Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dienst voor het kadaster en de openbare registers | Staatscourant 2010, 6037 | Interne regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dienst voor het kadaster en de openbare registers | Staatscourant 2010, 6037 | Interne regelingen |
26 maart 2010
Nr. 10.014964
De bewaarders van het kadaster en de openbare registers,
Gelet op de artikelen 10:1, 10:2,10:3, 10:4, 10:5, 10:6, 10:7, 10:8, 10:9 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluiten:
In dit besluit wordt verstaan onder:
de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster;
de bewaarder van het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 6 van de Kadasterwet;
de bevoegdheid van de bewaarder om op grond van artikel 7, tweede lid Kadaster wet mandaat te verlenen;
bevoegdheid om in naam van de bewaarder besluiten te nemen;
bevoegdheid om in naam van de bewaarder handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;
persoon behorend tot het personeel van de Dienst aan wie mandaat is verleend;
persoon behorend tot het personeel van de Dienst aan wie machtiging is verleend.
Bezwaren, Klachten en Kwaliteitsmetingen.
De machtigingen en mandaten, omschreven in de artikelen 3 en 4, betreffen bij wettelijk voorschrift aan de bewaarders toegekende bevoegdheden en opgedragen werkzaamheden.
1. De bewaarders verlenen, wat betreft de bijwerking op grond van artikel 7 lid 1onder b Kadasterwet van de basisregistratie kadaster, mandaat en machtiging tot:
a. het verrichten van alle handelingen tot bijhouding en het nemen van beslissingen tot vaststelling van het resultaat van een bijhouding, voor zover het verrichten van die handelingen en het nemen van die beslissingen aan de bewaarder is opgedragen;
b. het nemen van de beslissingen, bedoeld in artikel 59, derde lid, eerste zin, en vijfde lid juncto het derde lid, eerste zin, van de Kadasterwet alsmede het verzenden van de kennisgeving van die beslissing, het doen van de mededeling en het verzoek, bedoeld in artikel 59, derde lid, tweede onderscheidenlijk derde zin, en artikel 59, vijfde lid, juncto het derde lid, van die wet;
c. het verrichten van alle handelingen tot vernieuwing en het maken van voorstellen van vernieuwing als bedoeld in artikel 76, derde lid, voor zover het verrichten van die handelingen en het nemen van die beslissingen aan de bewaarder is opgedragen;
d. het vervaardigen en verzenden dan wel doen vervaardigen en doen verzenden van:
1°. de kennisgeving houdende het resultaat van een bijhouding als bedoeld onder a;
2°. de kennisgeving van het voorstel van vernieuwing, bedoeld in artikel 76, zesde lid, eerste zin, van de Kadasterwet, voor zover het betreft gevallen waarin de bewaarder met het maken van het voorstel van vernieuwing is belast;
e. het doen van de mededeling, bedoeld in artikel 75, tweede lid, van de Kadasterwet, voor zover het betreft de gevallen waarin de bewaarder daarmee is belast;
f. het nemen van de beslissing omtrent de toepassing van digitale metingstaten.
2. De bewaarders verlenen, wat betreft het herstel van bij de bijwerking van de basisregistratie kadaster begane kennelijke misslagen, mandaat en machtiging tot:
a. het geheel toewijzend beslissen op verzoeken tot het herstel van misslagen als bedoeld in artikel 7s, eerste lid en tweede lid en artikel 7t, eerste lid, tweede lid en vierde lid, van de Kadasterwet, met uitzondering evenwel van het beslissen over het in de basisregistratie kadaster plaatsen dan wel verwijderen van verwijzingen naar in de openbare registers ingeschreven stukken;
b. het verrichten van handelingen tot herstel van die misslagen;
c. het verzenden van kennisgevingen als bedoeld in artikel 56, eerste lid juncto artikel 58, eerste lid, van de Kadasterwet.
3. Indien een bestuursorgaan op grond van artikel 7n Kadasterwet een melding heeft gedaan en voldaan wordt aan het gestelde in artikel 7n lid 2, tweede zin Kadasterwet wordt in de basisregistratie kadaster bij het betreffende gegeven een melding ‘in onderzoek’ gedaan. Op grond van artikel 7n lid 3 Kadasterwet wordt de aantekening verwijderd. Betreffende bestuursorgaan wordt hierover geïnformeerd zoals gesteld in de artikelen 7m en 7n Kadasterwet.
4. De bewaarders verlenen machtiging tot het verrichten van de handelingen, bedoeld in de artikelen 21 lid 1 en artikel 21b van de Kadasterregeling 1994.
1. De bewaarders verlenen, wat betreft splitsing in appartementsrechten en het vaststellen van het nummer van een netwerk, mandaat en machtiging tot:
a. het nemen van toewijzende beslissingen op verzoeken tot vaststelling van complexnummer ter zake van appartementsrechten en verzoeken tot vaststellen van het nummer van een netwerk als bedoeld in artikel 26 van de Uitvoeringsregeling Kadasterwet 1994;
b. het vaststellen van het onder a bedoelde complexnummer en nummer van een netwerk, bedoeld in artikel 27, eerste lid, artikel 27a, eerste lid en artikel 27b, eerste lid van de Uitvoeringsregeling Kadasterwet 1994, daaronder begrepen het nemen van de beslissing, bedoeld in artikel 2, vierde lid, van het Kadasterbesluit;
c. het verrichten van de in artikel 27, tweede lid, artikel 27a, tweede lid en artikel 27b, tweede lid van de Uitvoeringsregeling Kadasterwet 1994 genoemde handelingen;
2. De bewaarders verlenen, wat betreft de ondersplitsing van een appartementsrecht, mandaat en machtiging tot:
a. het nemen van toewijzende beslissingen op verzoeken als bedoeld in artikel 28, eerste lid, juncto artikel 26 van de Uitvoeringsregeling Kadasterwet 1994;
b. het verrichten van de in artikel 28, eerste lid, juncto artikel 27, tweede lid, artikel 27a, tweede lid en artikel 27b, tweede lid van de Uitvoeringsregeling Kadasterwet 1994 genoemde handelingen;
3. De bewaarders verlenen, wat betreft de wijziging van een akte van splitsing in appartementsrechten, mandaat en machtiging tot:
a. het nemen van toewijzende beslissingen op verzoeken als bedoeld in artikel 28, eerste lid, juncto artikel 26, van de Uitvoeringsregeling Kadasterwet 1994;
b. het verrichten van de in artikel 29, eerste lid, juncto artikel 27, tweede lid, artikel 27a, tweede lid en artikel 27b, tweede lid van de Uitvoeringsregeling Kadasterwet 1994 genoemde handelingen;
1. De bewaarders verlenen, wat betreft de in artikel 3 en artikel 4 omschreven handelingen mandaat en machtiging aan de in het mandaatregister genoemde persoon.
2. De bewaarders verlenen, wat betreft de in artikel 3 en artikel 4 omschreven handelingen aan de gemandateerde en gemachtigde de bevoegdheid aan de daartoe gekwalificeerde personen submandaat en submachtiging verlenen.
1. De uitoefening van de bevoegdheid verkregen bij de (sub)mandaten en (sub)machtigingen geschiedt door de ge(sub)mandateerde en ge(sub)machtigde binnen de grenzen van de hem opgedragen taken.
2. De ge(sub)mandateerde en ge(sub)machtigde neemt bij de uitoefening van de aan hem verleende (sub)mandaten en (sub)machtigingen de van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en de instructies van bewaarder in acht, alsmede de bepalingen van dit besluit.
3. Alle gevallen waarin de gebruikmaking van de in dit besluit omschreven (sub)mandaten en (sub)machtigingen zou leiden tot het nemen van een beslissing waarvan de juistheid of redelijkheid kan worden betwijfeld, dienen aan de bewaarder te worden voorgelegd.
4. Indien toepassing van de in dit besluit omschreven mandaten en machtigingen zou leiden tot het nemen van een beslissing die niet in overeenstemming zou zijn met de door de bewaarders vastgestelde instructies, omdat ter zake de instructie voor meerdere uitleg vatbaar is of er geen instructie is vastgesteld of indien er geen instructie aanwezig is, dient het geval aan de betrokken bewaarder te worden voorgelegd voor het (nader) uitleggen en/of vaststellen van instructies, op grond waarvan de ge(sub)mandateerde en ge(sub)machtigde vervolgens een beslissing neemt.
1. Er is een openbaar mandaat- en machtigingregister, waarin alle verleende (sub)mandaten en (sub)machtigingen en wijzigingen worden opgenomen.
2. De hoofdbewaarder is belast met:
a. het opzetten, houden en bijhouden van het (sub)mandaat- en (sub)machtigingsregister, en
b. autorisatie van personen, die een dienstbetrekking hebben bij het Kadaster, voor het inzage nemen in het register
c. het op schriftelijk verzoek verstrekken van informatie uit dat register aan personen buiten de Dienst.
3. De gemandateerde is verantwoordelijk voor een, op verzoek van de hoofdbewaarder, juiste, volledige en tijdige aanlevering van de gegevens die met betrekking tot een submandaat en submachtiging in het mandaat- en machtigingsregister moeten worden opgenomen.
Intrekking van het (sub)mandaat en/of (sub)machtiging vindt plaats bij het herhaaldelijk niet voldoen aan de in de mandaat verlening opgenomen voorwaarden.
Intrekking van een (sub)mandaat en/of (sub)machtiging geschiedt bij een afzonderlijk, schriftelijk, besluit waarin de minimaal vereiste persoonsgegevens ter identificatie en de functie van de in artikel 1, onder f onderscheidenlijk g, bedoelde functionaris worden vermeld onder toevoeging van de ingetrokken mandaten en/of machtigingen.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.
Apeldoorn, 26 maart 2010
De bewaarders van het kadaster en de openbare registers,
hoofdbewaarder van het kadaster en de openbare registers,
W. Louwman.
bewaarder van het kadaster en de openbare registers,
E. Kleefkens.
bewaarder van het kadaster en de openbare registers,
B.H.J.. Roes.
bewaarder van het kadaster en de openbare registers,
J. Vos.
bewaarder van het kadaster en de openbare registers,
I. J. Kloek-Tromp.
bewaarder van het kadaster en de openbare registers,
B.G. van Dam.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2010-6037.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.