Herplaatsing regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 april 2010, PLW/2010/5839, tot wijziging van de Tijdelijke subsidieregeling omscholing werknemers bij dreigende werkloosheid

In de Staatscourant van 12 april 2010, is met nr. 5521 bovengenoemde regeling gepubliceerd. Vanwege correcties vindt u hieronder de volledige, juiste publicatie opnieuw.

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 april 2010, PLW/2010/5839, tot wijziging van de Tijdelijke subsidieregeling omscholing werknemers bij dreigende werkloosheid

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke subsidieregeling omscholing werknemers bij dreigende werkloosheid wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, aanhef en onderdeel b, wordt ‘de periode van vier weken’ telkens vervangen door: de periode van drie maanden.

B

In artikel 8, derde lid, wordt ‘€ 41 miljoen’ vervangen door: € 40 miljoen.

C

Artikel 16, derde lid, komt te luiden:

  • 3. De artikelen 5.32, 5.33, 5.34 en 5.35 van de Regeling Wfsv zijn van overeenkomstige toepassing op de subsidies en uitvoeringskosten, met dien verstande dat de artikelen 5.34 en 5.35 niet van overeenkomstige toepassing zijn ten aanzien van de uitvoeringskosten.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 april 2010

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

De Tijdelijke subsidieregeling omscholing werknemers bij dreigende werkloosheid beoogt te bevorderen dat werknemers die door de economische crisis hun baan dreigen te verliezen door middel van omscholing snel aan de slag kunnen bij een andere werkgever. Daarmee wordt beoogd (langdurige) werkloosheid te voorkomen.

Nu de eerste tekenen van economisch herstel zichtbaar zijn, is beleid nodig dat helpt om de noodzakelijke transities op de arbeidsmarkt tot stand te brengen. De komende periode zal duidelijk worden waar de terugval in werkgelegenheid van tijdelijke aard was en welke aanpassingen op de arbeidsmarkt een meer structureel karakter hebben. Daarom is het van belang om in te zetten op versteviging van maatregelen die gericht zijn op arbeidsmobiliteit, inzetbaarheid en matching, zoals omscholing, en die herschikking op de arbeidsmarkt kunnen ondersteunen.

Bij de uitvoering van bovenvermelde subsidieregeling is gebleken dat een gemiddeld transitietraject van werk naar werk vaak langer duurt dan vier weken. Om te voorkomen dat de nieuwe werkgevers van de om te scholen werknemers om die reden niet in aanmerking kunnen komen voor de omscholingssubsidie, voorziet artikel I, onderdeel A, van de onderhavige wijzigingsregeling erin dat een maximale periode van drie maanden tussen de nieuwe dienstbetrekking en de voorafgaande dienstbetrekking wordt toegestaan.

De wijziging die is vervat in artikel I, onderdeel B, betreft een verlaging van het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2010 conform de Arbeidsmarktbrief ‘Op weg naar herstel’ (Tweede Kamer, 2009–2010, 29544, nr. 238).

De wijziging die is vervat in artikel I, onderdeel C, betreft een technische aanpassing met betrekking tot de relatie Minister en UWV. Dienaangaande zij erop gewezen dat het niet de bedoeling is dat de omvang van de uitvoeringskosten na afloop van het kalenderjaar wordt vastgesteld. De bekostiging van de uitvoeringskosten gaat via het algemene budget van de uitvoeringskosten voor het UWV. Daarbij past niet de systematiek van aparte vaststelling van de omvang van de uitvoeringskosten.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

Naar boven