Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2010, 5630 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2010, 5630 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
Gelet op artikel 85a, eerste lid van de Wet voortgezet onderwijs;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
bevoegd gezag van een bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs;
een universiteit als bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger en wetenschappelijk onderwijs;
die minor waarmee, na het met goed gevolg afronden van zowel de minor als een vakbachelor die opgenomen is op de verwantschapstabel, een onderwijsbevoegdheid kan worden verkregen.
het bevoegd gezag;
de tabel waarin is opgenomen welke wo-bachelors in combinatie met het volgen van een educatieve minor kunnen leiden tot de bevoegdheid om les te geven op de mavo en de eerste drie leerjaren van havo en vwo. De tabel die geldt voor studiejaar 2009–2010 is in bijlage 1 opgenomen;
de persoon die in een studiejaar ingeschreven staat voor een wo-bacheloropleiding die is opgenomen op de verwantschapstabel en bij de aanvrager het praktijkdeel van een binnen die bacheloropleiding gevolgde educatieve minor vervult;
een stage aan een school voor voortgezet onderwijs in het kader van het volgen van een educatieve minor;
tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende jaar;
studiepunten als bedoeld in artikel 7.4, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
aanvullende bekostiging als bedoeld in artikel 85a van de Wet op het voortgezet onderwijs.
De minister verstrekt subsidie aan het bevoegd gezag voor activiteiten in het kader van het begeleiden en beoordelen van stagiairs die bij het bevoegd gezag hun stageverplichting vanwege het volgen van een educatieve minor vervullen.
Subsidie wordt slechts verleend aan het bevoegd gezag dat stagebegeleiding biedt aan stagiairs als bedoeld in artikel 1 onder g.
1. Voor subsidiëring op grond van deze regeling is voor de studiejaren 2009–2010 tot en met 2011–2012 in totaal een bedrag van € 4 miljoen beschikbaar.
2. Het studiejaar waarin het subsidieplafond bereikt is, is het laatste studiejaar waarin de subsidie kan worden toegekend.
1. De subsidie bedraagt maximaal € 4.000,– per stagiair.
2. Wanneer in het betreffende studiejaar het aantal stagiairs waarvoor subsidie is aangevraagd vermenigvuldigd met het in het eerste lid genoemde bedrag hoger is dan het op dat moment beschikbare bedrag van de subsidie, dan is de subsidie per stagiair: het beschikbare subsidiebedrag gedeeld door het aantal stagiairs waarvoor in betreffende jaar subsidie is aangevraagd.
3. Een stagiair kan slechts eenmaal voor subsidiëring in aanmerking worden genomen.
1. Van de stagiair op wie de subsidieaanvraag betrekking heeft, geldt in het studiejaar waarvoor wordt aangevraagd dat hij/zij:
a. is ingeschreven voor een WO-bacheloropleiding die is opgenomen in de verwantschapstabel;
b. een educatieve minor volgt, en
c. de stageverplichtingen in het kader van de educatieve minor bij het bevoegd gezag vervult.
2. De aanvraag voor verlening van de subsidie geschiedt door middel van een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier zoals opgenomen in bijlage 2.
3. Het aanvraagformulier gaat vergezeld van de scholings- en begeleidingsovereenkomst van de aanvrager met de stagiair.
1. De subsidieaanvraag dient uiterlijk 31 mei van het studiejaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd door DUO te zijn ontvangen.
2. De behandeling van de aanvragen die zijn ontvangen vóór 31 mei, zal worden opgeschort tot 31 mei.
1. Jaarlijks wordt na 31 mei bepaald of het subsidiebedrag toereikend is om de aanvragers een subsidie van € 4.000,– per stagiair toe te kennen;
2. Indien het benodigde budget het beschikbare budget overschrijdt, wordt het subsidiebedrag verlaagd zodat de subsidietoekenning er niet toe leidt dat het subsidieplafond wordt overschreden.
De aanvragen worden gelijktijdig behandeld en wel zo spoedig mogelijk na 31 mei van het betreffende studiejaar. De subsidie wordt uiterlijk in juli vastgesteld.
In geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden de op grond van deze regeling verleende subsidiebedragen verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na de vaststelling of goedkeuring van de Rijksbegroting ter beschikking staat, een en ander naar rato van het aantal subsidieaanvragers aan wie subsidie is verleend en van de hoogte van de verleende subsidiebedragen.
1. De subsidieontvanger spant zich in om de stagiair in staat te stellen de studiepunten te behalen die benodigd zijn voor de onderwijsbevoegdheid voortvloeiend uit de educatieve minor.
2. De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoekingen die erop gericht zijn de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid.
3. De subsidieontvanger doet dadelijk een melding zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan.
De betaling van het subsidiebedrag vindt in één keer plaats uiterlijk in de maand augustus van het studiejaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.
Deze regeling zal met de bijlagen en toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.
WO-bachelor in combinatie met educatieve minor | CROHO-code | Bevoegdheid |
---|---|---|
Sociale Geografie en Planologie | 56838 | Leraar Aardrijkskunde |
Aardwetenschappen | 56986 | |
Aarde en economie | 50668 | |
Arabische Taal en Cultuur | 56040 | Leraar Arabisch |
Afstudeerrichting Arabisch van de opleiding Arabische, Nieuwperzisch en Turkse Talen en culturen | 56016 | |
Biologie | 56860 | Leraar Biologie |
Biomedische wetenschappen | 56990 | |
Duitse Taal en Cultuur | 56805 | Leraar Duits |
Economie | 56401 | Leraar Economie |
Economie en bedrijfseconomie | 50950 | |
Bedrijfskunde | 50645 | |
Economie en bedrijfseconomie | 50950 | Leraar Management en organisatie |
Bedrijfskunde | 50645 | |
Bedrijfseconomie | 50750 | |
International Business | 50019 | |
Engelse Taal en Cultuur | 56806 | Leraar Engels |
Wijsbegeerte | 56081 | Leraar Filosofie |
Franse Taal en Cultuur | 56808 | Leraar Frans |
Afstudeerrichting Frans van de opleiding Romaanse Talen en Culturen | 56074 | |
Friese Taal en Cultuur | 56012 | Leraar Fries |
Geschiedenis | 56034 | Leraar Geschiedenis en Staatsinrichting |
Griekse en Latijnse Taal en Cultuur | 56003 | Leraar Grieks, Latijn en KCV |
Godgeleerdheid | 56100 | Leraar Godsdienst en levensbeschouwing |
Theologie | 56109 | |
Wereldgodsdiensten | 50202 | |
Godsdienstwetenschap | 56800 | |
Religiestudies | 50902 | |
Religie en levensbeschouwing | 56114 | |
Islamitische Theologie | 56120 | |
Hebreeuwse taal en cultuur | 50901 | Leraar Hebreeuws |
Italiaanse Taal en Cultuur | 56809 | Leraar Italiaans |
Informatica | 56978 | Leraar Informatica |
Technische Informatica | 56964 | |
Kunstgeschiedenis | 56824 | Leraar Kunstgeschiedenis CKV |
Muziekwetenschap | 56700 | Leraar Muziek |
Latijnse Taal en Cultuur | 56816 | Leraar Latijn en KCV |
Technische Natuurkunde | 56962 | Leraar Natuurkunde |
Natuur- en Sterrenkunde | 56984 | |
Medische natuurwetenschappen | 50800 | |
Natuurwetenschappen | 50013 | |
Scheikunde | 56857 | Leraar Scheikunde |
Scheikundige Technologie | 56960 | |
Scheikundige Technologie en Bioprocestechnologie | 50340 | |
Life Science & Technology | 56286 | |
Molecular Science Technology | 59308 | |
Moleculaire levenswetenschappen | 59304 | |
Farmaceutische wetenschappen | 56989 | |
Medische natuurwetenschappen | 50800 | |
Natuurwetenschappen | 50013 | |
Sociologie | 56601 | Leraar Maatschappijleer |
Politicologie | 56606 | |
Algemene Sociale Wetenschappen | 56631 | |
Bestuurskunde | 56627 | |
Bestuurs- en organisatiewetenschap | 50007 | |
Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie | 50035 | |
Communicatiewetenschap | 56615 | |
Nederlandse Taal en Cultuur | 56804 | Leraar Nederlands |
Afstudeerrichting Russisch van de opleiding Slavische Talen en Culturen | 56813 | Leraar Russisch |
Spaanse Taal en Cultuur | 56810 | Leraar Spaans |
Talen en culturen van Latijns Amerika (Spaans) | 56052 | |
Afstudeerrichting Spaans van de opleiding Romaanse Talen en Culturen | 56074 | |
Afstudeerrichting Turks van de opleiding Arabische, Nieuwperzisch en Turkse Talen en culturen | 56016 | Leraar Turks |
Wiskunde | 56980 | Leraar Wiskunde |
Technische Wiskunde | 56965 |
Sinds het studiejaar 2009–2010 is er een nieuwe route naar het leraarschap: studenten die binnen hun vakbachelor een educatieve minor volgen krijgen bij succesvolle afronding van dat traject de bevoegdheid om les te geven aan mavo en de eerste drie leerjaren van havo en vwo. In de kwaliteitsagenda Krachtig meesterschap is deze nieuwe route naar het leraarschap aangekondigd. Het doel is nieuwe groepen voor het leraarschap te interesseren en meer academisch opgeleide leraren voor de klas te krijgen. Via de educatieve minor kunnen studenten vroegtijdig kennismaken met lesgeven.De educatieve minor omvat tevens een stage in het voortgezet onderwijs.
Om aan deze nieuwe route naar het leraarschap een onderwijsbevoegdheid te kunnen verlenen is een wetswijziging nodig. Deze zal naar verwachting in het voorjaar van 2010 in het Staatsblad zijn opgenomen. De Tweede Kamer heeft er voorjaar 2009 mee ingestemd dat – vooruitlopend op de wetswijziging – in het studiejaar 2009–2010 alvast gestart wordt met het aanbieden van de educatieve minor. Tien universiteiten bieden sinds dit studiejaar de educatieve minor aan.
De VO-raad heeft gepleit voor maatregelen om goede begeleiding tijdens de stage te garanderen. Die begeleiding is noodzakelijk om de educatieve minoren goed voorbereid les te laten geven en de kwaliteit van de minor te garanderen. OCW stelt daarom eenmalig middelen beschikbaar om de opstartfase van begeleiding en coördinatie van educatieve minorstagiairs te faciliteren. Na afloop van de subsidieregeling dienen de scholen voor voortgezet onderwijs voor de begeleiding van stagiaires middelen te hebben vrijgemaakt, bijvoorbeeld vanuit de middelen die de school op grond van het Convenant professionalisering en begeleiding van onderwijspersoneel in PO en VO (Staatscourant, 10 augustus 2006, nr. 154) beschikbaar heeft.
De VO-raad zal zorgen voor coördinatie van activiteiten in het kader van de besteding van de middelen en zal activiteiten ontplooien om te bevorderen dat de ervaringen met de begeleiding van stagiairs als bedoeld in deze regeling breed beschikbaar komen voor het VO-veld.
Er is € 4 mln beschikbaar voor deze regeling, zodoende zijn er middelen beschikbaar om voor minstens 1000 studenten een subsidie te verstrekken. Via de website van DUO worden scholen geïnformeerd over de uitputting van het budget.
Jaarlijks wordt vastgesteld of het budget toereikend is om de maximale subsidie van €4.000,– per student te verstrekken, of dat dit bedrag neerwaarts moet worden bijgesteld om alle vragen te kunnen honoreren. Het jaar waarin het totale aantal studenten waarvoor subsidie is aangevraagd de 1000 heeft bereikt is het laatste jaar waarvoor subsidie kan worden aangevraagd. De verwachting is dat het subsidieplafond in het studiejaar 2011–2012 wordt bereikt. De subsidie wordt in dat jaar – afhankelijk van het aantal aanvragen – mogelijk op een lager bedrag vastgesteld. Dit sluit aan bij de verwachting dat scholen die later starten, minder kosten hoeven te maken om de begeleiding en beoordeling van educatieve minorstagiairs op te zetten. De vo-scholen die op een later moment educatieve minorstagiairs gaan inzetten kunnen gebruik maken van de ervaringen die op andere scholen in voorgaande jaren zijn opgedaan met de begeleiding en beoordelen van deze stagiairs en zij zullen zodoende minder extra kosten hoeven te maken. Ook hebben deze scholen meer tijd gehad om middelen voor begeleiding vrij te maken vanuit het Convenant professionalisering en begeleiding van onderwijspersoneel in PO en VO.
In studiejaar 2009–2010 wordt voor 250 stagiairs aangevraagd. Het totale aantal aanvragen blijft onder de 1000, zodoende wordt voor deze stagiairs de subsidie op € 4.000 per stagiair vastgesteld en uitbetaald. Vervolgens wordt in studiejaar 2010–2011 voor 350 stagiairs subsidie aangevraagd. Het totale aantal studenten waarvoor subsidie is aangevraagd komt daarmee op 600 en blijft onder de 1000. Ook in studiejaar 2010–2011 wordt aan de aanvragers een subsidie € 4.000 per stagiair uitbetaald. In studiejaar 2011–2012 komen er vervolgens 500 aanvragen binnen. Hiermee wordt het totale aantal van 1000 stagiairs overschreden. In de studiejaren 2009–2010 en 2010–2011 is er in totaal voor € 2,4 miljoen subsidie verleend. Voor de 500 aanvragen die in studiejaar 2011–2012 binnenkomen is zodoende € 1,6 miljoen beschikbaar. De subsidie bedraagt in dit studiejaar € 3200 per stagiair.
Scholen voor voortgezet onderwijs waar een of meer educatieve minorstudenten hun stage vervullen kunnen een subsidie aanvragen voor de kosten die gemoeid zijn met de begeleiding en beoordeling van die studenten. Voor iedere student kan slechts eenmaal subsidie worden aangevraagd. Dit dient te gebeuren in het studiejaar waarin stage wordt gelopen op de vo-school. De subsidie kan alleen worden aangevraagd voor studenten die de educatieve minor volgen binnen een vakbachelor die is opgenomen in de verwantschapstabel die in de bijlage bij deze toelichting is opgenomen.
De in bijlage 1 opgenomen tabel geldt voor het studiejaar 2009–2010. Voor de daaropvolgende studiejaren zal een tabel gelden die voor dat studiejaar/die studiejaren bij ministeriële regeling is vastgesteld.
Het bevoegd gezag vraagt de subsidie aan met behulp van het aanvraagformulier dat bij deze regeling is gepubliceerd. Het aanvraagformulier kan worden gedownload op de website van DUO: www.ocwduo.nl.
De aanvraag dient uiterlijk 31 mei van het studiejaar waarvoor wordt aangevraagd bij DUO te zijn ingediend.
Indien aan de voorwaarden is voldaan wordt de subsidie zo spoedig mogelijk na 31 mei vastgesteld, zonder een voorafgaande subsidieverlening. Dit gebeurt uiterlijk in de maand juli.
Subsidieaanvragers dienen mee te werken aan onderzoek van de minister dat gericht is op beleidsontwikkeling ten aanzien van de educatieve minor.
De regeling zal jaarlijks worden geëvalueerd. Wanneer de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt de regeling aangepast.
De met deze regeling gemoeide administratieve lasten zijn beperkt. De subsidieaanvraag gebeurt via een standaardformulier. Bij de aanvraag dient de scholings- en begeleidingsovereenkomst (stageovereenkomst) te worden bijgevoegd. Na de toekenning van de subsidie zijn er als gevolg van deze regeling voor het bevoegde gezag geen extra administratieve lasten.
Voor de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de vaste verandermomenten. De reden hiervoor is tweeledig. Omdat de scholen voor voortgezet onderwijs sinds dit schooljaar stagebegeleiding bieden aan de eerste tranche educatieve minorstagiairs is het wenselijk dat zij ook dit schooljaar nog de aanvraag in kunnen dienen. Het feit dat een deel van de stagiairs de stage nog niet heeft afgerond, vergemakkelijkt het daarnaast voor de aanvragers om een aanvraag in te dienen: de stagiair is nog in de school waardoor de aanvrager weinig moeite hoeft te doen om de stagiair zijn/haar medewerking aan de subsidieaanvraag te laten verlenen.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2010-5630.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.