Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 maart 2010, CIBG/Farmatec-BMC-2994260, houdende wijziging van de bijlage bij de Regeling maximumprijzen geneesmiddelen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van de Wet geneesmiddelenprijzen;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage bij de Regeling maximumprijzen geneesmiddelen wordt gewijzigd als volgt:

a) de maximumprijs behorende bij de productgroep LOSARTAN-50-MG-TABLET, zijnde € 0,594403 per stuk, wordt vervangen door: € 0,616063 per stuk.

b) de maximumprijs behorende bij de productgroep ALEMTUZUMAB-30-MG/ML-INFUUSVLOEISTOF, flacon, zijnde € 412,948279, wordt vervangen door: € 420,298853.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

TOELICHTING

De onderhavige regeling betreft een wijziging van de Regeling maximumprijzen geneesmiddelen (RMG), zoals vastgesteld bij besluit van 15 februari 2010 (Stcrt. 2010, 2289). Met die wijziging, die op 1 april 2010 in werking zal treden, zijn de maximumprijzen voor de 26ste keer geactualiseerd.

Naar aanleiding van ingediende zienswijzen is besloten de maximumprijs van twee productgroepen te wijzigen ten opzichte van de in de genoemde wijzigingsregeling vermelde prijs. Het betreft de productgroepen LOSARTAN-50-MG-TABLET en ALEMTUZUMAB-30-MG/ML-INFUUSVLOEISTOF, FLACON. De onderhavige wijziging in de bijlage bij de RMG strekt ertoe om deze noodzakelijk geoordeelde wijzigingen door te voeren.

Beroepsmogelijkheid

Degene wiens belang rechtstreeks is betrokken bij de vaststelling van deze maximumprijs kan daartegen binnen zes weken na de dag waarop deze regeling tot wijziging in de Staatscourant is geplaatst, beroep instellen bij de sector bestuursrecht van de rechtbank ’s-Gravenhage. Het beroepschrift moet, op grond van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht, zijn ondertekend en moet ten minste bevatten de naam en adres van de indiener, de dagtekening, de omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, zo mogelijk een afschrift van dit besluit, en de gronden waarop het beroep berust.

Van de indiener van een beroepschrift wordt griffierecht geheven. Nadere informatie over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betalen wordt door de griffie van de rechtbank verstrekt.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

Naar boven