KPN Telecom B.V. is krachtens artikel 20.1 van de Telecommunicatiewet belast met de verzorging van de universele dienst en
moet krachtens artikel 2.5 van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen een belabonnement en een bereikbaarheidsabonnement
aanbieden aan consumenten. De belangrijkste tarieven van het bereikbaarheidsabonnement, dat door KPN wordt aangeboden onder
de naam BelBudgetabonnement, zijn gemaximeerd in artikel 2.1 van de Regeling universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen.
In artikel 2.5, vijfde lid, van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen is bepaald dat de Minister
van Economische Zaken de maximumtarieven die gelden voor het bereikbaarheidsabonnement jaarlijks in april aanpast aan het
prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie, tenzij dit vanuit het oogpunt van betaalbaarheid onwenselijk is.
Met deze regeling worden deze maximumtarieven aangepast aan de inflatie over het jaar 2009. Deze is berekend op grond van
de publicaties van het Centraal Planbureau en bedraagt over deze periode 1,2%.
De administratieve lasten blijven door deze wijziging ongewijzigd.
De inwerkingtreding van de regeling is voorzien op 30 april 2010. Hiermee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake vaste
verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Voor deze afwijking wordt een beroep gedaan op de eerste uitzonderingsgrond, namelijk private nadelen van vertraging van
de invoering. KPN is gebaat bij een spoedige inwerkingtreding van de regeling.