stcrt-2010-5407-001.png Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan ‘Buitengebied’ en ongewijzigde vaststelling PlanMer

Bestemmingsplan

Burgemeester en wethouders van Dinkelland maken in overeenstemming met artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening bekend dat de gemeenteraad in zijn vergadering van 18 februari 2010 het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ gewijzigd heeft vastgesteld.

De bestemmingsplannen Buitengebied van de voormalige gemeenten Ootmarsum, Denekamp en Weerselo zijn zowel beleidsmatig als juridisch niet meer actueel. Door de samenvoeging van de gemeenten is het gewenst om een nieuw eenduidig beleidskader om te zetten in actuele regelgeving. De gemeente heeft daarom besloten tot het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied.

Het plangebied omvat het hele grondgebied van de gemeente Dinkelland met uitzondering van de kernen Denekamp, Ootmarsum, Weerselo, Tilligte, Lattrop, Deurningen, Rossum en Saasveld. Daarnaast zijn de recreatieterreinen en de terreinen waarvoor een separate herziening voor in procedure zijn gebracht buiten het plangebied gelaten.

Het gewijzigd vastgestelde plan met de daarbij behorende stukken ligt met ingang van 9 april 2010 voor de periode van 6 weken tijdens de openingsuren bij de receptie in het gemeentehuis te Denekamp.

Er zijn wijzigen naar aanleiding van ingekomen zienswijzen en er zijn ambtshalve wijzigingen doorgevoerd. De wijzigen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan betreffen o.a. :

  • wijzigen van de begrenzing van agrarische bouwpercelen en vlakken;

  • het wijzigen van bestemmingen van wonen naar agrarisch en vice versa;

  • bestemmen van veldschuren;

  • diverse paragrafen in de toelichting zijn aangevuld;

  • diverse artikelen in de regels zijn nader aangevuld of verwijderd.

De exacte wijzigen zijn opgenomen in de Nota van Zienswijzen – Bestemmingsplan

De raad heeft tevens besloten geen exploitatieplan vast te stellen aangezien het plan conserverend van aard is.

PlanMer

Voor het opstellen van dit bestemmingsplan is het noodzakelijk een milieueffectrapportage voor plannen (planMER.) uit te voeren. Op grond van artikel 7.2 a van de Wet milieubeheer en het Besluit tot wijziging van het Besluit milieueffectrapportage 1994 moet ten behoeve van de besluitvorming over het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2010’ een planMER worden opgesteld. Dit omdat het bestemmingsplan een kader schept voor een aantal m.e.r.-plichtige activiteiten (uitbreidings- en nieuwvestigingsmogelijkheden voor intensieve veehouderij, functiewijzigingen in het landelijk gebied). Bovendien zijn activiteiten voorzien in of in de nabijheid van Natura2000-gebieden en kunnen significante effecten niet op voorhand worden uitgesloten.

Het ontwerpplanMer heeft tezamen met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegen.

De raad op 18 februari 2010 tevens besloten de planMer ongewijzigd vast te stellen. Tegen dit besluit kan geen beroep worden ingesteld.

Reactieve aanwijzing

Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben bij besluit van 30 maart 2010 besloten om voor een gedeelte van het bestemmingsplan Buitengebied 2010 een reactieve aanwijzing te geven. De reactieve aanwijzing houdt in dat het bestemmingsplan Buitengebied 2010 niet in stand blijft op de onderdelen die op de plankaart (verbeelding) zijn aangeduid met de gebiedsaanduiding ‘reconstructiewetzone-landbouwontwikkelingsgebied’. De bestaande agrarische bouwpercelen zijn met een zonering van 50 meter rondom de begrenzing van de bouwpercelen buiten de reactieve aanwijzing gelaten.

Ter inzage

In het gemeentehuis te Denekamp zal bij de receptie de volgende stukken ter inzage liggen:

  • Het raadsbesluit waarin is opgenomen dat het bestemmingsplan Buitengebied 2010 gewijzigd is vastgesteld, de planMer ongewijzigd is vastgesteld en er geen exploitatieplan wordt vastgesteld;

  • Het bestemmingsplan Buitengebied 2010 met bijbehorende Nota van Zienswijzen – Bestemmingsplan Buitengebied 2010 ;

  • De PlanMer met bijbehorende bijlagen;

  • De reactieve aanwijzing van de provincie

Deze stukken zijn daarnaast ook digitaal te raadplegen via:

  • website: www.dinkelland.nl/bestuur/beleidsnotas/ter_inzage/

De reactieve aanwijzing is digitaal beschikbaar via:

  • website: www.ruimtelijkeplannen.nl/web-roo/?planidn=nl.imro.9923.ra2010005-va01

Beroepschrift

Bestemmingsplan/exploitatieplan

Gedurende de bovengenoemde termijn van 6 weken kunt u een beroepschrift indienen tegen het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan. Beroep tegen het vaststellingsbesluit kan alleen wanneer u:

  • tijdig een zienswijze bij de gemeenteraad hebt ingediend en belanghebbende bent;

  • belanghebbende bent en aantoont dat u redelijkerwijs niet in staat bent geweest tijdig zienswijzen bij de gemeenteraad in te dienen;

  • belanghebbende bent en bedenkingen hebt tegen de wijzigingen die bij de vaststelling zijn aangebracht ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan.

Gedurende de bovengenoemde termijn van 6 weken kunt u, indien u belanghebbende bent, een beroepschrift indienen tegen het besluit tot het niet vaststellen van een exploitatieplan.

Reactieve aanwijzing

Gedurende de bovengenoemde termijn van 6 weken kunt u, indien u belanghebbende bent, een beroepschrift indienen tegen de reactieve aanwijzing van de provincie.

Eisen beroepschrift

Een beroepschrift moet worden gericht aan de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het beroepschrift moet worden ondertekend en tenminste bevatten: naam en adres van de indiener, dagtekening, omschrijving van het besluit waartegen het beroep zich richt en de gronden van het beroep. Voor het behandelen van een beroepschrift is griffierecht verschuldigd. De Raad van State geeft bericht over de hoogte van het griffierecht en de wijze waarop dit moet worden betaald.

Voorlopige voorziening

Bestemmingsplan

Het besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt. Het beroep heeft geen schorsende werking.

Indien gedurende de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening wordt ingediend bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dan wordt de werking van het besluit opgeschort totdat op dat verzoek is beslist. Ook voor het behandelen van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

Reactieve aanwijzing

Het besluit tot reactieve aanwijzing treedt in werking op moment van bekendmaking. Het beroep heeft geen schorsende werking.

Indien gedurende de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening wordt ingediend bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dan wordt de werking van het besluit opgeschort totdat op dat verzoek is beslist. Ook voor het behandelen van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

Naar boven