Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 april 2010, nr. DL/B/197782, houdende wijziging van de Stimuleringsregeling Krachtig meesterschap

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 4 van de Wet overige OCW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE STIMULERINGSREGELING KRACHTIG MEESTERSCHAP

A

Artikel 4 van de Stimuleringsregeling Krachtig meesterschap komt te luiden:

Voor subsidieverlening op grond van deze regeling is in totaal een bedrag van € 18.000.000,– beschikbaar, dat in twee tranches van € 7.500.000,– respectievelijk € 10.500.000,– voor de twee indienmomenten zoals opgenomen in artikel 6, lid 4, beschikbaar komt.

B

Artikel 28 van de Stimuleringsregeling Krachtig meesterschap komt te luiden:

Het subsidiebedrag wordt, onverminderd artikel 22, tweede lid, per kalenderjaar bevoorschot. Het voorschot bedraagt in het jaar van aanvraag 60%, en in de twee daarop volgende jaren elk jaar 20% van de subsidie.

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

De verdeling van het oorspronkelijke subsidieplafond ging uit van twee gelijke tranches van elk € 9 miljoen. Bij de eerste aanvraagronde in 2009 is echter een aantal voorstellen afgewezen omdat deze, door de korte tijd die beschikbaar was tussen het moment van publicatie van de regeling en het moment van aanvragen, onvoldoende onderbouwd waren. Voor deze afgewezen projecten kon in de tweede aanvraagronde een verbeterd voorstel worden ingediend. De verwachting is dan ook dat er in de tweede ronde meer kwalitatief betere voorstellen zullen worden ingediend, mede dankzij de langere voorbereidingstijd die het samenwerkingsverband had om een projectvoorstel op te stellen. Met deze wijziging van de verdeling van het subsidieplafond over de tranches kan in de tweede aanvraagronde in 2010 – zonder wijziging van het totale subsidieplafond van € 18 miljoen – een groter aantal voorstellen dat aan de kwaliteitsnorm van de commissie voldoet, worden gehonoreerd.

Bij de eerste aanvraagronde is gebleken dat de projectbegrotingen veelal onvoldoende inzicht gaven in het bestedingspatroon om daarop het betaalritme te baseren. In artikel 28 wordt daarom één betaalritme voor alle projecten opgenomen.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven