Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 6 april 2010, nr. DGM/K&L2010010429, tot wijziging van de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 (aanpassing milieulijst 2010)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en na overleg met de Ministers van Economische Zaken en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op de artikelen 3.31, tweede lid, en 3.42a, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001;

Besluit:

ARTIKEL I

Paragraaf 2 van de bijlage behorende bij de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de onderdelen A 1087, onder b, A 1088, onder b, en F 1089, onder b, wordt ‘opslaan en produceren’ vervangen door: opslaan of produceren.

2. In de onderdelen F 1103, onder a, F 1104, onder a en de toelichting, F 1113, onder a, en F 1123, onder a, wordt ‘MDV 3’ vervangen door: MDV 4.

3. In het opschrift van onderdeel E 1130 wordt ‘E 1130’ vervangen door: B 1130.

4. Onderdeel F 2041 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het opschrift komt te luiden: Oplaadpunt voor elektrische voer- of vaartuigen.

b. Onderdeel a wordt als volgt gewijzigd:

1°. De zinsnede ‘een parkeerplaats’ wordt vervangen door: een fietsenstalling of een parkeerplaats.

2°. De zinsnede ‘waarbij de stroomafname direct wordt gemeten,’ vervalt.

c. Onderdeel b wordt als volgt gewijzigd:

1°. Na ‘een oplaadsysteem,’ wordt ingevoegd: (eventueel).

2°. Na ‘een betaalsysteem’ wordt ingevoegd: , (eventueel) een lockerkast met een stroomafnamepunt per locker.

5. In onderdeel F 2043, onder b, wordt na ‘accuwisselstation’ toegevoegd: en (eventueel) accu’s.

6. Na onderdeel F 2043 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

B 2045

Afleverstation voor hoge blend biobrandstoffen

  • a. bestemd voor: het afleveren van de biobrandstoffen B30, B100 of E85 als motorbrandstof voor voertuigen,

  • b. bestaande uit: een afleverzuil en een bufferopslag voor biobrandstof.

7. Onderdeel F 2069 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het opschrift komt te luiden:

F 2069

Koolwaterstofemissiereducerende techniek.

b. Onderdeel a wordt als volgt gewijzigd:

1°. De zinsnede ‘en koolmonoxide’ vervalt.

2°. De zinsnede ‘met een reinigingsrendement van ten minste 75% voor de koolwaterstoffen’ wordt vervangen door: waarbij de koolwaterstofemissie met ten minste 75% wordt gereduceerd.

c. In onderdeel b wordt ‘een koolwaterstofverwijderingsinstallatie’ vervangen door: koolwaterstofemissiereducerende apparatuur of aanpassing van de bestaande motor.

8. Onderdeel A 2070 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het opschrift komt te luiden:

A 2070

Koolwaterstofemissiereducerende techniek.

b. Onderdeel a wordt als volgt gewijzigd:

1°. De zinsnede ‘en koolmonoxide’ vervalt.

2°. De zinsnede ‘met een reinigingsrendement van ten minste 50% voor de koolwaterstoffen’ wordt vervangen door: waarbij de koolwaterstofemissie met ten minste 50% wordt gereduceerd.

c. In onderdeel b wordt ‘een koolwaterstofverwijderingsinstallatie’ vervangen door: koolwaterstofemissiereducerende apparatuur of aanpassing van de bestaande motor.

9. In onderdeel F2152, onder a, wordt ‘diertransport’ vervangen door: het vervoer van levende dieren.

10. In onderdeel F 2190, onder a, wordt ‘Groen Label certificaat op basis van Certificeringsschema 8’ vervangen door: (voorlopig) certificaat GLK8 of GLK9.

11. Het opschrift van onderdeel F 3080 komt te luiden:

F 3080

Reinigings- of ontvettingsinstallatie.

12. Onderdeel F 4000 wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel b wordt ‘de reductie van de stofontwikkeling te bereiken’ vervangen door: het ontstaan van stof te beperken of te voorkomen.

b. De toelichting komt te luiden:

Toelichting: De aanpassing of vervanging van het productieproces voorkomt dat fijn stof of een groot deel daarvan ontstaat tijdens tussenstappen of aan het eind van het proces. End-of-pipe-toepassingen komen niet in aanmerking voor milieuinvesteringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

13. In onderdeel F 4161, onder a, tweede gedachtenstreepje, wordt ‘minder dan’ vervangen door: ten hoogste.

14. Onderdeel F 5070 komt als volgt te luiden:

F 5070

Elektrisch aangedreven voertuig

  • a1. bestemd voor: bedrijfsmatig beroepsvervoer over de openbare weg of op bedrijfsterreinen in de open lucht, met een voertuig voorzien van een elektromotor als hoofdmotor, niet zijnde een bromfiets, een snorfiets, een tram of een metro,

  • b1. bestaande uit: een elektrisch aangedreven voertuig, (eventueel) een oplaadstation en (eventueel) een vast aan het voertuig verbonden zonnepaneel,

  • a2. bestemd voor: bedrijfsmatig beroepsvervoer over de openbare weg of op bedrijfsterreinen in de open lucht, met een voertuig voorzien van een elektromotor en een verbrandingsmotor, dat is voorzien van een stekker en een oplaadvoorziening, waarmee de accu opgeladen kan worden (plugin-hybride), met een actieradius van ten minste 50 kilometer op een volle accu,

  • b2. bestaande uit: een plugin-hybride aangedreven voertuig, (eventueel) een oplaadstation en (eventueel) een vast aan het voertuig verbonden zonnepaneel.

Toelichting: Onder code F 5070 kunnen enkel personenauto’s worden gemeld indien deze bestemd zijn voor beroepsvervoer over de weg. Dit volgt uit artikel 3.45, eerste lid, onderdeel e, van de Wet inkomstenbelasting 2001, dat personenauto’s – tenzij bestemd voor beroepsvervoer over de weg – van investeringsaftrek uitsluit. Om het gebruik van elektrische personenauto’s te stimuleren, heeft de Minister van Financiën bij beleidsbesluit, nr. DGB2010/1398M (Stcrt. 3915), besloten – vooruitlopend op wetgeving – deze wettelijke beperking met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2010 weg te nemen voor elektrische personenauto’s die worden aangewezen in code F 5070. Als deze wetswijziging in werking is getreden wordt het mogelijk om de Milieulijst uit te breiden tot alle volledig elektrische personenauto’s en zogenoemde plugin hybridepersonenauto’s met een actieradius van ten minste 50 kilometer op een volle accu. Vooruitlopend op deze aanpassing van de Milieulijst 2010 en in lijn met het beleidsbesluit van de Minister van Financiën, mag ervan worden uitgegaan dat de beperking tot beroepsvervoer in code F 5070 met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2010 geen toepassing vindt. Hybride voertuigen anders dan de in onderdeel a2 en b2 omschreven (al dan niet voor beroepsvervoer bestemde) plugin-hybrides vallen buiten het bereik van deze code en kunnen, wat personenauto’s betreft, onder code C 5076 en, wat bestelauto’s betreft, onder code E 5078 worden gemeld.

15. Na onderdeel F 5070 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

B 5071

Elektrisch aangedreven brom- of snorfiets met lithiumhoudende accu

  • a. bestemd voor: het bedrijfsmatig vervoer over de openbare weg of op bedrijfsterreinen in de open lucht, met een brom- of snorfiets, voorzien van een elektromotor als hoofdmotor, waarbij de elektrische energie, waarmee de elektromotor wordt aangedreven, is opgeslagen in één of meer lithiumhoudende accu’s,

  • b. bestaande uit: een elektrisch aangedreven bromfiets of snorfiets met één of meer lithiumhoudende accu’s, (eventueel) een oplaadstation, (eventueel) een extra lithiumhoudende wisselaccu en (eventueel) een vast aan het voertuig verbonden zonnepaneel.

    Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.

16. In onderdeel A 5072, onder a, wordt na ‘verreiker’ ingevoegd: of kraan.

17. In onderdeel B 5074, onder a, wordt na ‘lossen’ ingevoegd: heffen,.

18. In onderdeel E 5078, onder a, wordt na ‘(hybride)’ ingevoegd: met een actieradius van ten minste 50 kilometer op een volle accu.

19. Onderdeel F 7141, onder a, wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste gedachtenstreepje wordt ‘25 centimeter’ vervangen door: 10 centimeter.

b. In het derde gedachtenstreepje wordt ‘per dop’ vervangen door: per sectie.

20. In onderdeel A 7142, onder a, wordt ‘per dop’ vervangen door: per sectie.

21. Na onderdeel F 9305 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

A 9309

Vervanging asbesthoudende daken van loodsen, schuren en stallen (aanpassing van bestaande voorziening)

  • a. bestemd voor: het voorkomen van emissie van asbest door erosie van bestaande asbestdaken van loodsen, schuren en stallen door vervanging van de asbesthoudende dakplaten waarbij aantoonbaar sprake is van gecertificeerde verwijdering en gescheiden afvoer van het asbesthoudende materiaal,

  • b. bestaande uit: vervanging van asbestdakplaten door niet-asbesthoudende dakplaten en exclusief de verwijderingskosten van het asbestafval.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt, wat artikel I, onder 4, 14 en 15 betreft, terug tot en met 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 6 april 2010

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.C. Huizinga-Heringa.

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling strekt tot wijziging van enkele bedrijfsmiddelen uit paragraaf 2 van de bijlage, behorende bij de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009. Daarbij gaat het om toevoeging van een drietal nieuwe bedrijfsmiddelen en om actualisatie van de omschrijving van een aantal bedrijfsmiddelen.

De toegevoegde bedrijfsmiddelen zijn:

B 2045. Dit bedrijfsmiddel voorziet in het stimuleren van de aanleg van vulpunten voor biobrandstoffen. Biobrandstoffen leveren een belangrijke bijdrage aan de reductie van klimaatschadelijke broeikasgassen.

B 5071. Dit bedrijfsmiddel voorziet in stimulering van elektrisch aangedreven brommers en snorfietsen met een lithiumhoudende accu, omdat de aanschaf van dit type brommers meerkosten heeft. Tot en met 2009 werden alle elektrische brommers en snorfietsen gestimuleerd, maar dat is per 2010 niet meer nodig omdat deze tegenwoordig qua aanschaf en gebruik even duur zijn als de standaard brommers. Voor dit bedrijfsmiddel geldt dat de stimulering daarvan met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010 mogelijk is.

A 9309. Dit bedrijfsmiddel maakt de stimulering van de vervanging van asbesthoudende daken bij bestaande loodsen, schuren en stallen voor het eerst mogelijk. In het kader van het verder terugdringen van gezondheidsrisico’s wordt deze vervanging gestimuleerd.

Verder is de omschrijving van enkele bedrijfsmiddelen die betrekking hebben op elektrisch rijden, aangevuld. Dat betreft de bedrijfsmiddelen F 2041 Oplaadpunt voor elektrische voer- of vaartuigen, F 5070 Elektrisch aangedreven voertuig en B 5071 Elektrisch aangedreven brom- of snorfiets met lithiumhoudende accu.

In het kader van het plan van aanpak Elektrisch Rijden (Kamerstukken II 2008/09, 31 305, nr. 145) wil het kabinet namelijk investeringen in bepaalde elektrische personenauto’s stimuleren. Daarbij is voorzien in inwerkingtreding met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2010. In artikel 3.45, eerste lid, onderdeel e, van de Wet inkomstenbelasting 2001 zijn personenauto’s echter wettelijk uitgesloten van milieu-investeringsaftrek, tenzij ze zijn bestemd voor het beroepsvervoer over de weg. Om het gebruik van elektrische personenauto’s te stimuleren, heeft de Minister van Financiën bij beleidsbesluit, nr. DGB2010/1398M (Stcrt. 3915), besloten – vooruitlopend op wetgeving – deze wettelijke beperking met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2010 weg te nemen voor elektrische personenauto’s die worden aangewezen in code F 5070. Als deze wetswijziging in werking is getreden wordt het mogelijk om de Milieulijst uit te breiden tot alle volledig elektrische personenauto’s en zogenoemde plugin hybridepersonenauto’s met een actieradius van ten minste 50 kilometer op een volle accu. Nu is dat nog beperkt tot personenauto’s bestemd voor beroepsvervoer over de weg. Vooruitlopend op deze aanpassing van de Milieulijst en in lijn met het beleidsbesluit van de Minister van Financiën, mag ervan worden uitgegaan dat de beperking tot beroepsvervoer in code F 5070 met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2010 geen toepassing vindt.

Tot slot is in de bedrijfsmiddelen waarin is verwezen naar de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV3) verwezen naar de op 1 april 2010 in werking getreden MDV4. De ambitieniveaus van de MDV4 zijn ten opzichte van de MDV3 gelijk gebleven. Enkele maatregelen zijn meer uitgebreid omschreven. Voor sommige maatregelen zijn er meer mogelijkheden om punten te behalen. De nummers in de ammoniakmaatlat, die zijn gerelateerd aan de Regeling ammoniak en veehouderij, zijn geactualiseerd.

2. Notificatie

Het gaat hier om technische specificaties die vergezeld gaan van fiscale of financiële maatregelen die van invloed zijn op het gebruik van producten doordat zij naleving van technische specificaties aanmoedigen als bedoeld in artikel 1, punt 11, tweede alinea, derde streepje, van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EG (PbEG L 217). Daarom is de ontwerpregeling op 23 maart 2010 (notificatienummer 2010/0174/NL) gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van die richtlijn. Uit artikel 10, vierde lid, van die richtlijn vloeit voort dat de regeling na notificatie zonder uitstel in werking kan treden.

3. Inwerkingtreding

Bij het bepalen van het tijdstip van inwerkingtreding is rekening gehouden met het systeem van vaste verandermomenten (brief van de Minister van Justitie en de Staatssecretarissen van Economische Zaken, van Financiën en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 11 december 2009, Kamerstukken II 2009/2010, 29 515, nr. 309). Vertraging in de invoering van de onderhavige regeling leidt tot een situatie dat het effect van stimulering minder groot zal zijn, omdat de mogelijkheid voor het stimuleren van de in de milieulijst 2010 opgenomen bedrijfsmiddelen slechts geldt voor het jaar 2010. Omdat het kabinet het elektrisch rijden als speerpunt van beleid heeft gemaakt is aan de inwerkingtreding van die bedrijfsmiddelen terugwerkende kracht gegeven.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.C. Huizinga-Heringa.

Naar boven