Subsidieregeling van de Raad voor Rechtsbijstand van 10 maart 2010 tot verstrekking van een subsidie aan partijen die door de rechter verwezen zijn naar een mediator (Subsidieregeling stimuleringsbijdrage mediation)

Deze Subsidieregeling is een verlenging van de reeds van kracht zijnde beleidsregel met de titel Beleidsregel stimuleringsbijdrage conflictbemiddeling, met de looptijd van 1 april 2009 tot 1 april 2010.

De Raad voor Rechtsbijstand,

Gelet op artikel 42c van de Wet op de rechtsbijstand;

Besluit:

Artikel 1

In deze Subsidieregeling wordt verstaan onder:

a. mediation:

het bemiddelen in een geschil waarbij een neutrale bemiddelingsdeskundige de onderhandelingen tussen de rechtzoekende en zijn wederpartij begeleidt teneinde vanuit hun werkelijke belangen tot gezamenlijk gedragen en voor ieder van hen optimale resultaten;

b. mediator:

de mediator als bedoeld in artikel 33a Wet op de rechtsbijstand;

c. stimuleringsbijdrage:

de door de Raad voor Rechtsbijstand te verstrekken subsidie in de kosten van de werkzaamheden met betrekking tot de uitvoering van mediation na verwijzing door de rechter van een bij het gerecht aanhangige zaak;

d. mediationovereenkomst:

de overeenkomst waarin partijen zich jegens elkaar verplichten ernaar te streven het in die overeenkomst omschreven geschil door mediation op te lossen en zich te houden aan de gemaakte procedureafspraken;

e. monitorformulieren:

formulieren die door partijen en mediator moeten worden ingevuld in het kader van het verzamelen van gegevens ten behoeve van de beleidsevaluatie.

Artikel 2

Een procespartij komt na aanvraag door de mediator in aanmerking voor een stimuleringsbijdrage indien de mediator voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • a. hij staat in het ressort waarin hij is gevestigd ingeschreven bij de Raad voor Rechtsbijstand en heeft aangegeven zaken verwezen te willen krijgen vanuit de gerechten;

  • b. hij heeft werkzaamheden verricht in een zaak die vanuit de gerechten is verwezen met als doel om partijen door middel van mediation tot een oplossing van het geschil te laten komen;

  • c. hij heeft bij de aanvraag gevoegd:

    • 1: de schriftelijke verwijzing van procespartijen vanuit het gerecht;

    • 2: een afschrift van de door beide procespartijen getekende mediationovereenkomst;

    • 3: alle door de Raad voor Rechtsbijstand voorgeschreven monitorformulieren.

Artikel 3

  • 1. De hoogte van de stimuleringsbijdrage bedraagt 100 Euro (excl. BTW) per procespartij in de verwezen zaak met een maximum van 200 Euro (excl. BTW) voor alle in het conflict betrokken procespartijen gezamenlijk.

  • 2. Procespartijen aan wie een toevoeging voor mediation is verstrekt voor hetzelfde geschil op basis van de Wet op de rechtsbijstand, hebben geen recht op een stimuleringsbijdrage.

Artikel 4

  • 1. De mediator vraagt namens de procespartij op een door de Raad voor Rechtsbijstand vastgesteld formulier de stimuleringsbijdrage aan binnen vier maanden nadat de mediation is beëindigd.

  • 2. Indien de stimuleringsbijdrage na afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn wordt aangevraagd, wordt deze afgewezen.

Artikel 5

Deze Subsidieregeling is van toepassing op mediation waarvan de verwijzing door het gerecht naar een mediator heeft plaatsgevonden op of na 1 april 2010, maar voor 1 januari 2011. Voor mediation waarvan de verwijzing voor 1 april 2010 heeft plaatsgevonden, is de beleidsregel met de titel Beleidsregel stimuleringsbijdrage conflictbemiddeling, met de looptijd van 1 april 2009 tot 1 april 2010, van toepassing.

Artikel 6

  • 1. Deze Subsidieregeling treedt in werking met ingang van 1 april 2010 en is een verlenging van de beleidsregel met de titel Beleidsregel stimuleringsbijdrage conflictbemiddeling, met de looptijd van 1 april 2009 tot 1 april 2010. Indien de Staatscourant waarin deze Subsidieregeling wordt geplaatst, is gedagtekend na 30 maart 2010, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 april 2010.

  • 2. Deze Subsidieregeling vervalt met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 7

Deze Subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling stimuleringsbijdrage mediation.

Deze Subsidieregeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

10 maart 2010

De Raad voor Rechtsbijstand.

TOELICHTING

Algemeen

Om partijen te stimuleren het voorstel van de rechter tot mediation te volgen, wordt gedurende een aanloopperiode voor elke mediation een (in omvang beperkte) financiële tegemoetkoming beschikbaar gesteld. Het gaat daarbij om een vast bedrag per mediation, dat ten gunste komt aan de procespartij en uit doelmatigheidsoverwegingen rechtstreeks aan de mediator wordt overgemaakt en door deze namens de procespartij wordt aangevraagd. Deze Subsidieregeling bevat de criteria waaraan moet worden voldaan om voor deze stimuleringsbijdrage in aanmerking te komen. De wettelijke grondslag vindt deze Subsidieregeling in artikel 42c van de Wet op de rechtsbijstand.

Op de subsidieverlening zijn de regels van de Awb van toepassing. Dit betekent onder meer dat bezwaar en beroep openstaan tegen de beslissing inzake subsidieverlening.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Hierin zijn thans de definities overgenomen uit de Wet op de rechtsbijstand.

Artikel 2

De mediator kan voor die partijen die zich na verwijzing door de rechter tot hem hebben gewend een stimuleringsbijdrage dan wel een mediationtoevoeging aanvragen. Teammediation, een mediation waaraan meer dan een mediator deelneemt, leidt niet tot een hogere stimuleringsbijdrage. De aanvraag wordt niet in behandeling genomen indien niet is voldaan aan het vereiste van het overleggen van de documenten zoals genoemd in artikel 2.

Artikelen 3 en 4

Per procespartij bedraagt de stimuleringsbijdrage 100 Euro (exclusief BTW). Per mediation kan maximaal 2x een stimuleringsbijdrage worden uitbetaald. Dit houdt in dat per zaak waarin alleen draagkrachtige procespartijen aan de mediation deelnemen de maximale stimuleringsbijdrage 200 Euro (exclusief BTW) bedraagt. Een procespartij kan uit meerdere personen bestaan. Als een van deze procespartijen conform de in de Wet op de rechtsbijstand vastgelegde criteria minder draagkrachtig is en om die reden aan deze procespartij een mediationtoevoeging is afgegeven kan deze procespartij geen aanspraak maken op de stimuleringsbijdrage. De mediator krijgt in dit geval namelijk een vergoeding voor zijn werkzaamheden conform het Besluit toevoeging mediation.

Een minder draagkrachtige aan wie geen mediationtoevoeging is afgegeven heeft recht op een stimuleringsbijdrage. Om in aanmerking te komen voor de stimuleringsbijdrage moeten beide partijen de mediationovereenkomst hebben ondertekend. De vaststelling en uitbetaling van de stimuleringsbijdrage vindt plaats na afloop van de mediation. De stimuleringsbijdrage moet door de mediator worden aangevraagd op een door de Raad voor Rechtsbijstand opgesteld formulier, binnen vier maanden na afloop van de mediation. Overeenkomstig artikel 4:13 Awb moet de Raad voor Rechtsbijstand een beslissing nemen binnen een redelijke termijn na ontvangst van de aanvraag, welke termijn in ieder geval is verstreken na de redelijke termijn bedoeld in artikel 4:13 Awb.

Artikelen 5 en 6

Deze subsidieregeling is een voortzetting van de beleidsregel met de titel Beleidsregel stimulering conflictbemiddeling met vervaldatum 30 maart 2010. De aanvragen voor een stimuleringsbijdragen gelden voor verwijzingen die na de ingangsdatum van de eerste beleidsregel zijn gedaan: 1 april 2005.

In de brief aan de Tweede Kamer inzake de eindevaluatie van mediation (TK, 2009–2010, 29 528, nr. 6) heeft de Minister van Justitie aangegeven dat hij besloten heeft de tijdelijke stimuleringsbijdrage nog tot eind 2010 te verlengen. Om die reden heeft de Minister van Justitie in de subsidiebrief 2010 d.d. 22 februari 2010 aan de Raad voor Rechtsbijstand verzocht om de tijdelijke subsidieregeling voor de stimuleringsbijdrage te verlengen. In de lijn van de overgang van stimulering van mediation naar verankering, komt de tijdelijke stimuleringsbijdrage derhalve per 1 januari 2011 te vervallen.

Naar boven